Trucker Richard van den Berg vervoerde auto´s. Met zo´n dubbeldekker, je kent ze wel. Hij was daar goed in en handig mee. Totdat op een kwade dag door een mechanisch defect het bovendek pardoes naar beneden kwam en zijn arm zodanig beknelde dat hij zijn onderarm verloor. De doktoren konden die toch nog weer aanhechten, maar trucken, dat ging niet meer. Het gaat nu ‘redelijk goed’ met hem. Het ongeluk heeft hem wel veranderd: “Ik ben emotioneler en ben blij als ik wat kan betekenen voor een ander.” Welnu, dat doet-ie iedere donderdagochtend voor cliënten van ons cluster de Zilvermeeuw.
Richard is één van de leden van handboogsportvereniging Achilles uit Alkmaar, die elke donderdagochtend cliënten van activiteitencentrum de Zilvermeeuw gastvrij onthalen. Je kunt hen bestempelen als vrijwilligers, maar het zijn meer sportmaten. Net als de cliënten, komen ze er met een forse portie levensbagage naar toe. Wat dat betreft is het ‘ons kent ons’. “Mensen die gewoon een baan hebben, komen op een doordeweekse ochtend echt niet hier,” zegt Age Kramer die zelf gepensioneerd is. “Degenen die hier rondlopen zijn allemaal arbeidsongeschikt of gepensioneerd of zoiets.”
Biker
Neem Berend Visser: stoer hoofd, volle baard, zootje oorringetjes… Oogt als een biker, een motorrijder… Klopt! Was-ie. En lasser. Tot op een kwade dag hij zijn motor in de schuur zette, de trap op liep en zomaar een bloedprop in z’n hersens kwam vast te zitten. Hij sloeg zichzelf en probeerde zoveel mogelijk te bewegen en de bloeddruk op te stuwen. Die tip had hij ooit van een bevriende arts gehoord. En zowaar: als door een wonder schoot de prop los, waardoor bijvoorbeeld Berends motoriek in tact gebleven is. Maar het bleef niet zonder gevolgen: zijn korte termijn geheugen is slecht en hij is snel moe. Echt af…
Mentaliteit
Maar de donderdagochtenden is Berend erbij en helpt hij rustig en geduldig de cliënten van de Zilvermeeuw. Net als de andere vrijwilligers van Achilles, zoals zijn vrouw Gudrun Visser, die zegt: “De mentaliteit hier is er niet naar dat je alles moet vragen. Als wij een rolstoel naast ons zien dan zeggen we uit ons zelf: ‘Ik neem je pijlen wel even mee’.”
Werner Dietz, zeventig jaar oud en gepensioneerd, is trots op de vorderingen van de cliënten van de Zilvermeeuw: “Toen ze hier begonnen, schoten ze vanaf tien meter, maar inmiddels is dat vanaf achttien meter.”
Gastvrijheid
De gastvrijheid van Achilles zie je niet alleen aan de bevlogenheid van de vrijwilligers, de sportmaten. De vereniging is speciaal voor rolstoelgebonden mensen fors aan het verbouwen gegaan. Er kwam een aangepast toilet en de buitenbaan werd verhard zodat ook daar mensen met een rolstoel kunnen schieten. Bij Achilles doen ze daar verder niet moeilijk over: “We kijken naar mogelijkheden en niet naar alle mogelijke beren op de weg,” zegt bestuurslid Jolanda Rose. “Problemen die we tegenkomen lossen we wel op. Als je hier ergens je nek over breekt, zorgen we ervoor dat het drempeltje de volgende week weg is.”
Plezier
Cliënt Jan Schuijt van de Zilvermeeuw is vol lof over de mensen van Achilles. “Ze staan toch maar mooi elke week weer voor ons klaar, ze doen het leuk en helpen ons goed. En ze hebben er ook nog echt plezier in.”
Want behalve sportieve activiteit biedt de donderdagochtend bij Achilles ook sociaal plezier. Jan Schuijt zegt: “De wisselwerking tussen de cliënten van de Zilvermeeuw en de vrijwilligers van Achilles is geweldig goed.”
Dun
De hoop is dat een aantal cliënten gewoon zelfstandig lid wordt van Achilles. Volgens Richard en Berend mag dat geen probleem zijn: “Jij moet toch gewoon een sport kunnen beoefenen, Jan?” “Ja, maar vrijwilligers zijn dun gezaaid,” antwoordt Jan. Age wrijft over z’n buik: “Ik zou mezelf niet dun willen noemen…”
Jan ambieert het lidmaatschap wel: “Het is een moeilijke sport. Je moet rechtop zitten, geconcentreerd zijn en je armspieren beheersen. Maar je hebt evenveel kans als mensen zonder rolstoel. De uitdaging is hoe dan ook, om de pijl in de roos te krijgen. Als ik hier ben, vergeet ik alles en ben alleen met de sport bezig.”
Vroeger tenniste Jan. “Dat heb ik dertig jaar gedaan, maar in een rolstoel lukt het me niet.” Vindt hij nu in het boogschieten wat hij vroeger vond in het tennis? “Oei, dat is een moeilijke vraag. Kijk, ik heb nog niet de spanning van een wedstrijd meegemaakt. Maar als dat erbij komt... ” De volgende vraag is natuurlijk: vindt hij hier dan hetzelfde in het verenigingsleven als vroeger bij de tennisclub? “Dat zeker!”
Steven van der Burg