Clustermanager Petra Moritz vertelt gedreven over wat haar zo boeit aan de jongeren waarvoor ze cluster Werkwaard startte. “Deze jongeren zijn vaak afgewezen, zien geen mogelijkheden meer en toch breken ze niet echt. Ze hebben veel meer veerkracht dan ze zelf denken. Er blijft altijd een waakvlammetje van hun spirit in leven. Dat vlammetje proberen aan te wakkeren, dat vind ik nou mooi.”
Bankhangers?
“De meesten hebben al heel wat in hun rugzak. Thuis, op school of in de jeugdzorg verdween hun ervaring van gezien worden: wie ben je, wat kun je en daar dan op gewaardeerd worden. Op een gegeven moment worden ze wél weer gezien, maar dan vooral als lastpak, bankhanger of halve crimineel. Dan verdwijnt de persoon die daaronder zit.
Het gaat om jongeren die een licht verstandelijke beperking hebben of moeilijk lerend zijn. Als ze bij Werkwaard komen, is er inmiddels al meer aan de hand. Dan is er bijvoorbeeld ook sprake van psychische problemen, verslaving of ervaring met justitie.
Gebrek aan menselijke maat
Het zorgsysteem waar ze mee te maken kregen, is eigenlijk niet flexibel genoeg voor deze specifieke groep jongeren. Vaak heerst daar, noodgedwongen, een beheerscultuur waar eisen worden gesteld die zijn gericht op in het systeem passen. Je moet nogal wat kunnen om in zo’n systeem te passen. Deze jongeren zijn verbaal vaak heel vaardig. Daardoor worden ze snel overschat en worden ze aangesproken op vaardigheden die ze nog niet hebben. Uiteindelijk voldoen ze dan niet aan de norm. Ze krijgen veel verwijten over onwil en ongeïnteresseerd zijn. Vroeg of laat vallen ze dan uit of worden afgeschreven. Terwijl ze absoluut kwaliteiten hebben, maar niet voldoende om het zelfstandig te redden en dat frustreert.”
Misschien is het hier wel oké
“Bij Werkwaard werken we anders. Wij werken vanuit contact maken, aansluiten, samen doen en waardering geven. Wij beginnen juist helemaal niet met eisen stellen, zoals om 09.00 uur aanwezig zijn, pet af en aankijken. Wij willen hen eerst laten voelen: misschien is het hier wel oké. Later, op basis van de ontstane relatie, kun je wat vragen of aanreiken. Vanuit de relatie die ontstaat, blijkt meer ontwikkeling mogelijk dan vanuit een beheersmatig regime. Dat is zo’n verademing voor de jongeren dat ze ook weer andere kanten van zichzelf durven te laten zien. Ze bloeien op als ze merken dat ze ook dingen goed doen. Gaat iets niet goed dan oordelen we niet, maar stellen vragen. Dat werkt beter. Bijvoorbeeld: ‘Waarom werkt dit niet voor jou?’ Onze benadering biedt hen meer en steeds nieuwe kansen. Dat wil niet zeggen dat alles met iedereen alleen maar goed gaat. Daarvoor zijn de problemen te complex. Maar: successen, hoe klein ook, worden samen gevierd.”
Cliëntbegeleider Bart Sandkuijl geniet bij Werkwaard: "Ik ben 's avonds moe én voldaan"
“Kijk dan, wat een prachtige werkplek.” Het is een tropische dag en cliëntbegeleider Bart Sandkuijl van cluster Werkwaard zit aan een picknicktafel onder een boom aan het meer. “Ik kan hier helemaal mijn ei kwijt. Ik ben graag in de buitenlucht en kan het goed vinden met deze jongeren. Het gaat om jongeren met weinig vertrouwen. Het lukt ze allemaal nét niet. Ze hebben veel op hun tenen moeten lopen en hebben faalervaringen. Daarom moet het allemaal zo laagdrempelig mogelijk en halen we ze ook ‘s morgens op. Niet meteen de verantwoordelijkheid aanspreken om zelf te komen. Op die manier hoeven ze minder te knokken om overeind te blijven. Ook hoeven ze hier minder te knokken
tegen een regime. Dan houd je energie over voor positieve dingen en ontstaat er ook ruimte om uit je verzet en afweer te stappen. In eerdere situaties was geen ruimte voor hun eigenheid. Hier wel. Het gaat hier om wie jij bent, wat jij nodig hebt. Wij vinden niet veel dingen raar. Het mag ook wel eens niet goed gaan. Je mag elke keer weer opnieuw beginnen.
Zonder ondersteuning lukt het hen niet in het arbeidsproces. Hier leer je wat werken inhoudt, wat arbeidsvaardigheden zijn. Wat erg wordt gewaardeerd door de deelnemers is dat wij geen leiding geven vanaf de zijkant. We werken altijd mee. En: de relatie is sturend, niet de hiërarchie. Vanuit die relatie kunnen we motiveren en veel waardering geven, daar draait het om. Kijken hoever je met elkaar kunt komen. ‘s Avonds staat de stappenteller vaak op 10 kilometer. Dan ben je echt moe, maar ook voldaan. Het is prachtig om te zien hoe die gasten hebben genoten van een dag samen werken.”
Geestmerambacht denkt mee
“De beheerder van het Geestmerambacht denkt heel erg mee. Er is een keet neergezet om op te starten, koffie te drinken en te schuilen bij slecht weer. Hij zorgt voor materialen en samen zorgen we voor cursussen om daarmee om te leren gaan. Werken met apparaten is lekker stoer, maar moet ook veilig zijn. Voor de gebruikers en de gasten van het terrein. Het mes snijdt aan twee kanten. Bij het Geestemerambacht worden nu klussen gedaan waar hun eigen onderhoudsdienst niet aan toe komt en wij hebben hier een geweldige werkplek met elkaar. Het werk is ingericht als echt werk. Het is nuttig. We hebben een dienstverlenende rol naar de gasten. Die waarderen dat en geven vaak complimenten.”
Patrick van de Neut zorgt voor de natuur van recreatiegebied Geestmerambacht en maakt bezoekers blij.
“Ik vind het hier geweldig. Ik heb het heel erg naar mijn zin. Ik ben graag buiten. Het is een rustige omgeving. Ik ben hier lekker aan het werk. Dan luister ik naar de natuur of mijn oortjes. Ik had al oog voor de natuur, maar nu doe ik er ook iets voor. Ik leer hier ook veel. Ik zie hier bomen die ik niet kende. Ik heb ook al veel dieren gezien: een koekoek, specht, kraai, raven, vleermuizen, kikkertjes, padden. Mijn energie is hier ook veranderd. Ik loop nu wel 10 kilometer per dag. Weet je, denken is niet echt mijn ding. Ik ben meer van het doen. Dat kan hier en de bezoekers zijn blij met ons. Dat zeggen ze vaak.”
“Ik ben niet van het type zoek-het-maar-uit-punt-nl. Ik wil graag iets nuttigs doen. Hier kan ik schoffelen, harken, gras maaien, we doen eigenlijk parkonderhoud. We krijgen straks een cursus voor het werken met de bosmaaier, elektrische heggenschaar en bladblazer. Daar kijk ik echt naar uit. Dan kan ik straks zeggen: ‘Kijk mij nou werken met die apparaten’, gaaf toch? Het is hier niet alleen werken, we doen ook leuke dingen met elkaar. Zoals ‘s middags zwemmen, tijdens de hittegolf. Je kunt hier ook vissen. Hebben we ook een keer gedaan. Toen ving ik een joekel van een snoek.”
“Het wordt hier gewoon steeds meer mijn plek. Ik zie wat er gebeuren moet in het park. Het is nog net geen thuisgevoel, maar het scheelt niet veel. Het enige nadeel hier: het werk wordt niet betaald en mijn rekeningen komen wel. Maar dat geeft niet, dat komt vanzelf nog wel als ik het hier goed doe. Ik kan hier ervaring opdoen. Later wil ik hovenier worden en werken in andermans tuinen.”