Ieder z’n eigen stijl. Dat geldt zeker voor een kunstenaar. Maar hoe bepaal je je stijl bij aanvang van je carrière? Ingeborg Romeijnders probeerde gewoon van alles uit en kwam er zo achter welke techniek haar het meeste lag.
Dan is het natuurlijk ook wel leuk om te weten welke techniek dat is geworden. Als Ingeborg dat wil laten zien stuiten we echter op een bijna lege la in ’t Atelier van Centrum 31 in Heerhugowaard, waar Ingeborg werkt. Veel van haar werk is verkocht of uitgeleend. ’t Atelier heeft namelijk ook een kunstuitleen.
Een aantal weken later is weer wat werk retour en heeft Ingeborg intussen ook weer nieuw materiaal gemaakt. Lijnen kronkelen over het papier. Vormen zich naar elkaar toe en worden precies dat wat de kijker ervan wil maken. Vanuit de losse hand of geholpen door een liniaal. Ingeborg: “Ik begin met een tekening en zie wel waar ik uitkom. Het ontstaat terwijl ik bezig ben. Voorbeelden heb ik niet. Van tevoren weet ik zelfs nog niet of het zwart-wit of kleur wordt. Iedereen ziet er weer iets anders in: een spelend kind of een dier. Soms zelfs een stad. Het mag allemaal.”
Ingeborg schildert ook. Daar is ze in de afgelopen jaren aardig bedreven in geraakt. En dat terwijl de kwasten eerst nog alle kanten opvlogen. Nu kan ze kiezen tussen de verschillende technieken: het vrije schilderen of het fijne tekenen. Op het moment gaat haar voorkeur uit naar werken met potlood en pen: “Met deze manier van werken heb ik goed de controle. Potlood en pen kun je beter sturen. Ik word er blij en rustig van.”
Ingeborg laat zien hoe ze werkt. Bij het raam aan een tafel, uitkijkend op een plein. Graag in stilte en uiterst geconcentreerd. “Maar ik vind het ook leuk om anderen mijn werk te laten zien en erover te praten. Tijdens een open dag of expositie bijvoorbeeld. Al vind ik het ook wel spannend. Dat mijn werk verkocht wordt vind ik een mooi compliment. Ik heb er geen moeite mee en kan het goed loslaten. Samen met de ondersteuners kijk ik wat uitgeleend of verkocht kan worden. Want niet alle werken zijn even bruikbaar. Is ook niet erg.”