Het ruikt er ovenvers. En zoet. De geur van cake, chocolade, noten, cakebeslag en warme vanille. Bij de Cakery in Heerhugowaard worden dagelijks de meest heerlijke cakes en koeken gebakken. Van appelcake tot Brownie Deluxe, van worteltaart tot Petit Gateau’s en van Sticky Toffee tot havermoutkoeken. Allemaal vers en ambachtelijk.
Bestellingen komen overal vandaan. Zo ook van Cool Kunst en Cultuur. Ineke, begeleidster van de Cakery, heeft alles vanaf het begin zien ontstaan. ‘Laten we wat gaan bakken’, moet ze ooit gedacht hebben. Nog niet wetende waartoe dit kon leiden: een bakkerij waar, vijf dagen per week, samen met cliënten, professionele producten gemaakt worden. Zoals nu, 1200 havermoutkoeken. Voor Cool dus. Hatsjikidee!
“Wanneer we het maar lang genoeg van tevoren weten, kunnen we een heleboel aan”, vertelt Ineke. “In de loop der jaren zijn we steeds groter geworden. In het begin was er alleen een klein oventje. Zo’n huis-tuin-en-keuken ding. Nu hebben we een grote professionele oven waar veel meer tegelijk in kan. Er zijn vriezers aangeschaft voor de voorraad, roestvrijstalen werkbanken, een rolstoelvriendelijk aanrecht en machines om beslag mee te maken. Ook ons assortiment is gegroeid.”
Terwijl Rosalie de appels schilt voor een appelcake, maakt Ineke samen met Stefano het beslag voor een grote brownie cake. Eentje met stukjes chocola en pecannoten. Lekker! De appels van Rosalie moeten in – niet te dunne – plakjes. Twee kilo per cake. Afwegen, beetje kaneel erover en hop, bovenop het beslag. De appelschijfjes die over zijn worden behendig opgesnoept. Stefano legt de laatste hand aan de brownie door zorgvuldig de pecannoten op het beslag te leggen. Zo, die kan de oven in.
Naast cliënten die meehelpen, zijn er ook cliënten die meebeleven. De bedrijvigheid, de geuren en een versgebakken koekje op z’n tijd, maakt dat de Cakery ook voor hen een prettige vorm van dagbesteding is. Terwijl Ineke wat ingrediënten bereidt, volgt Wesley haar bewegingen en reageert vrolijk op haar stem. “Wil je kaneel ruiken”, vraagt ze hem. Ze houdt de bus met poeder onder zijn neus. Wesley doet meteen z’n mond open. “Nee joh, dit kun je niet eten…, ruiken.”