Drie dagen in de week, van 9 tot 16 uur, werken cliënten van ’t WAD bij Hotel Den Helder. Ontbijt, afwas, schoonmaak: er moet van alles gebeuren op gezette tijden. Piekmomenten en rust wisselen elkaar af. Toch lukt het op deze plek om iedereen de ruimte te geven zichzelf te zijn. Hoe, dat lees je hier.
Gerard is een van de mensen die vanaf het eerste uur via ’t WAD bij Hotel Den Helder werkt. Nu twee dagen in de week. Bij binnenkomst rolt hij direct naar de grote, ronde stamtafel in de ontbijtruimte, die de hotelgasten inmiddels hebben verlaten. Gerard werkt veel samen met Pascal. Pascal zet de afvalbakjes klaar die ’s ochtends op de ontbijttafel staan en Gerard doet er een zakje in. Voor de volgende dag. Zo hebben ze rustig de tijd om de voorbereidingen te doen. Mooi teamwerk. Na deze klus zijn de waxinelichtjes aan de beurt en worden de servetten gevouwen. “De klussen zijn zo ingedeeld dat ze niet in een uur af hoeven”, vertelt cliëntbegeleider Linda. “En lukt het een keer niet dan neemt het hotelpersoneel het over. Pascal en Gerard gaan lang terug en bomen intussen over wat ze door de jaren heen hebben meegemaakt op verschillende activiteitencentra. Gerard: “Weet je dat ik Linda ook nog vastgehouden heb toen ze een baby was? Haar moeder werkte vroeger bij ons. Bijzonder, hè? Ik ben nu 70, maar nog niet van plan
te stoppen. Ze laten het nog niet toe.” Gerards ogen glimmen bijna uit zijn hoofd.
Je kan niet alles hebben
Linda is de vaste cliëntbegeleider bij Hotel Den Helder sinds de start vijftien jaar geleden (feest dit jaar!) en laveert tussen de cliënten en het hotelpersoneel. Ze houdt in de smiezen hoe het gaat, bekijkt wat cliënten nodig hebben en hoe dat zich verhoudt tot het hotelpersoneel. ”Het mooiste is natuurlijk als we helemaal opgaan in de werkdag van het hotelpersoneel. Maar wij kunnen die samenwerking en het opbouwen van relaties wel willen; dat kun je niet zomaar van iedere cliënt en hotelmedewerker verwachten. We hebben hier veel te maken gehad met verloop, er zijn taalbarrières en cultuurverschillen. Dus we zijn extra blij als er wel gesprekken of zelfs samenwerking ontstaat. Dat is waar we mee te maken hebben, maar dat is maar een kant van het verhaal, hoor. Er zijn ook mensen die hier al jaren werken, waaronder de manager en daarmee vormen we echt al jaren een topteam. Inmiddels horen we ook wel bij het meubilair. In coronatijd dreigde het verloren te gaan doordat we hier lange tijd niet konden zijn, maar we misten het allemaal zo ontzettend en dus hebben we er alles aan gedaan om weer verder te gaan.”
"Het mooiste is natuurlijk als we helemaal opgaan in de werkdag van het hotelpersoneel"
Kijken naar de klik
“Poco poco, het hoeft niet af”, zegt Linda intussen aan de stamtafel. ”Soms moet iemand een beetje afgeremd worden, een ander stimuleer je juist weer iets harder te gaan. Her en der moet je weleens iets nuanceren. Een cliënt kan ook een mindere dag hebben. Daarom is het fijn dat we nu een basis aan personeel hebben waar we iets mee op kunnen bouwen. Ontdekken welke klik er is met de cliënten. Zo doet Jessica af en toe een bakkie met een medewerker van de facilitaire dienst. En is haar rollator stuk dan zorgt hij ervoor dat ie gerepareerd wordt. Mooie bijkomstigheid. ‘Ik zie het al, hoor! Dat regelen we’, roept ie dan.”
Verstaanbaar maken
Ika komt de ruimte binnen en doet een dansje met een emmer op haar hoofd. ”Ika spreekt Papiaments dus het is soms een zoektocht om goed met haar te communiceren”, vertelt Linda, “maar we begrijpen elkaar steeds beter. Even later spot ik Ika achter bij de bowlingbaan, die ook nog bij het hotel hoort. In opperste concentratie maakt ze de tafels en stoelen schoon. Linda: “Zo hebben we een rode draad binnen de klussen en soms komen er andere klussen tussendoor. Dat maakt dat we wel enige flexibiliteit vragen van de cliënten. En zelfstandigheid, want ik sta alleen. Soms moeten we even schakelen met hotelgasten. Een tijdje geleden zaten hier bijvoorbeeld honderd Oekraïners. Dat is wel even een andere situatie.”
Van je collega’s moet je het hebben
Linda draait zich om naar Mario, die iets later start vandaag. “Mario gaat zo met een van de hotelmedewerkers overleggen wat hij gaat doen. Hij werkt hier ook al een aantal jaren twee dagen in de week en regelt dat allemaal zelfstandig.” “Hoi David, lukt het?” De volgende staat alweer naast Linda. “David is aan het leren de telefoon op te nemen. Hij wil in de toekomst mogelijk op zichzelf gaan wonen en oefent met de werktelefoon. Hij start ’s ochtends in het atrium hierachter. Daar is het lekker rustig en kan hij even zijn eigen gang gaan. “Maar dan kan ik nu Linda ook nog een beetje plagen”, lacht David, voordat hij verder gaat met een kieteldood bij Mario. Er is duidelijk ruimte voor grapjes, er heerst een heerlijk ontspannen sfeer. Van je collega’s moet je het hebben. Dat zit hier wel goed!