Portret Dik van Bruggen

Interview met Dik van Bruggen

Broertje

Tekst en fotografie: Eric Minten 

04-07-2019

1 februari 2019 was Dik van Bruggen vijfentwintig jaar in dienst. Een periode waarin hij als adjunct-directeur en bestuurder een bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van vraaggerichte zorg. Een manier van kijken, denken en werken die toen minder vanzelfsprekend was dan nu.

Het raam van de slaapkamer staat open. Bries voor bries vermengt het nog onbehagelijke voorjaar zich met de geur van nachtrust. Aan de muur, met en zonder lijst, foto’s van familie, vrienden en dierbare momenten. Dit is de kamer van John van Bruggen, broer van Dik van Bruggen. ‘Broertje’, zo noemde John Dik altijd. Waarschijnlijk als uiting van broederliefde. Een band waarbij een stomp op je schouder, net te hard, precies dát kan zeggen waar geen woorden voor zijn. Broer-tje dus. En dat terwijl hijzelf toch zeven jaar jonger is dan Dik.

Hun vader had John vaak een ‘ongelukkig kind’ genoemd. Een, tot een aantal decennia terug, veel gebruikte benaming die bedoeld was als een omzichtige verwijzing naar kinderen met een beperking. En hoewel John inderdaad een beperking had, Syndroom van Down, had Dik zijn broer nooit als ongelukkig gezien. Integendeel. John was altijd een vrolijke, actieve man geweest die betekenisvol was voor anderen. En vooral dit laatste is Dik zich, dankzij John, gaan realiseren: of je van betekenis kunt zijn voor anderen is niet afhankelijk van je intelligentie.

Een van de foto’s aan de muur toont een beeld van lang geleden. John in zwart-wit. Een tiener. Stuurs en breed lachend, werpt hij zijn bebrilde blik in de camera. Links en rechts een meid waarvan het kapsel toen aanzienlijk vlotter oogde dan nu. Ook zij lachen. Met een wijds gebaar heeft John de dames naar zich toegehaald. Zijn hierdoor opgetrokken schouders en vooruitgestoken borst onderstrepen zijn bravoure. Om zijn nek een boerenzakdoek, bijeengehouden met het kokertje van een Zwaluw lucifersdoosje. “Hé?! Wie doet je wat?” lijkt hij te zeggen. “Kijk”, zegt Dik terwijl hij gebaart naar een eveneens aan de muur bevestigde voetbalposter, “dit was z’n lust en zijn leven.” Boven de mannen in tenue, in ‘chocoladeletters’, de naam van het team: Hardinxveld 1. Links, voorste rij, zittend, John. Zijn afwijkende shirt onderscheidt hem van de spelers. “Assistent-begeleider,” vervolgt Dik, “dat was zijn functie.”

Vrijwilliger

Diks studie Bedrijfseconomie duurde acht jaar. Voor die tijd geen uitzonderlijk studietempo, temeer hij na zijn derde jaar fulltime aan de slag ging als docent in het middelbaar onderwijs. En hoewel zijn studie hem had klaargestoomd voor een carrière als docent of accountant, had het leven andere plannen met hem. “Eigenlijk had dat alles te maken met mijn privésituatie”, vertelt Dik. “Naast mijn werk was ik, vanwege mijn broer, betrokken bij gehandicaptensport. Ooit op zestien-, zeventienjarige leeftijd ben ik vrijwilliger geworden bij een zwemclub voor mensen met een beperking. Niet zozeer vanwege die mensen”, lacht hij, “maar meer omdat de leuke meiden uit mijn klas daar ook vrijwilliger waren.” Voor Dik waren de eerste maanden bij de club best confronterend. Hij leerde snel dat niet alle mensen met een beperking waren zoals zijn, destijds, tienjarige broertje. Hij kwam in aanraking met moeilijk gedrag en met mensen met zeer ernstige beperkingen. “In het begin schrok ik hiervan, pas na een tijd leerde ik de mensen waarderen en ben ik heel lang vrijwilliger gebleven.”

Ontluikende visie

Naast zijn vrijwilligersbaan was Dik tevens betrokken bij een oudervereniging voor mensen met een verstandelijke beperking. “Vanuit die contacten werd ik gevraagd als financieel beleidsmedewerker bij Fiad-Wdt, een voorloper van de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, red.). Ik had mijn studie afgerond en werkte bij Coopers & Lybrand. Ik had het daar erg naar mijn zin. Wanneer je die wereld verlaat, kom je er niet zomaar terug.” Dik sloeg het aanbod dan ook af, maar toen hij een half jaar later nogmaals gepolst werd, raakte hij alsnog in gesprek. Zijn enthousiasme groeide en uiteindelijk ging hij overstag.

"Staan voor waar je in gelooft heeft iets moois"

“Toen ik betrokken raakte bij de gehandicaptensport en de oudervereniging, had ik een naïeve blik op de zorg. Ik was nog erg jong en vond het gewoon leuk mij in te zetten voor mensen met een verstandelijke beperking. Ik dacht dat iedereen hetzelfde doel voor ogen had en wist nauwelijks iets van de verschillende belangen. Pas later kreeg ik meer inzicht in de belangen van mensen met een beperking ten opzichte van de organisaties die daar een rol in moesten spelen. Het was een andere tijd dan nu. Er bestonden nog veel intramurale instellingen die sterk aanbodgericht gereguleerd waren. En hoewel ik ten tijde van mijn overstap naar Fiad-Wdt de spanning tussen de verschillende belangen wel al een beetje voelde, had ik in het begin nog niet het idee dat dingen anders moesten.”

Hommeles

“Na enige tijd veranderde mijn idee over zorg. Geïnspireerd door mensen uit de oudervereniging, ontwikkelden zich uitgesproken ideeën over zorg voor mensen met een beperking. Cliënten hadden in die tijd, wanneer ze ergens anders wilden wonen, globaal twee keuzes: óf een christelijk, óf een neutraal gezinsvervangend tehuis. Wij als oudervereniging vonden dat dat anders moest en klopten aan bij de Provincie. Zij waren belast met het verdelen van zorggelden. Onze visie was in die zin revolutionair dat de vraag van de cliënt het uitgangspunt werd. Wat wil die mens op die wachtlijst nou eigenlijk zelf? En hoe richt je vervolgens de zorg hierop in? De door ons geformuleerde antwoorden vielen niet goed bij de zorginstellingen. De Provincie echter, was enthousiast en nam onze plannen over. Hierdoor kregen de ouderverenigingen een rol bij het verdelen van plaatsen en toekennen van middelen. De vraag van de cliënt kwam meer centraal te staan. Dit, gecombineerd met het feit dat wij als oudervereniging tegen de nieuwbouwplannen van de Merwebolder (intramurale zorginstelling in Sliedrecht, red.) waren, leverde spanning op binnen de regio. Samenwerking en overleg kwamen onder druk te staan. Er waren besprekingen, onder andere met Merwebolder, waar ik als beleidsmedewerker van Fiad Wdt, niet meer welkom was. Het liep hoog op. Uiteindelijk vroeg een aantal directeuren van zorginstellingen om mijn vertrek bij Fiad-Wdt. Dat was voor mij een heftige en emotionele periode. Tegelijk kijk ik er ook met veel plezier op terug. Staan voor waar je in gelooft, heeft iets moois en er gebeurden goede dingen. Zo groeiden christelijke en neutrale ouderverenigingen, die vaak tegenstrijdige belangen hadden, naar elkaar toe en voerden samen de strijd voor een betere organisatie van de zorg.”

Van Zuid naar Noord

Na zijn vertrek bij Fiad-Wdt was het voor Dik niet makkelijk een nieuwe baan te vinden. In de regio waar hij tot dusver gewerkt en gewoond had kwam hij, binnen de gehandicaptenzorg, niet aan de bak. Hij stak zijn licht op in Noord-Holland en raakte in gesprek met Esdégé. De visie van de organisatie kwam overeen met zijn eigen denkbeelden en ook Esdégé zag het wel zitten. Diks financiële achtergrond gecombineerd met zijn kennis van de gehandicaptenzorg, maakten hem de ideale kandidaat. En dus ging hij aan de slag als adjunct-directeur bij Esdégé waar ook Pierre Quaedvlieg werkte.

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit.
Pellentesque egestas eleifend elementum.

Een van de meest bepalende momenten uit de loopbaan van Dik, was een reis naar Amerika die hij samen met Pierre maakte. “We werden uitgenodigd om mee naar Amerika te gaan om daar de gehandicaptenzorg te bekijken. Er waren wat deelnemers verhinderd en dus mochten wij de vrijgekomen plaatsen opvullen. Zowel Pierre als ik waren er vrij sceptisch over. Amerika is niet echt het land waar kwetsbare mensen het meest beschermd worden. Toch zijn we gegaan en dat bleek een goede zet te zijn. We zagen daar dat men op heel veel terreinen al verder was dan wij. De reis hielp ons te geloven dat er meer mogelijk was dan wij dachten. We raakten geïnspireerd en kwamen terug met de gedachte dat we al de grote gezinsvervangende tehuizen moesten opheffen. Dat zorg een veel individueler, cliëntgerichter karakter moest krijgen. En ondanks dat we ons, in ons achterhoofd, afvroegen hoe realistisch dit was, zijn we het toch gaan doen. Heel geleidelijk. Deze reis heeft ons gestimuleerd om op een veel creatievere en consequentere manier invulling te geven aan onze visie. Mijn rol was daarbij niet zo zeer bedenken en vormgeven van inhoudelijke aspecten, dat deden anderen. Ik keek vooral naar de manier waarop we dingen financieel mogelijk konden maken.”

Esdégé-Reigersdaal

“Wanneer organisaties een fusie aangingen was het meestal zo dat de visie van de intramurale instellingen, die doorgaans groter waren, leidend werd. Bij de fusie tussen Reigersdaal en Esdégé is daar niet voor gekozen. Dat was best spannend. En hoewel het beleidsplan dat we vandaag de dag hanteren vijfentwintig jaar geleden geschreven is, is onze visie nog altijd in beweging. Het gaat daarbij om nieuwe accenten. Destijds was het formuleren van de rechten van een cliënt een geweldige ommezwaai. Het uitgaan van eigen regie was een trendbreuk. Deze gedachte vormt vandaag de dag nog steeds de basis van onze organisatie. Hij is van grote invloed op de manier waarop we denken en werken en de manier waarop onze organisatie is ingericht. Een accent dat tegenwoordig meer in de discussie betrokken wordt, is bijvoorbeeld het relationele aspect van de zorg. Dat speelde vroeger natuurlijk ook een rol, maar werd minder benoemd. Op deze manier blijft een visie in beweging zonder dat de basis verandert. Wij als organisatie proberen invulling te geven aan wat cliënten van ons vragen. Dit betekent niet dat we alleen maar vraaggericht werken. We hebben onze eigen professionaliteit en voeren nadrukkelijk het gesprek met cliënten. Het is niet ‘u vraagt, wij draaien’, want dan zouden we sterk tekortschieten. Maar afgezien van het verschil in accenten, is wat we willen en wie we zijn niet veranderd. Natuurlijk moeten we onszelf wel steeds opnieuw verhouden tot onze externe omgeving. Zo hebben we de laatste jaren meer te maken gekregen met gemeenten terwijl je vroeger, binnen de AWBZ, maar met één financier te maken had. Er ontstaan op verschillende terreinen nieuwe spelregels. Ook daar moeten we vaak wat mee. Toch blijft onze insteek dat we staan voor waar we altijd voor gestaan hebben, ook wanneer anderen ineens iets anders van ons verwachten. Dat is soms lastig en betekent dat we altijd kritisch moeten blijven nadenken.”

"Als mens heb je ruimte nodig om dingen
te ontdekken en uit te proberen"

Vertrouwen

Het besturen van een organisatie als Esdégé-Reigersdaal is boeiend. Iedere dag. Het werken met de mensen en de dingen die we bereikt hebben, geven mij veel voldoening. Natuurlijk gaan er ook dingen fout. Dat is in elke organisatie zo, ook in de onze. Wanneer dit gebeurt, is er doorgaans een reflex om in regels en protocollen te gaan denken. Die neiging voelen we vaak allemaal wel. Wijzelf, de toezichthouder en de maatschappij als geheel. Toch blijkt steeds weer dat het niet werkt. Zeker, soms heb je regels nodig, maar binnen onze organisatie kiezen we er liever voor om mensen ruimte te geven. Vertrouwen op hun vermogen dingen zelf op te lossen.

Dik houdt de hand van John vast tijdens het theedrinken
Dik en John drinken thee
Durven twijfelen

“Een van de dingen die mij is opgevallen, en dat komt ook door mijn ervaringen met John, is dat ik van veel dingen niet meer zo zeker ben als vijfentwintig jaar geleden. Dat klinkt misschien bijzonder, maar het lijkt erop dat hoe meer je leert en weet, hoe meer je over zaken gaat twijfelen. Je gaat meerdere kanten van dingen zien waardoor je herkent dat ze ook anders kunnen. Anderhalf jaar geleden is John verhuisd. Hij heeft dementie. Dit was dusdanig gevorderd dat hij niet meer in zijn eigen appartement kon blijven wonen. Bij het zoeken naar een oplossing bleek al snel dat de Merwebolder de enige mogelijkheid was. De Merwebolder… dat was voor mij een enorme drempel. Ik had er, door alles wat gebeurd was, veel negatieve gevoelens bij. Toch zijn we gaan kijken. Daar aangekomen voelden John en ook wij ons snel op ons gemak. Van de beelden van vijfentwintig jaar geleden herkende ik eigenlijk niets meer. De sfeer die er was zou niet misstaan binnen onze eigen organisatie. John woont daar fantastisch. Dit heeft mij geleerd dat ik niet te lang in oude beelden moet blijven hangen en open moet staan voor verandering.”

Een kop koffie

De verhuizing van John naar de Merwebolder bracht onverwachte ontmoetingen met zich mee. De zus van een van Johns medebewoners bleek een van de spelers uit het conflict van vijfentwintig jaar geleden te zijn. Ook een van de huidige bestuurders van de Merwebolder was destijds bij de gebeurtenissen betrokken. “We hadden elkaar nog wel eens gezien, maar tot contact is het nooit gekomen. Nu zijn we een kop koffie gaan drinken en hebben gesproken over wat er toen gebeurde en hoe je daar nu tegenaan kijkt. Ook dit is een moment dat je leert niet te moeten blijven steken in je oude beelden. Samen kwamen we erachter dat hoewel de verschillen toen groot waren er nu veel is dat ons verbindt.”

De Merwebolder dus. Toen een voormalig symbool van traditionele, aanbod gereguleerde zorg. Nu de plek waar je broer zich thuis voelt en z’n foto’s en voetbalposters aan de muur heeft gehangen. Dik komt er elk weekend. Samen drinken ze thee waarbij John soms een beetje wegdoezelt.
“John is bepalend geweest in mijn leven. Niet op een dramatische manier. Voor mij was het juist een verrijking. Veel van de dingen die voor mij belangrijk zijn, zijn mij overkomen doordat ik een broer heb als John. De kans dat ik deze baan had gehad, was anders vrij klein geweest.

Dik duwt de rolstoel van John tijdens het wandelen
Dik en John wandelen

Mijn studie was gericht op een baan als accountant. Zonder mijn broer was dat waarschijnlijk ook gebeurd. Ook mijn partner heb ik ontmoet dankzij hem. Zij was zijn lerares. Verder heeft mijn leven met John een belangrijke rol gespeeld in het denken over zorg van mensen met een handicap. Het is voor mij zo vanzelfsprekend dat we uitgaan van de cliënt, ik kan mij bijna niet voorstellen dat je dit anders zou willen doen. En als ik dan zie hoe onze organisatie het doet, hoe we cliënten kunnen bieden wat zij nodig hebben, en het plezier waarmee veel mensen bij ons werken, dan ben ik trots.”

Na de thee wurmt Dik John in zijn jas. Ze gaan wandelen. Dik en John, John en Dik. Broertje. En terwijl Dik de rolstoel duwt, praat hij tegen zijn broer die soms reageert met een blik, of een scheef lachje. Dan glinsteren zijn ogen even alsof hij wil zeggen: “Hé?! Wie doet je wat?”

Dik op de Klompenhoeve

Werkbezoeken vormen een vast onderdeel van de taken van de Raad van Bestuur. Dit keer staat zorgboerderij de Klompenhoeve op het programma.

Na het spreken over de begroting, de nieuwe plannen en dito zuivelafdeling, is het tijd voor kaplaarzen. De gekozen maat is, zo op het oog, wat aan de ruime kant. Misschien wel daarom laat Dik het schatten van de overallmaat aan Marjolijn over. Marjolein Floris leidt Dik rond in het paardenverblijf. En het blijft niet bij kijken. De handen mogen uit de mouwen.

Nadat Dik zich in een overall heeft geworsteld, krijgt hij een schaar in zijn handen geduwd. De manen van een pony moeten geknipt worden. Niet lullen, maar poetsen dus. “Je moet wel zeggen of ik het goed doe”, zegt Dik tegen Ron, een van de medewerkers. Hij voelt zich niet helemaal op z’n gemak met de aan hem gedelegeerde taak. Voorzichtig knipt hij wat haren weg. “Gaat goed”, zegt Ron die ook knipt. Voor hem is het appeltje-eitje. Nog even borstelen en de pony staat er weer keurig bij. Ron geeft het dier een snoepje. Eerst uit z’n hand en een tweede geeft hij met zijn mond. Dat kan hij.

Marjolijn en Dik kijken nog even bij de rijbak achter de stallen. Hier komt een dak op zodat cliënten ook kunnen rijden als het regent. Een belangrijke verbetering.

Tenslotte is het tijd voor thee en limonade. Lekker buiten in het zonnetje. De stoelen staan in een kringetje en er wordt gekletst.
Gezellig.

Delen? Graag!

Lees ook deze verhalen...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
Lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
Lees meer...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
lees meer...
Stappenplan koffiedrinken

Bij mensen met een beschadigd brein, bijvoorbeeld bij dementie, kunnen onnodige prikkels en onrust leiden tot een gebrek aan concentratie of beangstigende situaties. De begeleiding van cliënten met een beschadigd brein is er dan ook vaak op gericht om afleidende en storende prikkels te vermijden. Het herkenbaar maken van activiteiten speelt daarbij een rol. Hieronder een stappenplan voor koffiedrinken. Door consequent het plan te volgen wordt de activiteit ‘koffie drinken’ herkenbaar en voorspelbaar. 

Stappenplan koffiedrinken

1. Koffie/thee kar klaarzetten met alles erop, dit voorkomt veel heen en weer geloop van de begeleider. Heen en weer lopen geeft onnodige prikkels en onrust bij de cliënt.

2. Deuren sluiten en een “Niet storen” bordje op de deur hangen, dit voorkomt dat mensen in en uitlopen.

3. Alles van de kar op tafel zetten, als dan de cliënten aan tafel komen staat alles al klaar. Dus minder prikkels. Begeleiders kunnen zich totaal richten op de cliënt en op het koffie drinken.

4. Cliënten naar vaste plaats aan de tafel begeleiden (eerst afstemmen, contact maken en dan verleiden!), kijk eerst in de ogen van de cliënt : ziet hij/zij je en waar kijkt hij/zij naar en hoe staan de ogen. Maak contact dmv toelachen, aanraken en vervolgens verleiden.

5. Muziek uitzetten (als cliënten niets zeggen, dan zachte muziek), pas uitzetten als iedereen aan tafel zit, omdat de hersenen dan wel bezig gehouden worden met het geluid (geen prikkel leidt tot angst en onrust).

6. Begeleiders gaan aan tafel zitten en blijven zitten. Ze drinken zelf mee (maar houden geen pauze!!). Begeleiders zijn gericht op de cliënten, ze praten niet teveel met elkaar, door zelf mee te drinken stimuleert dat cliënten om zelf ook mee te drinken.

7. Er is een duidelijk begin en duidelijk eind.

8. Na afloop ruimt 1 begeleider de tafel af (eventueel met hulp van een cliënt), een ander begeleidt cliënten naar een andere plaats in de ruimte. Zo worden cliënten geholpen om zich in te stellen op een nieuwe activiteit/nieuwe plaats in de ruimte.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Bij haptonomisch verplaatsen staat zelfredzaamheid altijd centraal. Vooral omdat het meer respectvol is voor de cliënt en de zorgverlener. Want te veel doen voor een cliënt in de zorg ontneemt hem zijn mogelijkheden en zijn eigenwaarde. Te veel doen voor cliënten is daarbij onnodig zwaar voor de begeleiders en plaatst hen in een rol waarin geen samenwerking kan ontstaan met de cliënt. Met haptonomisch verplaatsen is de zelfredzaamheid voelbaar, zichtbaar en overdraagbaar. Het biedt praktische vaardigheden om te leren hoe de zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk behouden kan blijven.

Gentle Teaching

Gentle Teaching (McGee, 1992) is een methodiek die veel voorkomt bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek is gebaseerd op de Psychologie van wederzijdse afhankelijkheid. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder mens de behoefte heeft zich verbonden te voelen met anderen in wederkerige en gelijkwaardige relaties. Bij Gentle Teaching is een veilige en liefdevolle relatie de basis voor de ontwikkeling van de cliënt.

De begrippen die bij Gentle Teaching centraal staan zijn:

  • We respecteren elkaar
  • We accepteren elkaar
  • We proberen elkaar te begrijpen
  • We waarderen elkaar
  • We geven elkaar zelfvertrouwen
  • We proberen elkaar vooruit te helpen
Totale Communicatie

Totale Communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale Communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak/taal moeilijkheden en bij mensen met afasie of dementie

Visie Esdégé-Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal is een visie gestuurde organisatie.

Onze visie:
Alle mensen zijn gelijkwaardig, elk mens is uniek.

Daarom heeft iedereen recht op:

  • respect
  • ontplooiing
  • een volwaardige plaats in de samenleving
  • relaties met andere mensen
  • eigen keuze


Dit betekent dat wij:

  • het individu respecteren
  • inspelen op de mogelijkheden van het individu
  • ondersteuning bieden bij het maken van keuzes
  • uitgaan van het gewone en speciale voorzieningen treffen waar nodig
  • ondersteuning bieden bij het aangaan en behouden van relaties
  • gericht zijn op een volwaardige plaats voor het individu in de samenleving


Volwaardig burgerschap van mensen met een beperking vinden wij belangrijk. Daarom werken we mee aan normalisatie en integratie. Mensen krijgen bij ons de ruimte om passende ondersteuning te organiseren. Zoveel mogelijk beslissingen worden genomen in de omgeving van de cliënt, waar immers de ondersteuningsvragen worden geformuleerd. Van medewerkers verwachten we dat ze cliënten vanuit deze visie respectvol ondersteunen.

Voorwaarden abonnement Bladeren

Begrippen

  • Bladeren
    Het tijdschrift met die titel, dat 4 maal per jaar wordt gemaakt en uitgegeven door Stichting Esdégé-Reigersdaal.
  • Abonnement
    Het abonnement is een éénmalige betaling die recht geeft op toezending van 4 opeenvolgende kwartaaluitgaven van Bladeren en heeft daardoor een looptijd van ongeveer één jaar.  

Bepalingen

  • Abonnees kunnen via e-mailadres bladeren@esdege-reigersdaal.nl contact opnemen met de redactie en administratie van Bladeren. 
  • Abonnees kunnen een adreswijziging doorgeven en klachten melden bij het niet ontvangen van Bladeren. 
  • Abonnees zijn verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een adreswijziging.
  • Indien gewenst kan de verdere toezending van Bladeren worden stopgezet.
  • Er vindt geen terugbetaling plaats voor niet ontvangen nummers bij onjuiste adressering of bij het stopzetten van de toezending.

Privacy
De verkregen adresgegevens worden uitsluitend gebruikt voor het toezenden van Bladeren en ze worden niet beschikbaar gesteld aan derden. Het privacy reglement van Esdégé-Reigersdaal is van toepassing.
Video-interactie training

Door middel van korte video-opnames waarbij de interactie tussen cliënt en (cliënt) begeleider centraal staat proberen we te leren van de situatie, het eigen gedrag en gedrag van cliënt beter te begrijpen om vervolgens de volgende keer daar weer beter mee om te gaan. De video-interactie training richt zich op ‘klein kijken’, waarbij signalen van de cliënt nauwkeurig kunnen worden geobserveerd en geïnterpreteerd. De video-interactie training is gebaseerd op de methode van Heijkoop.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Er wordt binnen Esdégé-Reigersdaal gewerkt met ondersteuningsplannen. In overleg met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger wordt in het ondersteuningsplan een beeld van de cliënt geschetst en van wat hij/zij nodig heeft om prettig te kunnen functioneren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd en waar nodig wordt het plan bijgesteld.

Browsericoon Esédége-Reigersdaal

Browser niet geschikt

De Internet Explorer browser is sterk verouderd en niet in staat om moderne websites als deze correct weer te geven.

   Sommige onderdelen van deze website zullen in Internet Explorer daarom niet goed functioneren.

Voor de beste ervaring gebruik een moderne browser zoals Google Chrome.

Werken met een vertrouwensrelatie

Een cliënt heeft vertrouwen in jou nodig voordat hij een band met je aangaat. Pas als er een wederzijdse band is, kun je hem of haar stimuleren zich open te stellen om op onderzoek uit te gaan, nieuwe ervaringen op te doen, relaties aan te gaan en zich op alle gebieden te ontwikkelen: lichamelijk, cognitief en sociaal-affectief. Een vertrouwensband is dus een belangrijk aspect van de relatie.

Active Support

Active Support is een ondersteuningsmethodiek speciaal ontwikkeld om cliënten actief te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken zodat ze meer regie over hun leven krijgen. De methode gaat uit van een aantal algemene principes die van belang zijn voor een zo gewoon mogelijk leven:

  • deelnemen aan de samenleving
  • een netwerk van relaties hebben, waaronder familie en vrienden
  • deze relaties moeten van langere door zijn (continuïteit)
  • de kans krijgen om ervaringen op te doen en te leren
  • keuzemogelijkheden hebben en controle over het eigen bestaan
  • een zekere status krijgen en gerespecteerd worden
  • behandeld worden als een individu
Van de boer

Wij boeren op een ouderwetse, kleinschalige manier op het voormalig eiland Wieringen. De boerderij ligt aan de rand van een vogelgebied en staat op een erf van ongeveer 40 are. De boerderij ligt 200 meter van de weg af en de dichtstbijzijnde buur woont 500 meter verderop.

​Een groot deel van het land ligt direct bij de boerderij. De rest ligt verdeeld in 7 kleine stukjes over het mooie Wieringen. Deze stukken worden voornamelijk gebruikt voor hooi. Het hooi (gedroogd gras) maaien we in het voorjaar en de zomer en daarna staan onze schapen en jongvee op deze landjes. We gaan hier dan iedere dag heen om te kijken of het met het vee goed gaat en om water te brengen.

De nadruk van het bedrijf ligt op de fok van koeien. We hebben ieder jaar ongeveer 35 koeien, volwassen en jongvee. Onze koeien zijn Lakenvelders. De Lakenvelder is een zeldzaam, ouderwets vleesras. In heel Nederland lopen ongeveer nog 2000 van deze koeien. We zijn lid van het stamboek en we doen mee aan het fokprogramma. We houden onze koeien op een natuurlijke manier, de koeien worden zomers door de stier gedekt. De kalfjes worden meestal in het weiland geboren. Ze blijven bij de moeder totdat het weer slechter wordt en ze op stal gaan. Dan pas worden de kalfjes bij de moeders weggehaald. Overtallige dieren, meestal stierkalveren, brengen we op een natuurlijke manier groot. Deze dieren gaan naar een ambachtelijke slager in een dorp verderop.

Het vlees dat wij leveren wordt ‘vlees met een goed verhaal’ genoemd. Dit is eigenlijk een win-win situatie; de mensen kunnen genieten van het mooie landschap met de koeien en kalveren en ze kunnen een lekker stukje van datzelfde vlees halen bij de slager in de buurt. Ze weten dan dat het goed en verantwoord is gegroeid en behandeld.
Wij zijn dan ook nauw betrokken bij de natuur. We hebben veel land met een uitgestelde maaidatum waar de vogels rustig kunnen broeden. De boer is zelf ook vrijwilliger om dit allemaal in kaart te brengen en de vogels in de gaten te houden.

We zijn sinds kort ook bezig om met varkens te gaan fokken. Ook dit is een apart ras, het Pietrain varken. Het Pietrain varken is een goed varken om kleinschalig te houden en zo op een natuurlijke manier een goed stukje vlees te produceren.

Vanaf 2016 hebben een mooie grote groentetuin en in de zomer van 2017 hebben we zelf een kippenhok gebouwd waar nu 40 kippen (voornamelijk Leghorn) in rondscharrelen.

Methode Heijkoop

De methode Heijkoop helpt een cliënt beter te begrijpen waardoor er passende ondersteuning geboden kan worden. Middels vijf verschillende instrumenten wordt onderzocht hoe een cliënt functioneert. In dit onderzoek zijn verwanten en teamleden intensief betrokken. Op basis van observaties en analyse wordt gezocht naar andere mogelijkheden om met een cliënt om te gaan.

De methode maakt gebruik van vijf instrumenten:
1. Ontdekkend kijken
2. Functioneringsprofiel
3. Constructieve hantering probleemgedrag
4. Relatiedynamiek
5. Videotraining

Ontdekkend kijken
Ontdekkend kijken is een vorm van videoanalyse. Het is het basisinstrument van de Methode Heijkoop. Het instrument helpt begeleiders betekenisvol en onbevooroordeeld naar de cliënt te kijken en maakt hen bewust van de unieke lichaamstaal van de cliënt. Er ontstaat inzicht in de persoonlijke beleving en emoties, de manier van oriënteren, contact maken, communiceren, initiatieven nemen en de manier waarop de client oplossingen bedenkt.

Constructieve hantering probleemgedrag
Dit instrument helpt de begeleider om op moeilijke momenten, al dan niet met probleemgedrag, actief samen te werken met de cliënt. Het helpt de begeleider onderscheid te maken tussen de betekenis van het probleemgedrag voor de cliënt en de emotionele reacties van de begeleider op het probleemgedrag. Als de begeleider inziet wat het probleemgedrag betekent voor de cliënt, kan hij hem/haar helpen daar een andere oplossing voor te vinden.

Functioneringsprofiel
Dankzij het functioneringsprofiel wordt de begeleider zich bewust van de verwachtingen die de cliënt onbewust bij hem oproept. Het geeft de begeleider inzicht op grond waarvan hij de cliënt over- of onderschat. Doordat hij meer inzicht krijgt, kan hij zijn reacties beter afstemmen op wat de cliënt op een bepaald moment aankan. Daarmee voorkomt de begeleider veel stress bij de cliënt en zichzelf.

Relatiedynamiek
Het instrument relatiedynamiek brengt de dynamiek terug in een vastgelopen relatie tussen begeleider en cliënt. Het maakt de begeleider bewust van hoe hij zich opstelt ten opzichte van de cliënt, en van het beroep dat hij daarmee doet op de cliënt. Het omgekeerde geldt ook: hij krijgt meer oog voor het beroep dat de cliënt op hém doet.

Videotraining
Het instrument videotraining helpt de begeleider bij het ontwikkelen en zich eigen maken van relationele kwaliteiten. De begeleider leert zichzelf feedback geven op de relationele kwaliteit die hij zelf heeft uitgekozen. Die gaat hij/zij oefenen in de praktijk, mèt de cliënt. Van die begeleidingssituatie worden video-opnames gemaakt, die na afloop besproken worden.

Bron: Heijkoop-academy

Beleven in muziek (BIM)

BiM, Beleven in Muziek, stimuleert het ervaren van het lichaam door de muziek te laten voelen. Doelgericht in te zetten voor o.a. contact, communicatie, alertheid, ontspanning, plezier. BiM draagt ook bij aan de muzikale ontwikkeling.

Op speciaal ontwikkelde muziek wordt de deelnemer door de BiM gever aangeraakt met speciale objecten zoals ballen, zacht handschoenen of veren. Ieder muziekstuk heeft zijn eigen bewegingen en objecten. Ook wordt soms gewerkt met etherische oliën.

Financieringsmogelijkheden

De jobcoaches hebben ruime kennis op het gebied van wet- en regelgeving en de financiering van trajecten. Zij kunnen je alles vertellen of je in aanmerking komt voor ondersteuning van een jobcoach.

Wet Langdurige Zorg (WLZ), aanvraag bij CIZ
De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die intensieve begeleiding en nabijheid nodig hebben. Een indicatie voor dagbesteding wordt afgegeven door het Centrum indicatie Zorg (CIZ).

Sociaal Activering traject, aanvraag UWV
Sociale activering is bedoeld als een voorbereidingsperiode op een betaalde baan met behoud van uitkering. De duur van het traject is maximaal 1 jaar. Dit traject wordt onder andere ingezet om te participeren in de maatschappij, zelfvertrouwen op te bouwen en werkervaring op te doen. Tevens wordt er aandacht besteed aan sollicitatievaardigheden en kan onderzocht worden welke beroepen passend zijn.

Individueel Re-integratie traject (IRO), aanvraag UWV
Het doel van het IRO traject is het verkrijgen van een passende betaalde baan. De jobcoach zal jou begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een geschikte baan.

Persoonlijke Ondersteuning (PO), aanvraag UWV
Indien je een betaalde baan hebt en je hebt hierbij extra ondersteuning nodig dan kun je aanspraak maken op een traject Persoonlijke Ondersteuning/ Jobcoaching. Denk hierbij aan onder andere het trainen van werknemersvaardigheden. Voor meer informatie over dit traject en de eventuele aanvraag kan je terecht bij een jobcoach.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), aanvraag gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO. Deze wet omvat activiteiten die het je mogelijk maken om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Voor meer informatie verwijzen wij je naar de website van de gemeente.

Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen.
Op de website van het CAK kunt u een indicatie krijgen van de hoogte van de eigen bijdrage.

Omgevingszorg

Een omgeving, die goed is afgestemd op mensen bij wie sprake is van dementie of een hersenbeschadiging heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van die mensen. Aandacht voor die omgeving noemen we omgevingszorg.

Omgevingszorg beschouwd de invloed van de omgeving op mensen met een beschadigd brein, waaronder dementie. Mensen met dementie worden in toenemende mate afhankelijk van prikkels uit de omgeving. De prikkelverwerking in het brein is verstoord. Hierdoor iemand met dementie zijn/haar gedrag niet meer uit zichzelf sturen. Gedrag wordt meer en meer bepaald door de omgeving.

Een ongunstige omgeving speelt dan ook een belangrijke rol bij het ontstaan van onbegrepen (probleem)gedrag. Mensen met een beschadigd brein reageren vaak impulsief, reflexmatig en intuïtief op omgevingsprikkels. Bij omgeving kan worden gedacht aan: de fysieke omgeving, werk- en leefprocessen (waaronder de bejegening) en de dag- en tijdsbesteding.

Een omgeving, die is vormgegeven vanuit de ideeën van omgevingszorg, is een omgeving, die

  1. Overzichtelijk, duidelijk en herkenbaar is;
  2. Daardoor begrepen wordt;
  3. Doelgericht gedrag uitlokt;
  4. Zorgt voor de juiste prikkel op het juiste moment;

Door de omgeving en het gedrag methodisch te observeren ontstaat inzicht in ontregelende situaties en storende prikkelbronnen. Dit geeft praktische handvatten voor optimale omgevingszorg: het toepassen van verbeteringen in de leefomgeving van mensen met een beschadigd brein. Het resultaat is een zichtbaar positieve uitwerking op het gevoel van welbevinden en veiligheid. De stress vermindert en niet begrepen (probleem) gedrag neemt af.

Meer info:
breincollectief.nl

LACCS

Het LACCS-programma richt zich op de kwaliteit van leven van cliënten met EVMB. Binnen het programma wordt er aan de hand van vijf gebieden gekeken hoe goed het leven van de cliënt is. De vijf gebieden sluiten aan bij algemene menselijke behoeften. De gebieden zijn:

  • Lichamelijk welzijn
  • Alertheid
  • Contact
  • Communicatie
  • Stimulerende tijdsbesteding

Door bewust te kijken naar deze vijf gebieden en hoe ze voor een cliënt verbeterd kunnen worden, werken alle betrokken samen aan een goed leven voor de cliënt. Per gebied zijn er een aantal waarden geformuleerd die helpen om concreet te kijken naar de kwaliteit van het leven van de cliënt. De vijf LACCS-gebieden zijn allen even belangrijk.

Het LACCS-programma kenmerkt zich door een zeer cliëntgerichte ondersteuning. De vijf gebieden hebben een directe relatie met het dagelijks leven van de cliënt. Het zien van ontwikkelmogelijkheden, hoe klein dan ook, speelt binnen het LACCS-programma een belangrijke rol.

Meer info:

Naar de inhoud springen