Na negen jaar intercedente te zijn geweest dacht Kirsten Wolf: commercie, niks voor mij. Het leek nooit genoeg in haar werk. Dus zat ze even thuis, ‘af te zijn’. Daar besefte ze dat ze het werk op zich wel leuk vond, maar meer iets dienstverlenends wilde gaan doen.
“Ik wilde weer aan de slag en belde mijn oud-collega’s bij Randstad. Secretaresse leek me namelijk ook wel wat, al wist ik toen al wel dat ik dat niet altijd wilde blijven doen. Het was gezien mijn hbo-opleiding een stap terug, maar gezien de fase waarin ik zat, een gezin met drie jonge kinderen, vond ik het op dat moment wel even voldoende. Randstad vond een tijdelijke vacature voor me bij Esdégé-Reigersdaal en zo kwam ik terecht op het directiesecretariaat.”
Wat doe jij hier?
“Na dat tijdelijke contract kreeg ik de optie om te blijven. Die heb ik met beide handen aangepakt, al heb ik wel aangegeven dat het secretariaat niet mijn eindstation zou zijn. Na een aantal jaren werd ik onrustig en heb ik tijdens een POP-gesprek aangekaart dat ik wel weer verder wilde. Mede doordat iemand me triggerde en zei: ‘Wat doe jij hier eigenlijk nog’? Uiteindelijk heb ik acht jaar bij het secretariaat gewerkt.”
Simpel
“Binnen Esdégé-Reigersdaal werken vond ik wel heel prettig, maar ik kon me geen functie voorstellen die ik zou kunnen vervullen. De zorgkant wilde ik niet op.” Kirsten voerde gesprekken met haar leidinggevende en maakte van daaruit afspraken met verschillende mensen, waaronder een aantal clustermanagers. “Eerst kwam ik in de ambulante tak terecht, maar daar was ervaring wel een dingetje. Toen ik vervolgens bij het CBW en ’t WAD terechtkwam (Begeleid Werken, red.) stelde ik mezelf en hen de vraag: wat moet ik doen om hier te komen? Zij zeiden allebei heel simpel: we vinden je geschikt en hebben iemand nodig. De clustermanagers hebben risico durven nemen en me de kans gegeven. Daar ben ik ze dan ook heel dankbaar voor! De eerste maanden heb ik voor beide clusters gewerkt, maar al vrij snel gingen alle uren naar Den Helder. Het is echt mijn ding.” En je had moeten zien hoe ze straalde toen ze dat zei! “Ik mag hier uitvinden, uitzoeken en ondernemen.”
Afwezig. Wat nu…
“In het begin ging ik mee met mijn collega Joep Gelens. Ik leunde achterover en hij deed het woord. Aftasten, luisteren en er achter komen dat je onderbuikgevoel heel belangrijk is. Tot hij een keer onverwachts niet aanwezig kon zijn. Whaaaaaa! Het diepe in. Nou, dat ging dus prima. Sindsdien ga ik alleen op pad en breidt mijn cliëntenaantal zich steeds verder uit. Het werk sowieso trouwens. Nog even en er moet nog iemand bij.
Waar ik nu nog tegenaan loop is het papierwerk: ondersteuningsplannen, werkplan, aanvragen van ondersteuning bij andere instanties. Daar hoorde ik natuurlijk weleens over vanuit het secretariaat, maar nu zit ik er zelf in. Wat een tijd kost dat. Die tijd wil je heel ergens anders aan besteden!”
Te hard
“Hier heb ik echt mijn plek gevonden. Ik leer er onwijs veel en dat geeft energie. Ik heb de neiging steeds harder m’n best te doen voor iemand. Te hard soms. Ik zie nu dat mensen juist ook zelf iets moeten doen om ergens te kunnen komen. Soms is ‘er zijn’ gewoon genoeg.”