Leren en werken op het Centraal Bureau

De CREW

Tekst: Eric Minten – Fotografie: Eric Minten

17-12-2021

De Palatijn, daar is het begonnen. Een verzorgingshuis voor ouderen met dementie in Alkmaar. Cluster Zilvermeeuw 3 startte daar een leer-werkproject. De deelnemers aan het project, ongeveer drie à vier per dag, ondersteunden het zorgpersoneel met allerlei werkzaamheden. Het was een mooie eerste stap. Zo mooi zelfs dat er al snel behoefte was aan meer leer-werkplekken. Meer mensen wilden op deze manier aan de slag. Er werd uitbreiding gezocht en gevonden. En zo gebeurde het; leer-werkproject de Palatijn werd de Crew op het Centraal Bureau. Ogenschijnlijk uit het niets en nu al niet meer weg te denken.

Het was januari 2020. Leuk om te beginnen in zo’n nieuw ingericht Centraal Bureau. Daar krijg je zin van, toch? Het was van korte duur. Blijkbaar had men ergens een grote hoeveelheid roet over. Die werd zo, hatsjikidee(!), in het eten gekieperd. Corona heette dat. Dagbestedingslocaties gingen dicht, thuiswerken werd de norm en de kantoren in Nederland raakten uitgestorven. Zo ook het Centraal Bureau. En hoewel de tunnel behoorlijk lang was, scheen er toch licht aan het einde.

Opstarten

Rianne is een van de begeleiders binnen het leer-werkproject op het Centraal Bureau. Samen met haar collega’s Tina en Edith begeleidt zij de deelnemers. Rianne: “Nu corona hopelijk grotendeels achter ons ligt, zijn we weer aan het opstarten. Dat gaat meteen heel goed. Er zijn direct nieuwe werkzaamheden. Zo zijn we bijvoorbeeld begonnen met het bakken van verschillende soorten koekjes. Deze worden verkocht in het werkcafé en zijn zó geliefd dat we er meteen een flinke klus bij hebben. Daarnaast helpen de deelnemers nu twee ochtenden in de keuken. Dat is begonnen als een workshop tijdens de coronaperiode. Daar is een mooie samenwerking uit ontstaan.” Het doel van de begeleiding is om deelnemers zo zelfstandig mogelijk te laten werken. De vaardigheden van de deelnemer zijn hierbij het vertrekpunt. Doen waar je goed in bent, daar begint het mee. Vervolgens kijkt men naar ontwikkelmogelijkheden. Daarbij gaat het niet alleen om de praktische vaardigheden die je nodig hebt om een klus te klaren, maar ook om sociale vaardigheden. Denk hierbij aan contact leggen, samenwerken, of het omgaan met feedback. Hoe ontvang en geef je het? Het voorbeeldgedrag van de begeleiders is hierbij belangrijk. Verder worden er gesprekken gevoerd en tips gegeven. Bijvoorbeeld wanneer deelnemers ergens tegenaan lopen en er zelf niet uitkomen.

Ondertussen in de spoelkeuken

De roestvrijstalen afwasmachine laat stoom ontsnappen. Langs het plafond drijven de grote wit-vochtige wolken, tevergeefs op zoek naar een plek om te ontsnappen. Het is warm in de spoelkeuken. Sascha en Larissa zijn bezig met de afwas van het werkcafé. Het is net lunchtijd geweest, dus wemelt het van de borden, bestek en soepkommen. De gang zit er goed in. “De taakverdeling regelen we zelf,” vertelt Sascha, “die kan iedere keer anders zijn. Het gaat eigenlijk een beetje vanzelf en je wisselt elkaar af.” Terwijl ze vertelt, sorteert ze het bestek in de bestekbak en vult lage vierkante bakken met servies. Via een rolbank komen ze bij Larissa terecht. Met een soort douchekop spuit ze het servies een beetje schoon. “Zodat het ergste eraf is”, zeg ze. Vervolgens worden de bakken opgeslokt door de afwasmachine. Meteen klinkt er binnenin het gespuit van spuitende spuiten. Nog meer stoom walmt de keuken in, waarna de vaat er aan de andere kant weer uitkomt. Dampend schoon.

Uitstroom

Een mogelijke uitkomst van de ontwikkeling van een deelnemer is de uitstroom naar een andere werkplek. Bijvoorbeeld werken naar loonwaarde, al dan niet via jobcoaching. Toch is deze uitstroom niet altijd een doel op zich. Voor sommige deelnemers is het geen passende oplossing. Zij kunnen actief blijven binnen de werkprojecten, waarbij er steeds gekeken wordt of het werk nog voldoende uitdaging biedt.

"Er wordt vaak positief gereageerd op de deelnemers. Mensen zijn blij dat ze er zijn"

Waardering

De leden van de Crew kunnen rekenen op veel waardering. Rianne: “Er wordt vaak positief gereageerd op de deelnemers. Mensen zijn blij dat ze er zijn. De dingen die we regelen, doen we vóór andere mensen binnen het gebouw. We brengen koffie en thee rond bij vergaderingen, of zorgen ervoor dat de afwas gedaan wordt. Waardering komt soms ook uit onverwachte hoek. Zo kregen we een compliment van de leverancier van de koffiemachines. Ze maakten het maar zelden mee dat de machines zo goed schoongehouden werden als door ons.”

Andere projecten

Een van de vele andere projecten is leer-werkproject Nieuwpoort, een verzorgingshuis in Alkmaar. Rianne: “De werkzaamheden bij Nieuwpoort zijn natuurlijk anders dan op het Centraal Bureau. Tegelijk lijken de projecten ook op elkaar. Op beide plekken worden deelnemers in staat gesteld om vaardigheden te ontwikkelen. Daarnaast voelen we ons thuis op beide locaties. Ook bij Nieuwpoort zijn we een onderdeel van de locatie geworden. We hebben ons een eigen plek verworven en voelen ons gewaardeerd en welkom. Dat is voor de deelnemers natuurlijk erg belangrijk en maakt het werk leuk.”

Grenzen aangeven

Rianne: “Nu het drukker wordt op het Centraal Bureau nemen ook het aantal werkzaamheden toe. Je merkt dat er meer aan je gevraagd wordt. Er zijn bijvoorbeeld weer meer vergaderingen en de afwas wordt groter. Op zo’n moment moet je bekijken wat je doet. Ga je de grens van wat we aankunnen opzoeken, of ga je je grenzen juist eerder aangeven? Op dit moment merken we dat we er wel een persoon per dag bij kunnen hebben. Extra handen. Daarnaast ben je natuurlijk altijd op zoek naar passende taken. Het mooie is dat we op het Centraal Bureau steeds beter gevonden worden door de mensen in het pand. Zij stellen allerlei vragen. We moeten daarbij wel steeds afwegen of de vraag past bij de Crew en of er deelnemers zijn die de juiste vaardigheden hebben. Voor ons is het belangrijk dat we werk kunnen plannen. Wanneer moet iets bijvoorbeeld klaar zijn? Hoeveel deelnemers hebben we beschikbaar? Dat zijn allemaal zaken waar we naar kijken.”

"Ik wilde wat meer afwisseling"

Chris werkte voor corona al kort op het Centraal Bureau. Enfin, achttien maanden later is hij weer terug. Het bevalt hem prima. Het thuiszitten tijdens corona was voor Chris geen probleem. “Ik heb veel gewandeld,” vertelt hij, “dat vind ik leuk. Ik woon in Bergen en daar kun je mooi wandelen.” Meestal staat Chris in de afruimhoek, zoals hij dat noemt. Daarnaast vult hij de theezakjes op de afdelingen bij en haalt hij kopjes op bij de keukentjes. Hij vindt het leuk werk om te doen. “Ik werk ook bij TeCeA. Ik doe daar vooral inpakwerk. Dat vind ik ook leuk om te doen.” Chris is bij het Centraal Bureau gaan werken omdat hij wat meer afwisseling wilde. Hij werkt graag samen met zijn collega’s. “Tijdens het werk kletsen we”, vertelt hij. Dat hij naast zijn collega’s ook veel andere mensen ziet, spreekt Chris aan. “Ik vind het werk leuk omdat ik dan ook andere mensen zie. Ik maak soms een praatje met de mensen die hier werken. We praten over het werk en of ze nog veel thuis hebben gezeten.”

"Ik vind het fijn om te werken. Dan heb je tenminste wat aan je dag"

Sascha werkt bij de Crew vanaf de start begin 2020. “Ik werk nu bijna twee jaar bij de Crew”, vertelt Sascha. “Dat doe ik vierenhalve dag per week. Via mijn school, praktijkschool De Focus, ben ik bij Esdégé-Reigersdaal terecht gekomen. Je kon daar kiezen voor verschillende vakken: hout, metaal, zorg, handel en groen. Ik heb gekozen voor handel. Ik heb stages gelopen in supermarkten en winkels. Wat ik hier doe lijkt meer op horeca, maar ik vind het wel goed om eens wat nieuws uit te proberen.” Sascha heeft het naar haar zin op het Centraal Bureau. Ze vindt het leuk om onder de mensen te zijn. “In een supermarkt werk je vaak alleen, dan ben je bijvoorbeeld in je eentje bezig met vakken vullen. Dat is hier anders. Ik werk hier vaak met anderen samen. Het bakken van gevulde koeken en appeltaartjes doe je bijvoorbeeld samen.” Sascha voelt zich gewaardeerd en vindt het prettig om te werken. “Ik vind het fijn om te werken. Dan heb je tenminste wat aan je dag en het geeft me een voldaan gevoel. Als ik thuiszit verveel ik mij snel. Meestal ga ik dan een beetje iPadten, een film kijken of een rondje lopen met Snuf, dat is mijn hondje.”

"Ik werk in een leuk groepje. We vullen elkaar goed aan en helpen elkaar"

Simone werkt zowel bij Nieuwpoort als op het Centraal Bureau. Die combinatie bevalt haar goed. Het werk verschilt namelijk behoorlijk. Bij Nieuwpoort werkt Simone ook met bewoners met beginnende dementie. Op woensdagochtend doet ze spelletjes en activiteiten met hen. Als steuntje in de rug, zoals ze zelf zegt. “Het werk op het Centraal Bureau is heel anders, het is een andere omgeving, dat maakt het leuk. Het is gezellig om hier te werken en ik werk in een leuk groepje. We vullen elkaar goed aan en helpen elkaar. We verdelen de taken door met elkaar te overleggen.” Het schoonmaken van de koffiemachines vond Simone in het begin lastig. “Ik had dan wel eens ruzie met de motor van het apparaat. Die kreeg ik er dan niet uit. In het begin dacht ik: Nee, dat gaat me nooit lukken. Gelukkig gaat dat steeds beter.” Voordat ze iedere vrijdag bij het Centraal Bureau werkte, had ze een andere baan. Samen met haar ouders liep ze maar liefst achttien krantenwijken. Achttien! “Daar deden we dan het hele weekend over”, vertelt ze. “We hadden zere voeten als we thuiskwamen. In totaal heb ik dat zeven jaar gedaan.” Tijdens corona heeft Simone lang thuisgezeten. Ze vond het risico te groot om te gaan werken. In mei is ze weer aan de slag gegaan. “Ik ben blij dat ik weer kon beginnen. Lekker bezig zijn en mensen om me heen.” In de toekomst wil Simone misschien wel werk dat wat creatiever is. Ze is namelijk graag creatief bezig. Kaarten maken en het kleuren van kleurboeken en mandala’s. “Maar,” zegt ze, “voorlopig heb ik het nog erg naar mijn zin.” En zo is het.

"Zo leer ik welke keer iets nieuws"

Lara werkt sinds twee jaar op het Centraal Bureau. Ook tijdens de coronaperiode dus. “Het thuiszitten tijdens corona was soms saai”, vertelt Lara. “Maar ja, je moet wel, je hebt geen keus. Gelukkig ben ik zelf creatief, dus daarmee kon ik mijzelf wel bezighouden. Ik maak kerstkaarten of schilderijtjes en kan goed Pixelen (een soort Ministek, red.). Die kaarten verstuur ik aan mijn familie en de schilderijtjes houd ik zelf.” Lara is een dag per week op het Centraal Bureau. Daarnaast werkt ze in het Leescafé en in restaurant De Zon. Beide in Heerhugowaard. Lara vindt het leuk om in Bladeren te staan. Ze is trots op haar werk en wil het graag aan anderen laten zien. “Op het Centraal Bureau vul ik thee, suiker en Cup-a-Soup bij. Verder help ik bij de afwas en bak ik koekjes.” Lara vindt het werk en haar collega’s leuk. “Iedereen kent me. Dat komt, denk ik, omdat ik in de Centrale Cliëntenraad zit en in de Vrijetijdsraad. En omdat ik hier werk natuurlijk.” Het schakelen tussen verschillende werkplekken is voor Lara geen probleem. Voor haar zijn haar collega’s en de gasten altijd even belangrijk, ongeacht waar ze die dag werkt. “Het maakt niet uit waar ik werk, vriendelijk zijn is bij elke baan belangrijk. Daarom maak ik met iedereen een praatje. Gewoon een kort gesprekje. Ik ben tenslotte aan het werk en dan wil ik niet te lang praten. Daar ben ik streng in. Op dit moment leert Edith mij hoe ik de koffiemachines moet schoonmaken. Zo leer ik elke keer iets nieuws.” Naast het bijvullen van allerlei zaken, brengt Lara ook koffie, thee en koekjes naar vergaderingen. “De koffie en thee gaan niet altijd helemaal op, de koekjes wel, die zijn gewoon te lekker.” 

“Ik hou niet van thuis zijn, ik hou van werken"

Larissa vindt haar werk leuk. “Anders zou ik hier niet zitten”, zegt ze. Eerder werkte ze een jaar bij de Palatijn, een verzorgingshuis in Alkmaar. Daar deed ze vooral schoonmaakwerkzaamheden. “Ik ben bij de Palatijn terechtgekomen via school”, vertelt Larissa. Ze deed het Heliomare College. Daar koos ze een richting met behulp van haar docenten. “Nadat ik veel geleerd had, mocht ik stagelopen. Uiteindelijk ben ik hier gaan werken.” Tijdens corona moest Larissa tien weken thuisblijven. “Ik verveelde me”, vertelt ze. “Ik hou niet van thuis zijn, ik hou van werken. Als ik thuis ben, maak ik graag mandala’s, maar na een tijdje ben ik daar ook wel een beetje klaar mee. Ik vind het ook leuk om een rondje te fietsen of tv te kijken. Maar het liefst ga ik werken.” Op het Centraal Bureau doet Larissa veel verschillende dingen: kopjes ophalen, koffieautomaten schoonmaken, afwassen, koekjes bakken en meer. “Dat vind ik leuk om te doen. De koffieprut vind ik alleen wel vies. Ik ben dan ook blij als het weer opgeruimd is.” Zelf drinkt Larissa geen koffie. Chocomelk vindt ze wel lekker. 

 

Meer weten over het werken bij de Crew? Stuur een mail naar: ercrew@esdege-reigersdaal.nl

Delen? Graag!

Lees ook deze verhalen...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
Lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
Lees meer...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
lees meer...
Stappenplan koffiedrinken

Bij mensen met een beschadigd brein, bijvoorbeeld bij dementie, kunnen onnodige prikkels en onrust leiden tot een gebrek aan concentratie of beangstigende situaties. De begeleiding van cliënten met een beschadigd brein is er dan ook vaak op gericht om afleidende en storende prikkels te vermijden. Het herkenbaar maken van activiteiten speelt daarbij een rol. Hieronder een stappenplan voor koffiedrinken. Door consequent het plan te volgen wordt de activiteit ‘koffie drinken’ herkenbaar en voorspelbaar. 

Stappenplan koffiedrinken

1. Koffie/thee kar klaarzetten met alles erop, dit voorkomt veel heen en weer geloop van de begeleider. Heen en weer lopen geeft onnodige prikkels en onrust bij de cliënt.

2. Deuren sluiten en een “Niet storen” bordje op de deur hangen, dit voorkomt dat mensen in en uitlopen.

3. Alles van de kar op tafel zetten, als dan de cliënten aan tafel komen staat alles al klaar. Dus minder prikkels. Begeleiders kunnen zich totaal richten op de cliënt en op het koffie drinken.

4. Cliënten naar vaste plaats aan de tafel begeleiden (eerst afstemmen, contact maken en dan verleiden!), kijk eerst in de ogen van de cliënt : ziet hij/zij je en waar kijkt hij/zij naar en hoe staan de ogen. Maak contact dmv toelachen, aanraken en vervolgens verleiden.

5. Muziek uitzetten (als cliënten niets zeggen, dan zachte muziek), pas uitzetten als iedereen aan tafel zit, omdat de hersenen dan wel bezig gehouden worden met het geluid (geen prikkel leidt tot angst en onrust).

6. Begeleiders gaan aan tafel zitten en blijven zitten. Ze drinken zelf mee (maar houden geen pauze!!). Begeleiders zijn gericht op de cliënten, ze praten niet teveel met elkaar, door zelf mee te drinken stimuleert dat cliënten om zelf ook mee te drinken.

7. Er is een duidelijk begin en duidelijk eind.

8. Na afloop ruimt 1 begeleider de tafel af (eventueel met hulp van een cliënt), een ander begeleidt cliënten naar een andere plaats in de ruimte. Zo worden cliënten geholpen om zich in te stellen op een nieuwe activiteit/nieuwe plaats in de ruimte.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Bij haptonomisch verplaatsen staat zelfredzaamheid altijd centraal. Vooral omdat het meer respectvol is voor de cliënt en de zorgverlener. Want te veel doen voor een cliënt in de zorg ontneemt hem zijn mogelijkheden en zijn eigenwaarde. Te veel doen voor cliënten is daarbij onnodig zwaar voor de begeleiders en plaatst hen in een rol waarin geen samenwerking kan ontstaan met de cliënt. Met haptonomisch verplaatsen is de zelfredzaamheid voelbaar, zichtbaar en overdraagbaar. Het biedt praktische vaardigheden om te leren hoe de zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk behouden kan blijven.

Gentle Teaching

Gentle Teaching (McGee, 1992) is een methodiek die veel voorkomt bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek is gebaseerd op de Psychologie van wederzijdse afhankelijkheid. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder mens de behoefte heeft zich verbonden te voelen met anderen in wederkerige en gelijkwaardige relaties. Bij Gentle Teaching is een veilige en liefdevolle relatie de basis voor de ontwikkeling van de cliënt.

De begrippen die bij Gentle Teaching centraal staan zijn:

  • We respecteren elkaar
  • We accepteren elkaar
  • We proberen elkaar te begrijpen
  • We waarderen elkaar
  • We geven elkaar zelfvertrouwen
  • We proberen elkaar vooruit te helpen
Totale Communicatie

Totale Communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale Communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak/taal moeilijkheden en bij mensen met afasie of dementie

Visie Esdégé-Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal is een visie gestuurde organisatie.

Onze visie:
Alle mensen zijn gelijkwaardig, elk mens is uniek.

Daarom heeft iedereen recht op:

  • respect
  • ontplooiing
  • een volwaardige plaats in de samenleving
  • relaties met andere mensen
  • eigen keuze


Dit betekent dat wij:

  • het individu respecteren
  • inspelen op de mogelijkheden van het individu
  • ondersteuning bieden bij het maken van keuzes
  • uitgaan van het gewone en speciale voorzieningen treffen waar nodig
  • ondersteuning bieden bij het aangaan en behouden van relaties
  • gericht zijn op een volwaardige plaats voor het individu in de samenleving


Volwaardig burgerschap van mensen met een beperking vinden wij belangrijk. Daarom werken we mee aan normalisatie en integratie. Mensen krijgen bij ons de ruimte om passende ondersteuning te organiseren. Zoveel mogelijk beslissingen worden genomen in de omgeving van de cliënt, waar immers de ondersteuningsvragen worden geformuleerd. Van medewerkers verwachten we dat ze cliënten vanuit deze visie respectvol ondersteunen.

Voorwaarden abonnement Bladeren

Begrippen

  • Bladeren
    Het tijdschrift met die titel, dat 4 maal per jaar wordt gemaakt en uitgegeven door Stichting Esdégé-Reigersdaal.
  • Abonnement
    Het abonnement is een éénmalige betaling die recht geeft op toezending van 4 opeenvolgende kwartaaluitgaven van Bladeren en heeft daardoor een looptijd van ongeveer één jaar.  

Bepalingen

  • Abonnees kunnen via e-mailadres bladeren@esdege-reigersdaal.nl contact opnemen met de redactie en administratie van Bladeren. 
  • Abonnees kunnen een adreswijziging doorgeven en klachten melden bij het niet ontvangen van Bladeren. 
  • Abonnees zijn verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een adreswijziging.
  • Indien gewenst kan de verdere toezending van Bladeren worden stopgezet.
  • Er vindt geen terugbetaling plaats voor niet ontvangen nummers bij onjuiste adressering of bij het stopzetten van de toezending.

Privacy
De verkregen adresgegevens worden uitsluitend gebruikt voor het toezenden van Bladeren en ze worden niet beschikbaar gesteld aan derden. Het privacy reglement van Esdégé-Reigersdaal is van toepassing.
Video-interactie training

Door middel van korte video-opnames waarbij de interactie tussen cliënt en (cliënt) begeleider centraal staat proberen we te leren van de situatie, het eigen gedrag en gedrag van cliënt beter te begrijpen om vervolgens de volgende keer daar weer beter mee om te gaan. De video-interactie training richt zich op ‘klein kijken’, waarbij signalen van de cliënt nauwkeurig kunnen worden geobserveerd en geïnterpreteerd. De video-interactie training is gebaseerd op de methode van Heijkoop.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Er wordt binnen Esdégé-Reigersdaal gewerkt met ondersteuningsplannen. In overleg met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger wordt in het ondersteuningsplan een beeld van de cliënt geschetst en van wat hij/zij nodig heeft om prettig te kunnen functioneren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd en waar nodig wordt het plan bijgesteld.

Browsericoon Esédége-Reigersdaal

Browser niet geschikt

De Internet Explorer browser is sterk verouderd en niet in staat om moderne websites als deze correct weer te geven.

   Sommige onderdelen van deze website zullen in Internet Explorer daarom niet goed functioneren.

Voor de beste ervaring gebruik een moderne browser zoals Google Chrome.

Werken met een vertrouwensrelatie

Een cliënt heeft vertrouwen in jou nodig voordat hij een band met je aangaat. Pas als er een wederzijdse band is, kun je hem of haar stimuleren zich open te stellen om op onderzoek uit te gaan, nieuwe ervaringen op te doen, relaties aan te gaan en zich op alle gebieden te ontwikkelen: lichamelijk, cognitief en sociaal-affectief. Een vertrouwensband is dus een belangrijk aspect van de relatie.

Active Support

Active Support is een ondersteuningsmethodiek speciaal ontwikkeld om cliënten actief te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken zodat ze meer regie over hun leven krijgen. De methode gaat uit van een aantal algemene principes die van belang zijn voor een zo gewoon mogelijk leven:

  • deelnemen aan de samenleving
  • een netwerk van relaties hebben, waaronder familie en vrienden
  • deze relaties moeten van langere door zijn (continuïteit)
  • de kans krijgen om ervaringen op te doen en te leren
  • keuzemogelijkheden hebben en controle over het eigen bestaan
  • een zekere status krijgen en gerespecteerd worden
  • behandeld worden als een individu
Van de boer

Wij boeren op een ouderwetse, kleinschalige manier op het voormalig eiland Wieringen. De boerderij ligt aan de rand van een vogelgebied en staat op een erf van ongeveer 40 are. De boerderij ligt 200 meter van de weg af en de dichtstbijzijnde buur woont 500 meter verderop.

​Een groot deel van het land ligt direct bij de boerderij. De rest ligt verdeeld in 7 kleine stukjes over het mooie Wieringen. Deze stukken worden voornamelijk gebruikt voor hooi. Het hooi (gedroogd gras) maaien we in het voorjaar en de zomer en daarna staan onze schapen en jongvee op deze landjes. We gaan hier dan iedere dag heen om te kijken of het met het vee goed gaat en om water te brengen.

De nadruk van het bedrijf ligt op de fok van koeien. We hebben ieder jaar ongeveer 35 koeien, volwassen en jongvee. Onze koeien zijn Lakenvelders. De Lakenvelder is een zeldzaam, ouderwets vleesras. In heel Nederland lopen ongeveer nog 2000 van deze koeien. We zijn lid van het stamboek en we doen mee aan het fokprogramma. We houden onze koeien op een natuurlijke manier, de koeien worden zomers door de stier gedekt. De kalfjes worden meestal in het weiland geboren. Ze blijven bij de moeder totdat het weer slechter wordt en ze op stal gaan. Dan pas worden de kalfjes bij de moeders weggehaald. Overtallige dieren, meestal stierkalveren, brengen we op een natuurlijke manier groot. Deze dieren gaan naar een ambachtelijke slager in een dorp verderop.

Het vlees dat wij leveren wordt ‘vlees met een goed verhaal’ genoemd. Dit is eigenlijk een win-win situatie; de mensen kunnen genieten van het mooie landschap met de koeien en kalveren en ze kunnen een lekker stukje van datzelfde vlees halen bij de slager in de buurt. Ze weten dan dat het goed en verantwoord is gegroeid en behandeld.
Wij zijn dan ook nauw betrokken bij de natuur. We hebben veel land met een uitgestelde maaidatum waar de vogels rustig kunnen broeden. De boer is zelf ook vrijwilliger om dit allemaal in kaart te brengen en de vogels in de gaten te houden.

We zijn sinds kort ook bezig om met varkens te gaan fokken. Ook dit is een apart ras, het Pietrain varken. Het Pietrain varken is een goed varken om kleinschalig te houden en zo op een natuurlijke manier een goed stukje vlees te produceren.

Vanaf 2016 hebben een mooie grote groentetuin en in de zomer van 2017 hebben we zelf een kippenhok gebouwd waar nu 40 kippen (voornamelijk Leghorn) in rondscharrelen.

Methode Heijkoop

De methode Heijkoop helpt een cliënt beter te begrijpen waardoor er passende ondersteuning geboden kan worden. Middels vijf verschillende instrumenten wordt onderzocht hoe een cliënt functioneert. In dit onderzoek zijn verwanten en teamleden intensief betrokken. Op basis van observaties en analyse wordt gezocht naar andere mogelijkheden om met een cliënt om te gaan.

De methode maakt gebruik van vijf instrumenten:
1. Ontdekkend kijken
2. Functioneringsprofiel
3. Constructieve hantering probleemgedrag
4. Relatiedynamiek
5. Videotraining

Ontdekkend kijken
Ontdekkend kijken is een vorm van videoanalyse. Het is het basisinstrument van de Methode Heijkoop. Het instrument helpt begeleiders betekenisvol en onbevooroordeeld naar de cliënt te kijken en maakt hen bewust van de unieke lichaamstaal van de cliënt. Er ontstaat inzicht in de persoonlijke beleving en emoties, de manier van oriënteren, contact maken, communiceren, initiatieven nemen en de manier waarop de client oplossingen bedenkt.

Constructieve hantering probleemgedrag
Dit instrument helpt de begeleider om op moeilijke momenten, al dan niet met probleemgedrag, actief samen te werken met de cliënt. Het helpt de begeleider onderscheid te maken tussen de betekenis van het probleemgedrag voor de cliënt en de emotionele reacties van de begeleider op het probleemgedrag. Als de begeleider inziet wat het probleemgedrag betekent voor de cliënt, kan hij hem/haar helpen daar een andere oplossing voor te vinden.

Functioneringsprofiel
Dankzij het functioneringsprofiel wordt de begeleider zich bewust van de verwachtingen die de cliënt onbewust bij hem oproept. Het geeft de begeleider inzicht op grond waarvan hij de cliënt over- of onderschat. Doordat hij meer inzicht krijgt, kan hij zijn reacties beter afstemmen op wat de cliënt op een bepaald moment aankan. Daarmee voorkomt de begeleider veel stress bij de cliënt en zichzelf.

Relatiedynamiek
Het instrument relatiedynamiek brengt de dynamiek terug in een vastgelopen relatie tussen begeleider en cliënt. Het maakt de begeleider bewust van hoe hij zich opstelt ten opzichte van de cliënt, en van het beroep dat hij daarmee doet op de cliënt. Het omgekeerde geldt ook: hij krijgt meer oog voor het beroep dat de cliënt op hém doet.

Videotraining
Het instrument videotraining helpt de begeleider bij het ontwikkelen en zich eigen maken van relationele kwaliteiten. De begeleider leert zichzelf feedback geven op de relationele kwaliteit die hij zelf heeft uitgekozen. Die gaat hij/zij oefenen in de praktijk, mèt de cliënt. Van die begeleidingssituatie worden video-opnames gemaakt, die na afloop besproken worden.

Bron: Heijkoop-academy

Beleven in muziek (BIM)

BiM, Beleven in Muziek, stimuleert het ervaren van het lichaam door de muziek te laten voelen. Doelgericht in te zetten voor o.a. contact, communicatie, alertheid, ontspanning, plezier. BiM draagt ook bij aan de muzikale ontwikkeling.

Op speciaal ontwikkelde muziek wordt de deelnemer door de BiM gever aangeraakt met speciale objecten zoals ballen, zacht handschoenen of veren. Ieder muziekstuk heeft zijn eigen bewegingen en objecten. Ook wordt soms gewerkt met etherische oliën.

Financieringsmogelijkheden

De jobcoaches hebben ruime kennis op het gebied van wet- en regelgeving en de financiering van trajecten. Zij kunnen je alles vertellen of je in aanmerking komt voor ondersteuning van een jobcoach.

Wet Langdurige Zorg (WLZ), aanvraag bij CIZ
De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die intensieve begeleiding en nabijheid nodig hebben. Een indicatie voor dagbesteding wordt afgegeven door het Centrum indicatie Zorg (CIZ).

Sociaal Activering traject, aanvraag UWV
Sociale activering is bedoeld als een voorbereidingsperiode op een betaalde baan met behoud van uitkering. De duur van het traject is maximaal 1 jaar. Dit traject wordt onder andere ingezet om te participeren in de maatschappij, zelfvertrouwen op te bouwen en werkervaring op te doen. Tevens wordt er aandacht besteed aan sollicitatievaardigheden en kan onderzocht worden welke beroepen passend zijn.

Individueel Re-integratie traject (IRO), aanvraag UWV
Het doel van het IRO traject is het verkrijgen van een passende betaalde baan. De jobcoach zal jou begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een geschikte baan.

Persoonlijke Ondersteuning (PO), aanvraag UWV
Indien je een betaalde baan hebt en je hebt hierbij extra ondersteuning nodig dan kun je aanspraak maken op een traject Persoonlijke Ondersteuning/ Jobcoaching. Denk hierbij aan onder andere het trainen van werknemersvaardigheden. Voor meer informatie over dit traject en de eventuele aanvraag kan je terecht bij een jobcoach.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), aanvraag gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO. Deze wet omvat activiteiten die het je mogelijk maken om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Voor meer informatie verwijzen wij je naar de website van de gemeente.

Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen.
Op de website van het CAK kunt u een indicatie krijgen van de hoogte van de eigen bijdrage.

Omgevingszorg

Een omgeving, die goed is afgestemd op mensen bij wie sprake is van dementie of een hersenbeschadiging heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van die mensen. Aandacht voor die omgeving noemen we omgevingszorg.

Omgevingszorg beschouwd de invloed van de omgeving op mensen met een beschadigd brein, waaronder dementie. Mensen met dementie worden in toenemende mate afhankelijk van prikkels uit de omgeving. De prikkelverwerking in het brein is verstoord. Hierdoor iemand met dementie zijn/haar gedrag niet meer uit zichzelf sturen. Gedrag wordt meer en meer bepaald door de omgeving.

Een ongunstige omgeving speelt dan ook een belangrijke rol bij het ontstaan van onbegrepen (probleem)gedrag. Mensen met een beschadigd brein reageren vaak impulsief, reflexmatig en intuïtief op omgevingsprikkels. Bij omgeving kan worden gedacht aan: de fysieke omgeving, werk- en leefprocessen (waaronder de bejegening) en de dag- en tijdsbesteding.

Een omgeving, die is vormgegeven vanuit de ideeën van omgevingszorg, is een omgeving, die

  1. Overzichtelijk, duidelijk en herkenbaar is;
  2. Daardoor begrepen wordt;
  3. Doelgericht gedrag uitlokt;
  4. Zorgt voor de juiste prikkel op het juiste moment;

Door de omgeving en het gedrag methodisch te observeren ontstaat inzicht in ontregelende situaties en storende prikkelbronnen. Dit geeft praktische handvatten voor optimale omgevingszorg: het toepassen van verbeteringen in de leefomgeving van mensen met een beschadigd brein. Het resultaat is een zichtbaar positieve uitwerking op het gevoel van welbevinden en veiligheid. De stress vermindert en niet begrepen (probleem) gedrag neemt af.

Meer info:
breincollectief.nl

LACCS

Het LACCS-programma richt zich op de kwaliteit van leven van cliënten met EVMB. Binnen het programma wordt er aan de hand van vijf gebieden gekeken hoe goed het leven van de cliënt is. De vijf gebieden sluiten aan bij algemene menselijke behoeften. De gebieden zijn:

  • Lichamelijk welzijn
  • Alertheid
  • Contact
  • Communicatie
  • Stimulerende tijdsbesteding

Door bewust te kijken naar deze vijf gebieden en hoe ze voor een cliënt verbeterd kunnen worden, werken alle betrokken samen aan een goed leven voor de cliënt. Per gebied zijn er een aantal waarden geformuleerd die helpen om concreet te kijken naar de kwaliteit van het leven van de cliënt. De vijf LACCS-gebieden zijn allen even belangrijk.

Het LACCS-programma kenmerkt zich door een zeer cliëntgerichte ondersteuning. De vijf gebieden hebben een directe relatie met het dagelijks leven van de cliënt. Het zien van ontwikkelmogelijkheden, hoe klein dan ook, speelt binnen het LACCS-programma een belangrijke rol.

Meer info:

Naar de inhoud springen