Caroline in theater de kampanje

Leven en werken met Gilles de la Tourette

Op straat deden ze me soms na

Tekst en fotografie: Eric Minten 

25-05-2020

De liefde? Daar is geen kruid tegen gewassen. En dus trok Caroline van Texel naar het vasteland. Den Helder om precies te zijn. Vanwege een man, haar man. Ze had haar hele leven op het eiland gewoond. Een rasechte Tesselaar. Ging er naar basis- en middelbare school. Nu werkt ze als vrijwilliger bij Theater de Kampanje. Wilde ze altijd al. Ze wordt ondersteund door jobcoach Kirsten Wolf van cluster ’t Wad. Caroline heeft Gilles de la Tourette.

Het theater heeft een enorm toneel. Het is leeg en daardoor nog groter. Daar, waar normaal gesproken de coulissen zijn, dwaalt een meisje. Ilse heet ze en ze is drie. Een maillot, zwart kunstleren rokje, stoere schoenen en in haar hand een knuffel. “Dikkie Dik”, zegt ze. Haar favoriet. Caroline volgt haar bewegingen met haar blik. Ze glimlacht geruststellend. “Dit is mijn mama”, had Ilse haar zojuist voorgesteld. Vriendelijk en ook duidelijk en direct. Misschien was het wel meer een haastige claim, alsof ze bang was dat iemand haar voor wilde zijn. En wat dan? En nu dwaalt ze en draait ze over het zijtoneel, terwijl ze zachtjes en onverstoord in zichzelf praat. Er worden foto’s gemaakt van háár mama. Zelf wil ze niet op de foto. Of toch wel? Nee… ja toch. Heel kort. Enfin, je bent drie.

“Mensen denken bij Gilles de la Tourette meteen aan mensen die vloeken en schelden of harde geluiden maken,” vertelt Caroline met achter haar de lege zaal, “maar eigenlijk komt dat weinig voor. Slechts acht tot tien procent van de mensen met Tourette doet dat. Je verwacht misschien dat dit percentage hoger ligt vanwege de media-aandacht die die specifieke vorm krijgt. De meeste mensen met Tourette hebben echter last van tics, ik ook. Ik trek met mijn hoofd en mijn schouder en maak bewegingen met mijn ogen en mond.”

Rare huppeltjes

Gilles de la Tourette is een aangeboren aandoening die zich meestal tussen het vijfde en elfde levensjaar uit en soms later. Caroline was een jaar of vijf. Ze maakte, zoals ze zelf zegt, ‘rare huppeltjes’ met haar benen en trok met haar gezicht. Haar huisarts dacht dat er pas sprake was van Tourette wanneer iemand vloekte. Hierdoor duurde het tot haar achttiende voordat Caroline de juiste diagnose kreeg.

“Voor mij waren mijn tics eigenlijk nooit een probleem. Ik trok gewoon met mijn hoofd. Dat hoorde bij mij. Ook mijn omgeving maakte er meestal niet zoveel van. Ze vroegen wel eens waarom ik zo deed, maar ik werd er, op een enkeling na, niet mee gepest. Het klinkt misschien gek, maar iedereen wist dat het gewoon bij mij hoorde.”

Caroline voelt haar tics aankomen. “Ik voel een soort prikkel of een kriebel en dan moet het eruit. Ik móét bewegen. Het is hetzelfde als wanneer je moet niezen of wanneer je probeert niet te knipperen met je ogen. Dat kun je misschien even tegenhouden, maar uiteindelijk lukt dat niet. Je voelt een dwang om toch te niezen of te knipperen. Dat is wat ik ook voel bij mijn tics. Ik voel een dwang om te bewegen.”

350 tics per kwartier

“Nadat ik de diagnose Gilles de la Tourette kreeg, ben ik een periode depressief geweest. Ik kon het geen plek geven. Ik had altijd geleefd met het idee dat het wel over zou gaan. Ik dacht: als ik veertien ben kom ik er wel van af. Toen ik veertien was dacht ik: als ik mijn diploma heb, dán zal het wel over zijn. Het waren wensgedachten omdat ik niet wist dat het Tourette was. Ik weet nog dat ik, als kind, op mijn kamertje zat te oefenen om van mijn tics af te komen. Ik dacht: als ik nou gewoon hard mijn best doe, dan gaat het wel over. Maar ja, dat gebeurde natuurlijk niet.”

Depressie

“Nadat ik de diagnose Gilles de la Tourette kreeg, ben ik een periode depressief geweest. Ik kon het geen plek geven. Ik had altijd geleefd met het idee dat het wel over zou gaan. Ik dacht: als ik veertien ben kom ik er wel van af. Toen ik veertien was dacht ik: als ik mijn diploma heb, dán zal het wel over zijn. Het waren wensgedachten omdat ik niet wist dat het Tourette was. Ik weet nog dat ik, als kind, op mijn kamertje zat te oefenen om van mijn tics af te komen. Ik dacht: als ik nou gewoon hard mijn best doe, dan gaat het wel over. Maar ja, dat gebeurde natuurlijk niet.”

De woorden van een vreemde

“Mijn ouders hadden vroeger een logies met ontbijt op Texel. Op een dag hadden we een man te gast en die bewoog ook heel erg met zijn hoofd. Mijn moeder is toen op hem afgestapt om te vertellen over mij en dat mijn tics sterk leken op de bewegingen die hij maakte. Die man vertelde dat hij Gilles de la Tourette had. Omdat ik met mijn tics niet meer naar de dokter wilde, vroeg mijn moeder of hij met mij wilde praten. Dat deed hij. Dat was raar en ik was boos op mijn moeder omdat ze hem had aangesproken. Hij vertelde dat er ook medicatie voor bestond. Daar had ik wel oren naar en wilde toen wel naar de dokter. Achteraf was ik dus wel heel blij met wat mijn moeder gedaan had. Het was de eerste keer dat ik met iemand sprak die mijn tics begreep. Dat was prettig.”

"Het was de eerste keer dat ik met iemand sprak die mijn tics begreep."

De medicatie tegen Tourette en de antidepressiva die Caroline vervolgens kreeg, zorgden voor veel bijwerkingen. Ze was continu moe. Sliep het grootste deel van de dag. Dat was dus geen succes. In overleg met de huisarts zijn de medicijnen uiteindelijk weer afgebouwd en daar knapte ze van op. Ze werd vrolijker en begon weer dingen te doen. Juist toen Caroline weer uit haar dal was gekropen liep ze op straat, daar was iemand die haar tics nadeed. In tegenstelling tot hoe het op school ging – daar reageerden de meeste kinderen niet raar op haar tics – was dat op straat wel anders. Daar werd Caroline wel vaker nagedaan, zelfs door volwassenen. Op advies van haar vader stuurde ze een brief naar de Texelse Courant om te vertellen over haar aandoening. Die reageerde vrijwel meteen. Ze waren zeer geïnteresseerd.

Bekende Nederlander

“Er kwam een groot artikel in de krant en toen begonnen mensen begrip te krijgen voor mijn situatie. Ze spraken mij aan op straat en vertelden dat ze het nu pas begrepen. Ik begon meerdere interviews te geven en heb uiteindelijk meegedaan met het tv-programma ‘Tourette on tour’. Ik kreeg toen een mail van een meisje van school. Zij was eigenlijk de enige die mij wel belachelijk had gemaakt. Ze had zich daar altijd schuldig over gevoeld en wilde haar excuus aanbieden. We hebben koffiegedronken en alles uitgesproken. Ik verweet haar niet veel. We waren pubers en dan doe je soms dingen waarvan je later denkt: dat had ik niet moeten doen.”

Meedoen aan het tv-programma was voor Caroline een mooie ervaring. Zo werd overladen met positieve reacties. Zeven weken op televisie maakten van haar een bekende Nederlander. Wildvreemde mensen wilden met haar op de foto. “In het begin was ik beduusd, ik wist niet wat ik meemaakte. Het was bizar. Uiteindelijk wende ik eraan en genoot ik van de reacties van mensen. Door het tv-programma ontstond een goed beeld van Tourette. Dat het heel vervelend kan zijn voor de mensen die het hebben. Er ontstond meer begrip. Het programma hielp mij mijzelf te accepteren. Ik dacht: zie je wel, het maakt niet uit dat ik met mijn hoofd beweeg, ik mag er zijn.”

Jobcoaching

Op Texel werkte Caroline bij een sociale werkvoorziening. Vanwege haar vertrek naar Den Helder kon ze daar niet blijven. Bij het UWV stelde men vast dat Caroline arbeidsvermogen had, dus ze kon aan het werk. “Ik was er ook wel weer aan toe om wat te gaan doen, maar voor mij is het heel moeilijk om aan een baan te komen. In hoeverre dat met Gilles de la Tourette te maken heeft kan ik niet goed inschatten. Van het UWV mocht ik ook vrijwilligerswerk gaan doen. Dat leek mij wel wat. Kirsten Wolf is mijn jobcoach en helpt mij daarbij. Ze helpt mij met motivatiebrieven schrijven en te bedenken welke banen bij mij passen. Ik gaf aan dat ik altijd al graag bij de Kampanje wilde werken. Kirsten heeft toen contact met het theater gezocht. Nu werk ik er als vrijwilliger. Onlangs heb ik zelfs gesolliciteerd naar een betaalde functie bij de Kampanje. Ik ben het niet geworden. Die baan kwam net te snel. Ik was pas een paar maanden als vrijwilliger actief. Ik kreeg, en dat klinkt misschien gek, een hele positieve afwijzingsmail. Het heeft mij geholpen nog beter te laten zien wat ik kan. Ik krijg nu ook andere taken, mag bijvoorbeeld ook af en toe gastvrouw zijn.”

"Ik dacht: zie je wel, het maakt niet uit dat ik met mijn hoofd beweeg, ik mag er zijn."

Na een bezoek aan de garderobe en het eerste balkon (het tweede was zelfs vanaf beneden gezien al ontzettend hoog) vertelt Caroline buiten het theater nog wat verder. Het is waterkoud en het regent. “Met hulp van Kirsten heb ik nu een vrijwilligersbaan die zo goed bij mij past dat ik tijdens mijn werk eigenlijk geen last heb van mijn tics. Dat komt doordat ik heel geconcentreerd bezig ben. Het werk ligt me zo goed dat ik geen stress ervaar.” Ondertussen laat Ilse Dikkie Dik over een enorm scheepsanker lopen. De kolos ligt naast de ingang van het theater vanwege het, in hetzelfde gebouw gevestigde, Nationaal Reddingmuseum. “Dikkie Dik is vies, mama,” zegt ze. Ze houdt haar oranje vriend omhoog terwijl het water in kleine straaltjes uit zijn lijfje loopt. “Zullen we die zo meteen even in de wasmachine doen?” vraagt Caroline. Ilse knikt beslist. “In het theater werk je altijd in een leuke sfeer”, vervolgt Caroline. “De mensen die naar het theater komen zijn opgewekt en vrolijk. Ze zijn een avondje uit. En ook de mensen van de Kampanje zijn ontzettend aardig. Ze geven je het gevoel dat je ergens bij hoort. Dat is waardevol. Schatten zijn het!”

Delen? Graag!

Lees ook deze verhalen...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
Lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
Lees meer...

Rust en ruimte in de Schuur

In de tuin van woonlocatie de Boerderij in Enkhuizen stond altijd al een bijgebouw. Handig om spullen op te slaan of om te vergaderen. Maar in de zoektocht naar kleinschalige dagbesteding
lees meer...

Samen naar school

Dill Druif stond aan de wieg van de allereerste samen naar school-klas in West-Friesland. Nu, tien jaar later, zijn er vier klassen bijgekomen en is een groot deel van de
lees meer...
Stappenplan koffiedrinken

Bij mensen met een beschadigd brein, bijvoorbeeld bij dementie, kunnen onnodige prikkels en onrust leiden tot een gebrek aan concentratie of beangstigende situaties. De begeleiding van cliënten met een beschadigd brein is er dan ook vaak op gericht om afleidende en storende prikkels te vermijden. Het herkenbaar maken van activiteiten speelt daarbij een rol. Hieronder een stappenplan voor koffiedrinken. Door consequent het plan te volgen wordt de activiteit ‘koffie drinken’ herkenbaar en voorspelbaar. 

Stappenplan koffiedrinken

1. Koffie/thee kar klaarzetten met alles erop, dit voorkomt veel heen en weer geloop van de begeleider. Heen en weer lopen geeft onnodige prikkels en onrust bij de cliënt.

2. Deuren sluiten en een “Niet storen” bordje op de deur hangen, dit voorkomt dat mensen in en uitlopen.

3. Alles van de kar op tafel zetten, als dan de cliënten aan tafel komen staat alles al klaar. Dus minder prikkels. Begeleiders kunnen zich totaal richten op de cliënt en op het koffie drinken.

4. Cliënten naar vaste plaats aan de tafel begeleiden (eerst afstemmen, contact maken en dan verleiden!), kijk eerst in de ogen van de cliënt : ziet hij/zij je en waar kijkt hij/zij naar en hoe staan de ogen. Maak contact dmv toelachen, aanraken en vervolgens verleiden.

5. Muziek uitzetten (als cliënten niets zeggen, dan zachte muziek), pas uitzetten als iedereen aan tafel zit, omdat de hersenen dan wel bezig gehouden worden met het geluid (geen prikkel leidt tot angst en onrust).

6. Begeleiders gaan aan tafel zitten en blijven zitten. Ze drinken zelf mee (maar houden geen pauze!!). Begeleiders zijn gericht op de cliënten, ze praten niet teveel met elkaar, door zelf mee te drinken stimuleert dat cliënten om zelf ook mee te drinken.

7. Er is een duidelijk begin en duidelijk eind.

8. Na afloop ruimt 1 begeleider de tafel af (eventueel met hulp van een cliënt), een ander begeleidt cliënten naar een andere plaats in de ruimte. Zo worden cliënten geholpen om zich in te stellen op een nieuwe activiteit/nieuwe plaats in de ruimte.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Bij haptonomisch verplaatsen staat zelfredzaamheid altijd centraal. Vooral omdat het meer respectvol is voor de cliënt en de zorgverlener. Want te veel doen voor een cliënt in de zorg ontneemt hem zijn mogelijkheden en zijn eigenwaarde. Te veel doen voor cliënten is daarbij onnodig zwaar voor de begeleiders en plaatst hen in een rol waarin geen samenwerking kan ontstaan met de cliënt. Met haptonomisch verplaatsen is de zelfredzaamheid voelbaar, zichtbaar en overdraagbaar. Het biedt praktische vaardigheden om te leren hoe de zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk behouden kan blijven.

Gentle Teaching

Gentle Teaching (McGee, 1992) is een methodiek die veel voorkomt bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek is gebaseerd op de Psychologie van wederzijdse afhankelijkheid. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder mens de behoefte heeft zich verbonden te voelen met anderen in wederkerige en gelijkwaardige relaties. Bij Gentle Teaching is een veilige en liefdevolle relatie de basis voor de ontwikkeling van de cliënt.

De begrippen die bij Gentle Teaching centraal staan zijn:

  • We respecteren elkaar
  • We accepteren elkaar
  • We proberen elkaar te begrijpen
  • We waarderen elkaar
  • We geven elkaar zelfvertrouwen
  • We proberen elkaar vooruit te helpen
Totale Communicatie

Totale Communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale Communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak/taal moeilijkheden en bij mensen met afasie of dementie

Visie Esdégé-Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal is een visie gestuurde organisatie.

Onze visie:
Alle mensen zijn gelijkwaardig, elk mens is uniek.

Daarom heeft iedereen recht op:

  • respect
  • ontplooiing
  • een volwaardige plaats in de samenleving
  • relaties met andere mensen
  • eigen keuze


Dit betekent dat wij:

  • het individu respecteren
  • inspelen op de mogelijkheden van het individu
  • ondersteuning bieden bij het maken van keuzes
  • uitgaan van het gewone en speciale voorzieningen treffen waar nodig
  • ondersteuning bieden bij het aangaan en behouden van relaties
  • gericht zijn op een volwaardige plaats voor het individu in de samenleving


Volwaardig burgerschap van mensen met een beperking vinden wij belangrijk. Daarom werken we mee aan normalisatie en integratie. Mensen krijgen bij ons de ruimte om passende ondersteuning te organiseren. Zoveel mogelijk beslissingen worden genomen in de omgeving van de cliënt, waar immers de ondersteuningsvragen worden geformuleerd. Van medewerkers verwachten we dat ze cliënten vanuit deze visie respectvol ondersteunen.

Voorwaarden abonnement Bladeren

Begrippen

  • Bladeren
    Het tijdschrift met die titel, dat 4 maal per jaar wordt gemaakt en uitgegeven door Stichting Esdégé-Reigersdaal.
  • Abonnement
    Het abonnement is een éénmalige betaling die recht geeft op toezending van 4 opeenvolgende kwartaaluitgaven van Bladeren en heeft daardoor een looptijd van ongeveer één jaar.  

Bepalingen

  • Abonnees kunnen via e-mailadres bladeren@esdege-reigersdaal.nl contact opnemen met de redactie en administratie van Bladeren. 
  • Abonnees kunnen een adreswijziging doorgeven en klachten melden bij het niet ontvangen van Bladeren. 
  • Abonnees zijn verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een adreswijziging.
  • Indien gewenst kan de verdere toezending van Bladeren worden stopgezet.
  • Er vindt geen terugbetaling plaats voor niet ontvangen nummers bij onjuiste adressering of bij het stopzetten van de toezending.

Privacy
De verkregen adresgegevens worden uitsluitend gebruikt voor het toezenden van Bladeren en ze worden niet beschikbaar gesteld aan derden. Het privacy reglement van Esdégé-Reigersdaal is van toepassing.
Video-interactie training

Door middel van korte video-opnames waarbij de interactie tussen cliënt en (cliënt) begeleider centraal staat proberen we te leren van de situatie, het eigen gedrag en gedrag van cliënt beter te begrijpen om vervolgens de volgende keer daar weer beter mee om te gaan. De video-interactie training richt zich op ‘klein kijken’, waarbij signalen van de cliënt nauwkeurig kunnen worden geobserveerd en geïnterpreteerd. De video-interactie training is gebaseerd op de methode van Heijkoop.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Er wordt binnen Esdégé-Reigersdaal gewerkt met ondersteuningsplannen. In overleg met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger wordt in het ondersteuningsplan een beeld van de cliënt geschetst en van wat hij/zij nodig heeft om prettig te kunnen functioneren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd en waar nodig wordt het plan bijgesteld.

Browsericoon Esédége-Reigersdaal

Browser niet geschikt

De Internet Explorer browser is sterk verouderd en niet in staat om moderne websites als deze correct weer te geven.

   Sommige onderdelen van deze website zullen in Internet Explorer daarom niet goed functioneren.

Voor de beste ervaring gebruik een moderne browser zoals Google Chrome.

Werken met een vertrouwensrelatie

Een cliënt heeft vertrouwen in jou nodig voordat hij een band met je aangaat. Pas als er een wederzijdse band is, kun je hem of haar stimuleren zich open te stellen om op onderzoek uit te gaan, nieuwe ervaringen op te doen, relaties aan te gaan en zich op alle gebieden te ontwikkelen: lichamelijk, cognitief en sociaal-affectief. Een vertrouwensband is dus een belangrijk aspect van de relatie.

Active Support

Active Support is een ondersteuningsmethodiek speciaal ontwikkeld om cliënten actief te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken zodat ze meer regie over hun leven krijgen. De methode gaat uit van een aantal algemene principes die van belang zijn voor een zo gewoon mogelijk leven:

  • deelnemen aan de samenleving
  • een netwerk van relaties hebben, waaronder familie en vrienden
  • deze relaties moeten van langere door zijn (continuïteit)
  • de kans krijgen om ervaringen op te doen en te leren
  • keuzemogelijkheden hebben en controle over het eigen bestaan
  • een zekere status krijgen en gerespecteerd worden
  • behandeld worden als een individu
Van de boer

Wij boeren op een ouderwetse, kleinschalige manier op het voormalig eiland Wieringen. De boerderij ligt aan de rand van een vogelgebied en staat op een erf van ongeveer 40 are. De boerderij ligt 200 meter van de weg af en de dichtstbijzijnde buur woont 500 meter verderop.

​Een groot deel van het land ligt direct bij de boerderij. De rest ligt verdeeld in 7 kleine stukjes over het mooie Wieringen. Deze stukken worden voornamelijk gebruikt voor hooi. Het hooi (gedroogd gras) maaien we in het voorjaar en de zomer en daarna staan onze schapen en jongvee op deze landjes. We gaan hier dan iedere dag heen om te kijken of het met het vee goed gaat en om water te brengen.

De nadruk van het bedrijf ligt op de fok van koeien. We hebben ieder jaar ongeveer 35 koeien, volwassen en jongvee. Onze koeien zijn Lakenvelders. De Lakenvelder is een zeldzaam, ouderwets vleesras. In heel Nederland lopen ongeveer nog 2000 van deze koeien. We zijn lid van het stamboek en we doen mee aan het fokprogramma. We houden onze koeien op een natuurlijke manier, de koeien worden zomers door de stier gedekt. De kalfjes worden meestal in het weiland geboren. Ze blijven bij de moeder totdat het weer slechter wordt en ze op stal gaan. Dan pas worden de kalfjes bij de moeders weggehaald. Overtallige dieren, meestal stierkalveren, brengen we op een natuurlijke manier groot. Deze dieren gaan naar een ambachtelijke slager in een dorp verderop.

Het vlees dat wij leveren wordt ‘vlees met een goed verhaal’ genoemd. Dit is eigenlijk een win-win situatie; de mensen kunnen genieten van het mooie landschap met de koeien en kalveren en ze kunnen een lekker stukje van datzelfde vlees halen bij de slager in de buurt. Ze weten dan dat het goed en verantwoord is gegroeid en behandeld.
Wij zijn dan ook nauw betrokken bij de natuur. We hebben veel land met een uitgestelde maaidatum waar de vogels rustig kunnen broeden. De boer is zelf ook vrijwilliger om dit allemaal in kaart te brengen en de vogels in de gaten te houden.

We zijn sinds kort ook bezig om met varkens te gaan fokken. Ook dit is een apart ras, het Pietrain varken. Het Pietrain varken is een goed varken om kleinschalig te houden en zo op een natuurlijke manier een goed stukje vlees te produceren.

Vanaf 2016 hebben een mooie grote groentetuin en in de zomer van 2017 hebben we zelf een kippenhok gebouwd waar nu 40 kippen (voornamelijk Leghorn) in rondscharrelen.

Methode Heijkoop

De methode Heijkoop helpt een cliënt beter te begrijpen waardoor er passende ondersteuning geboden kan worden. Middels vijf verschillende instrumenten wordt onderzocht hoe een cliënt functioneert. In dit onderzoek zijn verwanten en teamleden intensief betrokken. Op basis van observaties en analyse wordt gezocht naar andere mogelijkheden om met een cliënt om te gaan.

De methode maakt gebruik van vijf instrumenten:
1. Ontdekkend kijken
2. Functioneringsprofiel
3. Constructieve hantering probleemgedrag
4. Relatiedynamiek
5. Videotraining

Ontdekkend kijken
Ontdekkend kijken is een vorm van videoanalyse. Het is het basisinstrument van de Methode Heijkoop. Het instrument helpt begeleiders betekenisvol en onbevooroordeeld naar de cliënt te kijken en maakt hen bewust van de unieke lichaamstaal van de cliënt. Er ontstaat inzicht in de persoonlijke beleving en emoties, de manier van oriënteren, contact maken, communiceren, initiatieven nemen en de manier waarop de client oplossingen bedenkt.

Constructieve hantering probleemgedrag
Dit instrument helpt de begeleider om op moeilijke momenten, al dan niet met probleemgedrag, actief samen te werken met de cliënt. Het helpt de begeleider onderscheid te maken tussen de betekenis van het probleemgedrag voor de cliënt en de emotionele reacties van de begeleider op het probleemgedrag. Als de begeleider inziet wat het probleemgedrag betekent voor de cliënt, kan hij hem/haar helpen daar een andere oplossing voor te vinden.

Functioneringsprofiel
Dankzij het functioneringsprofiel wordt de begeleider zich bewust van de verwachtingen die de cliënt onbewust bij hem oproept. Het geeft de begeleider inzicht op grond waarvan hij de cliënt over- of onderschat. Doordat hij meer inzicht krijgt, kan hij zijn reacties beter afstemmen op wat de cliënt op een bepaald moment aankan. Daarmee voorkomt de begeleider veel stress bij de cliënt en zichzelf.

Relatiedynamiek
Het instrument relatiedynamiek brengt de dynamiek terug in een vastgelopen relatie tussen begeleider en cliënt. Het maakt de begeleider bewust van hoe hij zich opstelt ten opzichte van de cliënt, en van het beroep dat hij daarmee doet op de cliënt. Het omgekeerde geldt ook: hij krijgt meer oog voor het beroep dat de cliënt op hém doet.

Videotraining
Het instrument videotraining helpt de begeleider bij het ontwikkelen en zich eigen maken van relationele kwaliteiten. De begeleider leert zichzelf feedback geven op de relationele kwaliteit die hij zelf heeft uitgekozen. Die gaat hij/zij oefenen in de praktijk, mèt de cliënt. Van die begeleidingssituatie worden video-opnames gemaakt, die na afloop besproken worden.

Bron: Heijkoop-academy

Beleven in muziek (BIM)

BiM, Beleven in Muziek, stimuleert het ervaren van het lichaam door de muziek te laten voelen. Doelgericht in te zetten voor o.a. contact, communicatie, alertheid, ontspanning, plezier. BiM draagt ook bij aan de muzikale ontwikkeling.

Op speciaal ontwikkelde muziek wordt de deelnemer door de BiM gever aangeraakt met speciale objecten zoals ballen, zacht handschoenen of veren. Ieder muziekstuk heeft zijn eigen bewegingen en objecten. Ook wordt soms gewerkt met etherische oliën.

Financieringsmogelijkheden

De jobcoaches hebben ruime kennis op het gebied van wet- en regelgeving en de financiering van trajecten. Zij kunnen je alles vertellen of je in aanmerking komt voor ondersteuning van een jobcoach.

Wet Langdurige Zorg (WLZ), aanvraag bij CIZ
De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die intensieve begeleiding en nabijheid nodig hebben. Een indicatie voor dagbesteding wordt afgegeven door het Centrum indicatie Zorg (CIZ).

Sociaal Activering traject, aanvraag UWV
Sociale activering is bedoeld als een voorbereidingsperiode op een betaalde baan met behoud van uitkering. De duur van het traject is maximaal 1 jaar. Dit traject wordt onder andere ingezet om te participeren in de maatschappij, zelfvertrouwen op te bouwen en werkervaring op te doen. Tevens wordt er aandacht besteed aan sollicitatievaardigheden en kan onderzocht worden welke beroepen passend zijn.

Individueel Re-integratie traject (IRO), aanvraag UWV
Het doel van het IRO traject is het verkrijgen van een passende betaalde baan. De jobcoach zal jou begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een geschikte baan.

Persoonlijke Ondersteuning (PO), aanvraag UWV
Indien je een betaalde baan hebt en je hebt hierbij extra ondersteuning nodig dan kun je aanspraak maken op een traject Persoonlijke Ondersteuning/ Jobcoaching. Denk hierbij aan onder andere het trainen van werknemersvaardigheden. Voor meer informatie over dit traject en de eventuele aanvraag kan je terecht bij een jobcoach.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), aanvraag gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO. Deze wet omvat activiteiten die het je mogelijk maken om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Voor meer informatie verwijzen wij je naar de website van de gemeente.

Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen.
Op de website van het CAK kunt u een indicatie krijgen van de hoogte van de eigen bijdrage.

Omgevingszorg

Een omgeving, die goed is afgestemd op mensen bij wie sprake is van dementie of een hersenbeschadiging heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van die mensen. Aandacht voor die omgeving noemen we omgevingszorg.

Omgevingszorg beschouwd de invloed van de omgeving op mensen met een beschadigd brein, waaronder dementie. Mensen met dementie worden in toenemende mate afhankelijk van prikkels uit de omgeving. De prikkelverwerking in het brein is verstoord. Hierdoor iemand met dementie zijn/haar gedrag niet meer uit zichzelf sturen. Gedrag wordt meer en meer bepaald door de omgeving.

Een ongunstige omgeving speelt dan ook een belangrijke rol bij het ontstaan van onbegrepen (probleem)gedrag. Mensen met een beschadigd brein reageren vaak impulsief, reflexmatig en intuïtief op omgevingsprikkels. Bij omgeving kan worden gedacht aan: de fysieke omgeving, werk- en leefprocessen (waaronder de bejegening) en de dag- en tijdsbesteding.

Een omgeving, die is vormgegeven vanuit de ideeën van omgevingszorg, is een omgeving, die

  1. Overzichtelijk, duidelijk en herkenbaar is;
  2. Daardoor begrepen wordt;
  3. Doelgericht gedrag uitlokt;
  4. Zorgt voor de juiste prikkel op het juiste moment;

Door de omgeving en het gedrag methodisch te observeren ontstaat inzicht in ontregelende situaties en storende prikkelbronnen. Dit geeft praktische handvatten voor optimale omgevingszorg: het toepassen van verbeteringen in de leefomgeving van mensen met een beschadigd brein. Het resultaat is een zichtbaar positieve uitwerking op het gevoel van welbevinden en veiligheid. De stress vermindert en niet begrepen (probleem) gedrag neemt af.

Meer info:
breincollectief.nl

LACCS

Het LACCS-programma richt zich op de kwaliteit van leven van cliënten met EVMB. Binnen het programma wordt er aan de hand van vijf gebieden gekeken hoe goed het leven van de cliënt is. De vijf gebieden sluiten aan bij algemene menselijke behoeften. De gebieden zijn:

  • Lichamelijk welzijn
  • Alertheid
  • Contact
  • Communicatie
  • Stimulerende tijdsbesteding

Door bewust te kijken naar deze vijf gebieden en hoe ze voor een cliënt verbeterd kunnen worden, werken alle betrokken samen aan een goed leven voor de cliënt. Per gebied zijn er een aantal waarden geformuleerd die helpen om concreet te kijken naar de kwaliteit van het leven van de cliënt. De vijf LACCS-gebieden zijn allen even belangrijk.

Het LACCS-programma kenmerkt zich door een zeer cliëntgerichte ondersteuning. De vijf gebieden hebben een directe relatie met het dagelijks leven van de cliënt. Het zien van ontwikkelmogelijkheden, hoe klein dan ook, speelt binnen het LACCS-programma een belangrijke rol.

Meer info:

Naar de inhoud springen