Do re mi fa so la ti do! Hoewel hij al dertig jaar beroepsmuzikant was, kwamen de toonladders allemaal weer voorbij tijdens de opleiding tot muziekagoog. Jan Koppes dreunde ze weer met alle plezier op. Het was voor het goede doel, dus waarom moeilijk doen.
“De optredens met mijn band ‘Liever Live’ werden zwaarder. ’s Nachts laat thuis, het werd tijd voor iets anders. Ik wilde meer overdag gaan werken. Met mensen werken vond ik fijn en zo kwam ik in eerste instantie een middag op de Scholekster in Zwaag te werken”, vertelt een enthousiaste Jan. “Van het een kwam het ander en een paar jaar later startte ik met de opleiding tot muziekagoog. Het werken met mensen met een beperking combineren met mijn liefde voor muziek: hoe mooi is dat! Muziek kan zóveel doen met mensen. En ik vind het leuk om voor iedereen, met welke beperking ook, iets passends te zoeken. Muziekstukken aanpassen, kleurtjes op de pianotoetsen, noem maar op.”
Jan raapt nog snel wat bladmuziek bij elkaar, want de popgroep staat al klaar. De dubbele deur van de studio, bedoeld om de muziek binnen te houden, mag niet baten. Al voor je de ruimte binnen gaat, is het klip en klaar: hierbinnen zijn muzikanten aan de gang. Eenmaal in de ruimte tref je een studio, zoals studio’s zijn. Overal staan instrumenten en versterkers. Er is een woud van microfoonstandaards en een wirwar van kabels die in een georganiseerde chaos allemaal ergens aan vast lijken te zitten. Oppassen dus. Voor je het weet blijf je ergens achter haken.
Derrick (djembé en zang) heeft een idee. Hij wil dat ene nummer spelen. Het punt is: hij weet de titel niet meer. Jan en de anderen opperen de ene na de andere song. Maar ondanks dat zo’n beetje de hele top honderd aller tijden voorbij komt, duikt Derricks verzoek niet op. Dan maar Simon and Garfunkel. Vier vooraf en het geluid van de stilte voert je mee naar 19 februari 1981. New York, Central Park.
Jochem speelt de basgitaar. Met soepele vingers plukt hij aan de metalen snaren. Zijn hand rust losjes op de kast van het instrument terwijl zijn vingers funky licks de studio in slingeren. Zijn kin beweegt hij, zoals bassisten dat altijd doen, ritmisch naar voren en weer terug. Zo nu en dan pakt hij de microfoon en laat horen dat zijn stem ook wat kan.
Drie leerlingen
Jan: “Ik begon met drie leerlingen, inmiddels zijn het er hier zo’n veertig. Voor mij alleen is dat te veel dus sinds een jaar of twee neemt Rob Stutterheim wat lessen voor zijn rekening. De samenwerking met COOL is vanaf dag één fijn. Dat is door de jaren heen niet veranderd.”
“We hebben een popgroep, maar bespelen ook verschillende instrumenten in klein groepsverband. Daarnaast geef ik individueel les. Tijdens een intakegesprek kijk ik met de cliënt wat hij of zij wil en waar iemand het beste uit de verf komt. Muzikale vaardigheden aanleren is een van de dingen die we doen, maar met muziek kun je natuurlijk veel meer: motoriek verbeteren, geheugentraining en werken aan spraak. Of je er simpelweg beter door voelen!”
Podiumbeesten
Twee keer per jaar treden ze op. Voor Kerst en richting de zomer. De ene keer in het muziekcafé van COOL en de andere keer in het Leescafé in het Gemeentehuis. “Mooi om te zien hoe iedereen dan zijn best doet”, glundert Jan. “Het is leuk om naar zo’n optreden toe te werken. Samen een doel te hebben. Maar ook spannend natuurlijk. Ga jezelf maar na. Sta je daar ineens op een podium voor allemaal mensen die naar je zitten te kijken. Voor familie die soms helemaal uit Brabant ‘over’ komt en de boel gaan filmen. En dan de adrenaline die loskomt! Het mooiste voorbeeld vind ik van iemand die in het dagelijks leven nauwelijks kan lopen en tijdens het optreden ineens krachtig opstaat. Wat een kick.”
Dan een doorbraak: Derrick weet weer welk nummer hij bedoelt. Lag de hele tijd al op het puntje van zijn tong. Nu schiet het hem te binnen. Ineens. ‘Tears in Heaven’ van Eric Clapton, dat is ‘m. Wil hij dolgraag spelen. Maar ja, de tijd is om. Hij dringt nog wat aan, maar het kan echt niet meer. Er staan al taxi’s te wachten. “Volgende keer ons openingsnummer”, belooft Jan.