figuur op woelige golven

Psychose

Een realiteit die alleen de jouwe is

Tekst: Eric Minten 

17-09-2020

Psychose: een verstoring van de realiteitstoetsing. Het brein is niet meer in staat om prikkels uit de binnen- en buitenwereld juist te interpreteren en te ordenen. Jacinta Bruin is Arts Verstandelijk Gehandicapten (AVG) en Christine Zielhuis is orthopedagoog en volgt op dit moment de opleiding tot GZ-psycholoog. Beiden vertellen zij, vanuit hun eigen perspectief, over de psychiatrische ziekte psychose.

Een verstoring van de realiteitstoetsing dus. Lastig daarbij is dat de persoon in kwestie overtuigd is van zijn eigen realiteit. Er kan daardoor al snel sprake zijn van weinig of geen ziektebesef. Ga maar na: hoe werkelijk is jouw eigen realiteit? Uitleggen dat de persoon de delen van de wereld om hem heen verkeerd ziet, dat hij of zij niet in de gaten gehouden wordt door de geheime dienst, is niet altijd mogelijk. Het kan gemakkelijk tot een verslechtering van de onderlinge relatie leiden. Niet alleen is het confronterend wanneer iemand zegt dat jouw realiteit niet klopt, het zou, in de beleving van de ander, net zo goed een bevestiging van hét complot kunnen zijn.

Problemen bij psychose

In zijn boek In gesprek met psychose (2012), beschrijft Jules Tielens vier onderdelen waaruit de problemen bij een psychose kunnen bestaan.
1. Problemen in de betekenisgeving;
2. Problemen in de waarneming;
3. Problemen bij cognitief functioneren;
4. Problemen in het emotionele leven.

1. Problemen in de betekenisgeving

De hele dag door geven we betekenis aan de wereld om ons heen. Hiervoor gebruiken we onze zintuigen en onze gedachten en gevoelens. Het geven van betekenis aan de materiële wereld levert voor iemand met een psychose meestal geen problemen op. Tielens zegt hierover: “Je ziet bij psychotische mensen ook zelden problemen bij deze materiële zaken. Iemand met een psychose vindt een stoel, net als wij, een stoel.”

Dit eenduidige zicht op de realiteit verloopt bij immateriële zaken echter verstoord. Je staat er wellicht niet bij stil, maar de betekenisgeving van ons sociale verkeer, is een behoorlijk complexe aangelegenheid. Er zijn meer dan voldoende mogelijkheden voor een verkeerde interpretatie. Om fouten in de interpretatie van onze sociale omgang te voorkomen, gebruiken we normaal gesproken de context van de situatie. Wat een ander met zijn of haar gedrag wil zeggen, wordt voor een groot deel duidelijk door de situatie waarbinnen het gedrag wordt vertoond.

Jacinta: “Een van de meest voorkomende verstoringen in de waarneming bij mensen met een psychose is het gevoel achtervolgd te worden. Men denkt dat anderen het doorlopend op hen gemunt hebben. Dit kan gaan om specifieke personen die, bijvoorbeeld tijdens het winkelen, in de beleving van de persoon, steeds opduiken. De persoon in kwestie kan denken dat zij kwaad in de zin hebben. Soms kun je deze gedachten in een gesprek een beetje ontkrachten. Echter, wanneer er sprake is van een floride psychose, dit is een psychose die al langere tijd gaande is en helemaal doorontwikkeld is, krijg je mensen niet meer van hun gedachten af. Zulke verstoorde waarnemingen kunnen tijdens een normaal verlopend gesprek terloops ter sprake komen. Wanneer je erop doorvraagt, zie je dat mensen het gevoel krijgen dat ze niet geloofd worden. Soms worden ze dan wat voorzichtiger met hun verhaal, maar blijven vast overtuigd. Ook zijn mensen vaak angstig. Ze slapen slecht en het dagelijks functioneren gaat moeizaam.”

Christine: “Een treffend voorbeeld van het niet meer kunnen functioneren is te zien in de film A beautiful mind met Russel Crowe. De hoofdrolspeler, een wiskundige, raakt volledig in de ban van zijn psychose. Normaal functioneren is niet meer mogelijk. Hij wordt in zijn realiteit doorlopend achtervolgd door mensen, die visuele hallucinaties blijken te zijn. Hij loopt vast in berichten uit vage brievenbussen en zijn briljante ideeën, die op vele schoolborden staan uitgeschreven, zijn volslagen onzin. Zijn dagelijks leven staat volledig in het teken van zijn ziekte.”

Alles wordt gezien als bewijs van die ene gedachte. Wat er ook gebeurt, de persoon in kwestie ziet zijn eigen realiteit bevestigd.

Bij de interpretatie van de sociale context, zoals tijdens het winkelen, hebben we een enorme hoeveelheid genuanceerde keuzes en mogelijkheden die ons helpen het gedrag van anderen juist te interpreteren. Mensen met een psychose hebben dit scala aan mogelijkheden niet meer. Telkens is één bepaalde interpretatie van de context dominant. Tielens gebruikt het voorbeeld van een grootheidswaan. Iemand met een dergelijke waan zal doorlopend denken dat iedereen hem geweldig vindt en aanbidt. Hij geeft aan dat interpretaties als het ware ‘voorgeprogrammeerd’ zijn. Mensen met een psychose worden als een magneet naar deze interpretaties toegetrokken zonder dat zij nog andere mogelijkheden (kunnen) overwegen.

Christine: “In het geval van een psychose worden de dingen die mensen ervaren doorlopend dezelfde kant op getrokken. Alles wordt gezien als bewijs van die ene gedachte. Wat er ook gebeurt, de persoon in kwestie ziet zijn eigen realiteit bevestigd. ‘Zie je wel dat ik in de gaten gehouden wordt. Zie je wel dat Michael Jackson verliefd naar mij kijkt via de tv! Hij knipoogde naar mij! Zie je dat dan niet?!’ In dat soort gevallen wordt de realiteit consequent anders gelabeld.”

Jacinta: “Het is kenmerkend dat de verkeerde interpretaties van de werkelijkheid bij een persoon tijdens een volgende psychose in dezelfde vorm terugkomen. Dezelfde beroemdheid komt ineens weer terug in de verhalen die de persoon in kwestie vertelt of dezelfde achtervolgingswaan komt weer terug. Het is blijkbaar zo dat dezelfde persoonlijke ervaringen getriggerd worden bij een volgende psychose. Zo’n terugkerend verhaal is voor ons een indicatie dat we extra alert moeten zijn.”

Naast dit gebrek aan alternatieve interpretaties verloopt, tijdens een psychose, het denken ook anders. Het brein denkt sneller en legt veel bredere associaties dan normaal. Hoewel een brein onder normale omstandigheden ook veel associaties legt, wordt het leeuwendeel daarvan weggefilterd omdat ze onbruikbaar zijn.
Christine: “Mensen met een psychose vertellen ook wel dat de wereld ongefilterd bij hen binnenkomt. Hier worden zij ontzettend moe van.”
Het is dus maar goed dat ons brein zo’n filtermechanisme heeft. Zouden alle associaties even nadrukkelijk binnenkomen dan zou je behoorlijk in de war raken. Dit is dan ook precies wat de omgeving van iemand met een psychose als eerste waarneemt: de persoon komt verward over. Tielens stelt dat de persoon zichzelf niet als verward ziet, maar juist als iemand die heel hard nadenkt.

Christine: “Voor mensen met een licht verstandelijke beperking geldt dat zij soms kunnen vertellen over hun ervaringen. Zo kan die informatie een rol spelen bij een diagnose. Bij mensen met een zwaardere verstandelijke beperking is dat moeilijker. Bij hen is het belangrijk dat je goed kijkt naar wat er aan de hand is. Anton Došen1 spreekt over een ‘desintegratie van de gehele persoon’. Je ziet een persoon, bij wijze van spreken, uit elkaar vallen. Het lukt die persoon niet meer om te blijven wie hij was. Iemand met een ernstig verstandelijke beperking kan niet vertellen: ‘Ik zie ze letterlijk vliegen’. Toch kun je dan gedrag zien dat je eerder niet gezien hebt. Mensen kunnen bijvoorbeeld dingen uit de lucht lijken te slaan. Tegelijk blijft het altijd lastig om dat gedrag op zichzelf te labelen. Het is meer een optelsom van verschillende dingen. Komt gedrag bijvoorbeeld alleen onder bepaalde omstandigheden voor? Is er sprake van cognitief verval of een verval van vaardigheden? Het is in de behandeling vaak zoeken naar wat werkt. Het stellen van een heldere diagnose is niet altijd eenvoudig. Je bent op zoek naar dingen die je kunt doen om iemand weer wat levenskwaliteit te geven.”

2. Problemen in de waarneming

Door verstoring van de waarneming kan een persoon met een psychose last van hallucinaties hebben: dingen horen, zien, voelen, proeven of ruiken die er niet zijn. Het zijn waanwaarnemingen die voor de persoon in kwestie waar zijn. Tielens geeft als voorbeeld dat een persoon met een psychose mensen op straat over hem of haar kan horen praten en dan ook nog precies díe dingen waar de persoon zelf nét aan dacht. Mensen kunnen doorlopend gas ruiken, bloed proeven of straling op hun huid voelen. Daarnaast kunnen mensen ook vreemde lichaamsbelevingen hebben. Zo kunnen zij bijvoorbeeld het gevoel hebben dat er vreemde dingen in hun lichaam zijn geplaatst waarmee zij in de gaten gehouden worden.

Christine: “Voor mensen met een verstandelijke beperking is het soms heel moeilijk om te onderscheiden of zij stemmen in hun hoofd horen of dat er sprake is van, wat ik noem, ‘zelfpraat’. Jij en ik horen ook de hele dag stemmen. We kunnen dat herkennen als onze eigen stem of gedachten. Of er gebeurt iets en je hoort bijvoorbeeld de stem van je moeder die daar altijd iets van vond. In dat laatste geval labelen wij dat als een herinnering. Dus wanneer is iets een psychose, zelfpraat of een herinnering? Voor mensen met een verstandelijke beperking is dat soms moeilijk te onderscheiden.”

3. Problemen bij cognitief functioneren

‘Cognitieve functiestoornissen’ is het jargon voor wat hier bedoeld wordt. Een verstoorde cognitieve verwerking van allerlei soorten informatie. Ook deze informatieverwerking is onder normale omstandigheden zo vanzelfsprekend dat hij nauwelijks opvalt. Zo is het interpreteren van de toon van een gesprek, het herkennen van gezichtsuitdrukkingen, flexibel kunnen schakelen tussen verschillende taken en onderwerpen, het filteren van informatie en het omgaan met abstracties normaal gesproken geen probleem. Bij mensen met een psychose werkt dit anders. Tielens geeft aan dat bijvoorbeeld onze taal vol abstracties zit. Gezegdes kunnen door mensen met een psychose daardoor volledig verkeerd begrepen worden. Ze kunnen bijvoorbeeld gemakkelijk letterlijk opgevat worden. Tielens geeft als voorbeeld dat hij ooit een patiënt vroeg of deze ‘lekker in zijn vel’ zat? Waarop de patiënt vroeg wat zijn vel ermee te maken had? Ook het niet herkennen van gezichtsuitdrukkingen kan tot verkeerde interpretaties leiden. Juist in communicatie geven non-verbale signalen veel informatie. Wanneer deze niet of verstoord waargenomen worden, kan het gedrag van anderen makkelijk verkeerd gelabeld worden. Voeg hier de eerdergenoemde magneetwerking van bepaalde interpretaties aan toe en een alternatieve realiteit ligt voor het oprapen.

De omgeving van mensen met een psychose haakt uiteindelijk vaak af. Mensen met een psychose zijn voor hen niet meer te volgen.

4. Problemen in het emotionele leven

Als vierde probleem bij een psychose benoemt Tielens emotionele vervreemding. Hij stelt dat je in normaal dagelijks contact kunt reageren op wat een ander je geeft. Bijvoorbeeld warmte, aandacht, begrip, vriendelijkheid, etc. Een persoon met een psychose kan hier, volgens Tielens, weinig mee. Er is sprake van afstand zonder dat je het gevoel krijgt dat de persoon in kwestie hiervoor kiest. Deze vervlakking is vaak ook terug te vinden in de manier waarop iemand spreekt of diens gezichtsuitdrukkingen. Door het ontbreken van een emotionele gedrevenheid kan een persoon apathisch overkomen. Tielens zegt: ‘Zo ontstaat een emotioneel arme wijze van contact.’ Deze emotionele barrières voeden een ander probleem dat mensen met een psychose vaak ervaren: eenzaamheid.

Christine: “De omgeving van mensen met een psychose haakt uiteindelijk vaak af. Mensen met een psychose zijn voor hen niet meer te volgen. Een korte tijd willen mensen het vreemde contact wel volhouden, maar uiteindelijk moet het dan wel klaar zijn met die rare verhalen. Hierdoor kunnen mensen met een psychose makkelijk vereenzamen.”

Chemie in het brein

Dopamine is een neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij het ontstaan en het verloop van een psychose. Jacinta: “Dopamine is noodzakelijk in onze hersenen. Het activeert ons en kan ons een gelukkig gevoel geven. Pas als je er te veel van hebt, gaat het averechts werken.” Om een psychose te kunnen begrijpen is het belangrijk de rol van neurotransmitters, en dopamine in het bijzonder, goed te snappen.

Neurotransmitters

Neurotransmitters zijn chemische stofjes die de signaaloverdracht regelen tussen zenuwcellen. Zenuwcellen zijn met elkaar verbonden via synapsen. Wanneer een zenuwcel een impuls (een zeer klein elektrisch signaal) ontvangt, worden er neurottransmitters vrijgemaakt uit deze cel. Deze neurotransmitters hechten zich aan de receptoren van een volgende zenuwcel. Door deze hechting gaan de ionenkanalen in de ontvangende zenuwcel open waardoor er een in- of uitstroom van ionen plaatsvindt. Ionen zijn positief of negatief geladen. Wanneer er voldoende neurotransmitter is afgescheiden en gehecht is aan de receptoren, kan het spanningsverschil in de betreffende zenuwcel, als gevolg van de in- of uitstroom van ionen, groot genoeg worden om een actiepotentiaal op te wekken. Dit maakt dat een zenuwcel zijn eigen elektrische signaal kan afvuren. Op deze manier worden signalen tussen zenuwcellen doorgegeven. Dit gaat met een zeer hoge snelheid. Neurotransmitters die zijn uitgescheiden worden opgeruimd door enzymen of weer opgenomen door de zenuwcel. Hierdoor stopt de spanningsopbouw in de zenuwcel waardoor deze stopt met het afgeven van een impuls.

Juist vanuit hun angsten zijn ze achterdochtig over wat je ze gaat geven. Ook kunnen mensen het idee hebben dat het vanzelf wel weer goed komt..

De verschillende neurotransmitters hebben allen een verschillende functie. Serotonine wordt, zo zegt Tielens, in verband gebracht met stemmingen. Bij dopamine is er een verband gevonden met psychose. Het brein moet de hele dag allerlei indrukken verwerken. Van buitenaf komen prikkels het brein binnen via onze zintuigen en van binnenuit is ons brein betrokken bij gedachten en emoties. Al deze activiteit wordt getransporteerd via impulsen en zenuwcellen. Een impuls die te zwak is dooft uit en komt dus niet door en een impuls die te sterk is zou het brein overbelasten. Bij het regelen van de sterkte van de signalen is dopamine betrokken. ‘De volumeknop in ons brein’, noemt Tielens het. Dopamine heeft hierbij niet alleen invloed op het verzwakken of versterken van een signaal, het heeft ook invloed op de wijze waarop we betekenis geven aan de dingen. Het bepaalt hoeveel emoties we voelen bij de dingen die het brein verwerkt. Tielens noemt dopamine in dat opzicht de ‘markeerstift’ van ons brein. Dingen die belangrijk zijn om te onthouden worden met meer dopamine gemarkeerd dan dingen die minder belangrijk zijn.

Medicijnen

Jacinta: “Psychose is een psychiatrische ziekte waar we nog maar weinig van weten. Je kunt geen diagnose stellen door bloed te prikken of een MRI-scan van de hersenen te maken. Het enige dat we weten is dat bij een psychose dopamine in de hersenen doorlopend geactiveerd wordt en ervoor zorgt dat het proces van angsten en vreemde waarnemingen gaande blijft. Wanneer we een medicijn geven, is dit een anti-dopamine medicijn. Je ziet de psychotische belevingen dan verbleken. Dit heeft wel tijd nodig. Het kan een paar dagen tot een week duren voordat het medicijn effect heeft. Tegelijk kom je ook wel tegen dat het een paar maanden duurt voordat iemand weer een beetje zichzelf is. Ongeveer 50 tot 70 procent van de mensen met een psychose kun je uitleggen waarom het beter is om medicijnen te nemen. Je kunt vertellen dat ze er weer wat beter van gaan slapen en dat ook de angsten minder zullen worden. Er is echter ook een groep waarbij die boodschap niet aankomt. Juist vanuit hun angsten zijn ze achterdochtig over wat je ze gaat geven. Ook kunnen mensen het idee hebben dat het vanzelf wel weer goed komt. Een psychose gaat echter bijna nooit vanzelf over. Ik heb wel eens een patiënt gehad waar ik dagelijks mee ging praten om haar te bewegen de medicijnen te nemen. Maar wat ik ook probeerde ze wilde het niet. Uiteindelijk, en dat zijn uitzonderlijke gevallen, kan het voorkomen dat je iemand dan, ondanks zijn of haar weerstand, toch medicijnen geeft. Iemand is dan al weken angstig en ernstig verward en er is geen herstel zichtbaar. Je spreekt dit uitgebreid door met een heel team. Je wilt er met elkaar zeker van zijn dat er geen andere opties meer zijn.”

Christine: “De veranderingen in dopamine spelen op twee plekken in de hersenen een rol. Ten eerste in het frontale gedeelte van de hersenen. Dit is het gedeelte van de hersenen waar je dingen plant, waar emoties gereguleerd worden en het abstract denken plaatsvindt. In dit gebied kan bij een psychose minder dopamine voorkomen waardoor mensen apathisch worden. Ze komen dan eigenlijk tot niets meer. Nemen geen initiatief meer. Ze zitten maar wat. Dit noem je dan negatieve symptomen, omdat er iets verdwijnt en je energie afneemt. Door het gebruik van anti-dopamine medicijnen kunnen deze negatieve symptomen prominenter worden.

Het andere deel van de hersenen waar de dopamine effect heeft, ligt dieper in het brein, in het centrale deel. Hier is juist meer dopamine beschikbaar, waardoor dit deel steeds meer overuren gaat maken. Dit leidt tot wanen en hallucinaties. Dit zijn de dingen waar mensen heel erg moe van worden. Dit noem je de positieve symptomen omdat er iets bij komt. De positieve en negatieve symptomen kunnen gelijktijdig voorkomen, maar ook los van elkaar.”

Verschillende ziektebeelden

Christine: “De ene mens kan vatbaarder zijn voor een psychose dan de ander. Ook het gebruik van cannabis of cocaïne kan een trigger zijn voor een psychose wanneer je er al gevoelig voor bent. Daarnaast kan een psychose een onderdeel zijn van heel veel verschillende ziektebeelden of stoornissen. Zo heb je bijvoorbeeld de klassieke schizofrenie waarbij je je hele leven gevoelig voor psychoses bent en regelmatig psychotische episodes doormaakt. Daarnaast heb je mensen die eenmalig een psychose doormaken. Ook in een depressie kun je psychotische momenten hebben en zelfs autisme kan gepaard gaan met psychotische symptomen. Het is dan ook belangrijk dat wanneer je nadenkt over een behandeling, je goed kijkt naar wat er écht aan de hand is. Zo las ik over een man die ten einde raad was omdat de behandeling voor zijn psychose niet aansloeg. Hij bleek echter geen psychose te hebben, maar een dwanggedachte. De behandeling werd aangepast en binnen een jaar was hij van zijn dwanggedachten af.”

Jacinta: “Ook mensen met een bipolaire stoornis kunnen in de manische fase psychotisch worden. Het is de fase waarin ze zich goed voelen, vol energie zijn, er helemaal voor gaan en weinig slaap nodig hebben. De dopamine draait dan op volle toeren en kan op die manier tot een verstoring in de balans leiden waarbij een psychose kan optreden. Een van de dingen die we ook altijd graag willen bij mensen met een psychose is dat het slaappatroon hersteld wordt.”

1) Em. Prof. Dr. Anton Došen was bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen met als leeropdracht ‘Psychiatrische aspecten van verstandelijke beperking’. Daarnaast was hij (kinder)psychiater.

Bron:
Tielens, J. (2012). In gesprek met psychose (1e druk, vierde oplage ). Utrecht, Nederland: De Tijdstroom.

Meer weten over psychose?
www.psychosenet.nl

Delen? Graag!

Lees ook deze verhalen...

Kunst met een glimlach

Bij binnenkomst in het pand aan De Oude Veiling in Zwaag herken ik hem direct. Achter de receptie zit Daan Cornelius (26) met zijn kenmerkende grote glimlach. Al bijna tien
Lees meer...

Innovatieve hulpmiddelen

De technologische ontwikkelingen in de zorg gaan snel. Wendy Langedijk, medewerker van het team innovatieve zorgtechnologie vertelt erover. “Ook omgevingsbediening blijft zich ontwikkelen. Deze systemen zorgen voor meer zelfstandigheid en
Lees meer...

Kunst met een glimlach

Bij binnenkomst in het pand aan De Oude Veiling in Zwaag herken ik hem direct. Achter de receptie zit Daan Cornelius (26) met zijn kenmerkende grote glimlach. Al bijna tien
lees meer...

Innovatieve hulpmiddelen

De technologische ontwikkelingen in de zorg gaan snel. Wendy Langedijk, medewerker van het team innovatieve zorgtechnologie vertelt erover. “Ook omgevingsbediening blijft zich ontwikkelen. Deze systemen zorgen voor meer zelfstandigheid en
lees meer...
Stappenplan koffiedrinken

Bij mensen met een beschadigd brein, bijvoorbeeld bij dementie, kunnen onnodige prikkels en onrust leiden tot een gebrek aan concentratie of beangstigende situaties. De begeleiding van cliënten met een beschadigd brein is er dan ook vaak op gericht om afleidende en storende prikkels te vermijden. Het herkenbaar maken van activiteiten speelt daarbij een rol. Hieronder een stappenplan voor koffiedrinken. Door consequent het plan te volgen wordt de activiteit ‘koffie drinken’ herkenbaar en voorspelbaar. 

Stappenplan koffiedrinken

1. Koffie/thee kar klaarzetten met alles erop, dit voorkomt veel heen en weer geloop van de begeleider. Heen en weer lopen geeft onnodige prikkels en onrust bij de cliënt.

2. Deuren sluiten en een “Niet storen” bordje op de deur hangen, dit voorkomt dat mensen in en uitlopen.

3. Alles van de kar op tafel zetten, als dan de cliënten aan tafel komen staat alles al klaar. Dus minder prikkels. Begeleiders kunnen zich totaal richten op de cliënt en op het koffie drinken.

4. Cliënten naar vaste plaats aan de tafel begeleiden (eerst afstemmen, contact maken en dan verleiden!), kijk eerst in de ogen van de cliënt : ziet hij/zij je en waar kijkt hij/zij naar en hoe staan de ogen. Maak contact dmv toelachen, aanraken en vervolgens verleiden.

5. Muziek uitzetten (als cliënten niets zeggen, dan zachte muziek), pas uitzetten als iedereen aan tafel zit, omdat de hersenen dan wel bezig gehouden worden met het geluid (geen prikkel leidt tot angst en onrust).

6. Begeleiders gaan aan tafel zitten en blijven zitten. Ze drinken zelf mee (maar houden geen pauze!!). Begeleiders zijn gericht op de cliënten, ze praten niet teveel met elkaar, door zelf mee te drinken stimuleert dat cliënten om zelf ook mee te drinken.

7. Er is een duidelijk begin en duidelijk eind.

8. Na afloop ruimt 1 begeleider de tafel af (eventueel met hulp van een cliënt), een ander begeleidt cliënten naar een andere plaats in de ruimte. Zo worden cliënten geholpen om zich in te stellen op een nieuwe activiteit/nieuwe plaats in de ruimte.

Browsericoon Esédége-Reigersdaal

Browser niet geschikt

De Internet Explorer browser is sterk verouderd en niet in staat om moderne websites als deze correct weer te geven.

   Sommige onderdelen van deze website zullen in Internet Explorer daarom niet goed functioneren.

Voor de beste ervaring gebruik een moderne browser zoals Google Chrome.

Omgevingszorg

Een omgeving, die goed is afgestemd op mensen bij wie sprake is van dementie of een hersenbeschadiging heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van die mensen. Aandacht voor die omgeving noemen we omgevingszorg.

Omgevingszorg beschouwd de invloed van de omgeving op mensen met een beschadigd brein, waaronder dementie. Mensen met dementie worden in toenemende mate afhankelijk van prikkels uit de omgeving. De prikkelverwerking in het brein is verstoord. Hierdoor iemand met dementie zijn/haar gedrag niet meer uit zichzelf sturen. Gedrag wordt meer en meer bepaald door de omgeving.

Een ongunstige omgeving speelt dan ook een belangrijke rol bij het ontstaan van onbegrepen (probleem)gedrag. Mensen met een beschadigd brein reageren vaak impulsief, reflexmatig en intuïtief op omgevingsprikkels. Bij omgeving kan worden gedacht aan: de fysieke omgeving, werk- en leefprocessen (waaronder de bejegening) en de dag- en tijdsbesteding.

Een omgeving, die is vormgegeven vanuit de ideeën van omgevingszorg, is een omgeving, die

  1. Overzichtelijk, duidelijk en herkenbaar is;
  2. Daardoor begrepen wordt;
  3. Doelgericht gedrag uitlokt;
  4. Zorgt voor de juiste prikkel op het juiste moment;

Door de omgeving en het gedrag methodisch te observeren ontstaat inzicht in ontregelende situaties en storende prikkelbronnen. Dit geeft praktische handvatten voor optimale omgevingszorg: het toepassen van verbeteringen in de leefomgeving van mensen met een beschadigd brein. Het resultaat is een zichtbaar positieve uitwerking op het gevoel van welbevinden en veiligheid. De stress vermindert en niet begrepen (probleem) gedrag neemt af.

Meer info:
breincollectief.nl

Financieringsmogelijkheden

De jobcoaches hebben ruime kennis op het gebied van wet- en regelgeving en de financiering van trajecten. Zij kunnen je alles vertellen of je in aanmerking komt voor ondersteuning van een jobcoach.

Wet Langdurige Zorg (WLZ), aanvraag bij CIZ
De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die intensieve begeleiding en nabijheid nodig hebben. Een indicatie voor dagbesteding wordt afgegeven door het Centrum indicatie Zorg (CIZ).

Sociaal Activering traject, aanvraag UWV
Sociale activering is bedoeld als een voorbereidingsperiode op een betaalde baan met behoud van uitkering. De duur van het traject is maximaal 1 jaar. Dit traject wordt onder andere ingezet om te participeren in de maatschappij, zelfvertrouwen op te bouwen en werkervaring op te doen. Tevens wordt er aandacht besteed aan sollicitatievaardigheden en kan onderzocht worden welke beroepen passend zijn.

Individueel Re-integratie traject (IRO), aanvraag UWV
Het doel van het IRO traject is het verkrijgen van een passende betaalde baan. De jobcoach zal jou begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een geschikte baan.

Persoonlijke Ondersteuning (PO), aanvraag UWV
Indien je een betaalde baan hebt en je hebt hierbij extra ondersteuning nodig dan kun je aanspraak maken op een traject Persoonlijke Ondersteuning/ Jobcoaching. Denk hierbij aan onder andere het trainen van werknemersvaardigheden. Voor meer informatie over dit traject en de eventuele aanvraag kan je terecht bij een jobcoach.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), aanvraag gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO. Deze wet omvat activiteiten die het je mogelijk maken om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Voor meer informatie verwijzen wij je naar de website van de gemeente.

Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen.
Op de website van het CAK kunt u een indicatie krijgen van de hoogte van de eigen bijdrage.

Beleven in muziek (BIM)

BiM, Beleven in Muziek, stimuleert het ervaren van het lichaam door de muziek te laten voelen. Doelgericht in te zetten voor o.a. contact, communicatie, alertheid, ontspanning, plezier. BiM draagt ook bij aan de muzikale ontwikkeling.

Op speciaal ontwikkelde muziek wordt de deelnemer door de BiM gever aangeraakt met speciale objecten zoals ballen, zacht handschoenen of veren. Ieder muziekstuk heeft zijn eigen bewegingen en objecten. Ook wordt soms gewerkt met etherische oliën.

Methode Heijkoop

De methode Heijkoop helpt een cliënt beter te begrijpen waardoor er passende ondersteuning geboden kan worden. Middels vijf verschillende instrumenten wordt onderzocht hoe een cliënt functioneert. In dit onderzoek zijn verwanten en teamleden intensief betrokken. Op basis van observaties en analyse wordt gezocht naar andere mogelijkheden om met een cliënt om te gaan.

De methode maakt gebruik van vijf instrumenten:
1. Ontdekkend kijken
2. Functioneringsprofiel
3. Constructieve hantering probleemgedrag
4. Relatiedynamiek
5. Videotraining

Ontdekkend kijken
Ontdekkend kijken is een vorm van videoanalyse. Het is het basisinstrument van de Methode Heijkoop. Het instrument helpt begeleiders betekenisvol en onbevooroordeeld naar de cliënt te kijken en maakt hen bewust van de unieke lichaamstaal van de cliënt. Er ontstaat inzicht in de persoonlijke beleving en emoties, de manier van oriënteren, contact maken, communiceren, initiatieven nemen en de manier waarop de client oplossingen bedenkt.

Constructieve hantering probleemgedrag
Dit instrument helpt de begeleider om op moeilijke momenten, al dan niet met probleemgedrag, actief samen te werken met de cliënt. Het helpt de begeleider onderscheid te maken tussen de betekenis van het probleemgedrag voor de cliënt en de emotionele reacties van de begeleider op het probleemgedrag. Als de begeleider inziet wat het probleemgedrag betekent voor de cliënt, kan hij hem/haar helpen daar een andere oplossing voor te vinden.

Functioneringsprofiel
Dankzij het functioneringsprofiel wordt de begeleider zich bewust van de verwachtingen die de cliënt onbewust bij hem oproept. Het geeft de begeleider inzicht op grond waarvan hij de cliënt over- of onderschat. Doordat hij meer inzicht krijgt, kan hij zijn reacties beter afstemmen op wat de cliënt op een bepaald moment aankan. Daarmee voorkomt de begeleider veel stress bij de cliënt en zichzelf.

Relatiedynamiek
Het instrument relatiedynamiek brengt de dynamiek terug in een vastgelopen relatie tussen begeleider en cliënt. Het maakt de begeleider bewust van hoe hij zich opstelt ten opzichte van de cliënt, en van het beroep dat hij daarmee doet op de cliënt. Het omgekeerde geldt ook: hij krijgt meer oog voor het beroep dat de cliënt op hém doet.

Videotraining
Het instrument videotraining helpt de begeleider bij het ontwikkelen en zich eigen maken van relationele kwaliteiten. De begeleider leert zichzelf feedback geven op de relationele kwaliteit die hij zelf heeft uitgekozen. Die gaat hij/zij oefenen in de praktijk, mèt de cliënt. Van die begeleidingssituatie worden video-opnames gemaakt, die na afloop besproken worden.

Bron: Heijkoop-academy

Van de boer

Wij boeren op een ouderwetse, kleinschalige manier op het voormalig eiland Wieringen. De boerderij ligt aan de rand van een vogelgebied en staat op een erf van ongeveer 40 are. De boerderij ligt 200 meter van de weg af en de dichtstbijzijnde buur woont 500 meter verderop.

​Een groot deel van het land ligt direct bij de boerderij. De rest ligt verdeeld in 7 kleine stukjes over het mooie Wieringen. Deze stukken worden voornamelijk gebruikt voor hooi. Het hooi (gedroogd gras) maaien we in het voorjaar en de zomer en daarna staan onze schapen en jongvee op deze landjes. We gaan hier dan iedere dag heen om te kijken of het met het vee goed gaat en om water te brengen.

De nadruk van het bedrijf ligt op de fok van koeien. We hebben ieder jaar ongeveer 35 koeien, volwassen en jongvee. Onze koeien zijn Lakenvelders. De Lakenvelder is een zeldzaam, ouderwets vleesras. In heel Nederland lopen ongeveer nog 2000 van deze koeien. We zijn lid van het stamboek en we doen mee aan het fokprogramma. We houden onze koeien op een natuurlijke manier, de koeien worden zomers door de stier gedekt. De kalfjes worden meestal in het weiland geboren. Ze blijven bij de moeder totdat het weer slechter wordt en ze op stal gaan. Dan pas worden de kalfjes bij de moeders weggehaald. Overtallige dieren, meestal stierkalveren, brengen we op een natuurlijke manier groot. Deze dieren gaan naar een ambachtelijke slager in een dorp verderop.

Het vlees dat wij leveren wordt ‘vlees met een goed verhaal’ genoemd. Dit is eigenlijk een win-win situatie; de mensen kunnen genieten van het mooie landschap met de koeien en kalveren en ze kunnen een lekker stukje van datzelfde vlees halen bij de slager in de buurt. Ze weten dan dat het goed en verantwoord is gegroeid en behandeld.
Wij zijn dan ook nauw betrokken bij de natuur. We hebben veel land met een uitgestelde maaidatum waar de vogels rustig kunnen broeden. De boer is zelf ook vrijwilliger om dit allemaal in kaart te brengen en de vogels in de gaten te houden.

We zijn sinds kort ook bezig om met varkens te gaan fokken. Ook dit is een apart ras, het Pietrain varken. Het Pietrain varken is een goed varken om kleinschalig te houden en zo op een natuurlijke manier een goed stukje vlees te produceren.

Vanaf 2016 hebben een mooie grote groentetuin en in de zomer van 2017 hebben we zelf een kippenhok gebouwd waar nu 40 kippen (voornamelijk Leghorn) in rondscharrelen.

Active Support

Active Support is een ondersteuningsmethodiek speciaal ontwikkeld om cliënten actief te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken zodat ze meer regie over hun leven krijgen. De methode gaat uit van een aantal algemene principes die van belang zijn voor een zo gewoon mogelijk leven:

  • deelnemen aan de samenleving
  • een netwerk van relaties hebben, waaronder familie en vrienden
  • deze relaties moeten van langere door zijn (continuïteit)
  • de kans krijgen om ervaringen op te doen en te leren
  • keuzemogelijkheden hebben en controle over het eigen bestaan
  • een zekere status krijgen en gerespecteerd worden
  • behandeld worden als een individu
Werken met een vertrouwensrelatie

Een cliënt heeft vertrouwen in jou nodig voordat hij een band met je aangaat. Pas als er een wederzijdse band is, kun je hem of haar stimuleren zich open te stellen om op onderzoek uit te gaan, nieuwe ervaringen op te doen, relaties aan te gaan en zich op alle gebieden te ontwikkelen: lichamelijk, cognitief en sociaal-affectief. Een vertrouwensband is dus een belangrijk aspect van de relatie.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Er wordt binnen Esdégé-Reigersdaal gewerkt met ondersteuningsplannen. In overleg met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger wordt in het ondersteuningsplan een beeld van de cliënt geschetst en van wat hij/zij nodig heeft om prettig te kunnen functioneren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd en waar nodig wordt het plan bijgesteld.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Bij haptonomisch verplaatsen staat zelfredzaamheid altijd centraal. Vooral omdat het meer respectvol is voor de cliënt en de zorgverlener. Want te veel doen voor een cliënt in de zorg ontneemt hem zijn mogelijkheden en zijn eigenwaarde. Te veel doen voor cliënten is daarbij onnodig zwaar voor de begeleiders en plaatst hen in een rol waarin geen samenwerking kan ontstaan met de cliënt. Met haptonomisch verplaatsen is de zelfredzaamheid voelbaar, zichtbaar en overdraagbaar. Het biedt praktische vaardigheden om te leren hoe de zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk behouden kan blijven.

Video-interactie training

Door middel van korte video-opnames waarbij de interactie tussen cliënt en (cliënt) begeleider centraal staat proberen we te leren van de situatie, het eigen gedrag en gedrag van cliënt beter te begrijpen om vervolgens de volgende keer daar weer beter mee om te gaan. De video-interactie training richt zich op ‘klein kijken’, waarbij signalen van de cliënt nauwkeurig kunnen worden geobserveerd en geïnterpreteerd. De video-interactie training is gebaseerd op de methode van Heijkoop.

Voorwaarden abonnement Bladeren

Begrippen

  • Bladeren
    Het tijdschrift met die titel, dat 4 maal per jaar wordt gemaakt en uitgegeven door Stichting Esdégé-Reigersdaal.
  • Abonnement
    Het abonnement is een éénmalige betaling die recht geeft op toezending van 4 opeenvolgende kwartaaluitgaven van Bladeren en heeft daardoor een looptijd van ongeveer één jaar.  

Bepalingen

  • Abonnees kunnen via e-mailadres bladeren@esdege-reigersdaal.nl contact opnemen met de redactie en administratie van Bladeren. 
  • Abonnees kunnen een adreswijziging doorgeven en klachten melden bij het niet ontvangen van Bladeren. 
  • Abonnees zijn verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een adreswijziging.
  • Indien gewenst kan de verdere toezending van Bladeren worden stopgezet.
  • Er vindt geen terugbetaling plaats voor niet ontvangen nummers bij onjuiste adressering of bij het stopzetten van de toezending.

Privacy
De verkregen adresgegevens worden uitsluitend gebruikt voor het toezenden van Bladeren en ze worden niet beschikbaar gesteld aan derden. Het privacy reglement van Esdégé-Reigersdaal is van toepassing.
Visie Esdégé-Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal is een visie gestuurde organisatie.

Onze visie:
Alle mensen zijn gelijkwaardig, elk mens is uniek.

Daarom heeft iedereen recht op:

  • respect
  • ontplooiing
  • een volwaardige plaats in de samenleving
  • relaties met andere mensen
  • eigen keuze


Dit betekent dat wij:

  • het individu respecteren
  • inspelen op de mogelijkheden van het individu
  • ondersteuning bieden bij het maken van keuzes
  • uitgaan van het gewone en speciale voorzieningen treffen waar nodig
  • ondersteuning bieden bij het aangaan en behouden van relaties
  • gericht zijn op een volwaardige plaats voor het individu in de samenleving


Volwaardig burgerschap van mensen met een beperking vinden wij belangrijk. Daarom werken we mee aan normalisatie en integratie. Mensen krijgen bij ons de ruimte om passende ondersteuning te organiseren. Zoveel mogelijk beslissingen worden genomen in de omgeving van de cliënt, waar immers de ondersteuningsvragen worden geformuleerd. Van medewerkers verwachten we dat ze cliënten vanuit deze visie respectvol ondersteunen.

Totale Communicatie

Totale Communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale Communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak/taal moeilijkheden en bij mensen met afasie of dementie

Gentle Teaching

Gentle Teaching (McGee, 1992) is een methodiek die veel voorkomt bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek is gebaseerd op de Psychologie van wederzijdse afhankelijkheid. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder mens de behoefte heeft zich verbonden te voelen met anderen in wederkerige en gelijkwaardige relaties. Bij Gentle Teaching is een veilige en liefdevolle relatie de basis voor de ontwikkeling van de cliënt.

De begrippen die bij Gentle Teaching centraal staan zijn:

  • We respecteren elkaar
  • We accepteren elkaar
  • We proberen elkaar te begrijpen
  • We waarderen elkaar
  • We geven elkaar zelfvertrouwen
  • We proberen elkaar vooruit te helpen
LACCS

Het LACCS-programma richt zich op de kwaliteit van leven van cliënten met EVMB. Binnen het programma wordt er aan de hand van vijf gebieden gekeken hoe goed het leven van de cliënt is. De vijf gebieden sluiten aan bij algemene menselijke behoeften. De gebieden zijn:

  • Lichamelijk welzijn
  • Alertheid
  • Contact
  • Communicatie
  • Stimulerende tijdsbesteding

Door bewust te kijken naar deze vijf gebieden en hoe ze voor een cliënt verbeterd kunnen worden, werken alle betrokken samen aan een goed leven voor de cliënt. Per gebied zijn er een aantal waarden geformuleerd die helpen om concreet te kijken naar de kwaliteit van het leven van de cliënt. De vijf LACCS-gebieden zijn allen even belangrijk.

Het LACCS-programma kenmerkt zich door een zeer cliëntgerichte ondersteuning. De vijf gebieden hebben een directe relatie met het dagelijks leven van de cliënt. Het zien van ontwikkelmogelijkheden, hoe klein dan ook, speelt binnen het LACCS-programma een belangrijke rol.

Meer info:

Naar de inhoud springen