“Wil je weten hoe ik hier terecht ben gekomen? Pfoe, vraag dat maar aan Marijke. Dat soort dingen weet ik dus niet. En daar heb je het al. Ik luister wel naar mensen, maar niet alles blijft hangen. Als ik naar buiten loop ben ik het alweer vergeten. Je ziet misschien niks aan mij, maar ik heb wel een beperking. Ik kom niet overal even makkelijk mee. Daarom is het voor mij zo fijn om hier te sporten. In een gewone sportschool red ik het niet.”
Iedere maandagmiddag fietst Jantje de Vries vanuit Stompetoren richting De Draai in Heerhugowaard. Daar werkt ze in de fitnessruimte van AC de Reiger een uur hard aan haar conditie. De crosstrainer, een roeiapparaat, een hardloopband… ze legt een heel parcours af. “En daarna ga ik vaak nog tennissen met de stagiaire”, vult Jantje aan. “Die crosstrainer, daar stond ik eerst vijf minuten op. Nu zit ik op dertien. Ik ga dus echt vooruit.”
“Veel ondersteuning heb ik niet nodig. Ik heb een bandje om mijn pols dat ik voor het apparaat houd en dan geeft hij aan wat ik moet doen. Maar als er iets is kan ik het vragen. En nog een keer vragen. En nog een keer. Ik heb het in mijn rug en moet afvallen. Dan pas kunnen ze opereren. Daarom ben ik hier een jaar geleden gestart.”
Vis? Dat at ik nooit. Ik dacht dat ik dat niet lustte. Nu eet ik ook kabeljauw.
—
“Naast het sporten ga ik ook naar diëtist Suzan Nieman, die bij Esdégé-Reigersdaal werkt. En ik zwem een uur in de week. Inmiddels meerdere baantjes achter elkaar. Toen ik net bij Suzan kwam, zei ze dat ik meer moest eten. Dat had ik echt nooit verwacht. Maar het klopte. Ik viel af. Het gaat om wat je eet. Ik ben meer groenten gaan eten en vlees van de koe en niet van het varken. Dat is minder vet. Vis? Dat at ik nooit. Ik dacht dat ik dat niet lustte, maar ik eet nu ook kabeljauw!”
Was het dan misschien Suzan die begon over de fitness? “Inderdaad”, legt Marijke Greuter – die Jantje ondersteunt bij de fitness – even later uit. "Via de huisarts kwam Jantje bij Suzan. Zij bracht het in bij het team Voeding en Beweging. Met fysiotherapeute Elles Lievendag kwam Jantje vervolgens bij de fitness. En inmiddels sport ze al behoorlijk zelfstandig.”
Terug naar Jantje: “Een uur voor ik ga slapen neem ik wat kwark. Zodat er iets in mijn maag zit. Ik kon namelijk ’s nachts mijn bed uitkomen om zes boterhammen te eten. Ik vind het nog steeds lastig, maar het is niet meer zo extreem. Met dat soort oplossingen komt Suzan ook.”
“Met sporten heb ik er ook wel eens dagen tussen zitten hoor, dat ik denk: joh, moet ik nou echt. Maar dan ga ik toch en als ik er dan eenmaal ben dan vind ik het toch weer lekker. Soms wil ik ook meer calorieën verbranden dan ik die dag zou doen. Dan zeggen ze weleens dat ik een beetje moet dimmen. Mijn haren worden altijd helemaal nat. Ik vind het wel zwaar, maar wil wel doorgaan. Naast het feit dat ik afval, kan ik nu ook weer een stukje rennen. Dat voelt fijn. Het is hier kleiner dan in veel andere sportscholen en er is meer aandacht. Fijn dat dit er is!”