Roxanne de Jong (29) en Simone Steenbergen (36) werken allebei als basisarts bij Esdégé-Reigersdaal en zijn erg positief over het werken in de gehandicaptenzorg. Zo positief dat zij beiden komend jaar de driejarige opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten gaan volgen bij het Erasmus MC in Rotterdam. Ze vertellen enthousiast en vol passie over de mooie ervaringen in de gehandicaptenzorg. “Ik wilde mij eerst oriënteren, onderzoeken welk specialisme bij mij past. Ik had niet verwacht dat het zó goed zou bevallen.”
Simone werkte, voordat ze drie jaar geleden bij Esdégé-Reigersdaal startte, een jaar in de ouderenzorg. Dáárvoor was ze jarenlang IC-verpleegkundige. Als zij-instromer startte ze met de opleiding geneeskunde. “Ik wist zeker dat ik niet als arts in het ziekenhuis aan de slag wilde. Daar miste ik vooral de tijd met de cliënt of patiënt. Daarbij kwam ook nog de hiërarchie en het gemis van nazorg. Dat maakte dat ik zeker wist dat ik iets anders wilde. Iets waarbij ik echt tijd heb voor de cliënt en aandacht voor kwaliteit van leven. Ik dacht nog aan de verslavingszorg, psychiatrie, huisarts of revalidatie, maar het beviel zo goed hier bij Esdégé-Reigersdaal, dat kijken bij andere specialisaties er niet meer van kwam.”
Roxanne wilde huisarts worden. Ook zij ervoer het plezier van werken in de gehandicaptenzorg. “Ik kwam van de opleiding en was ineens arts. Het was geen bewuste keuze om Arts Verstandelijk Gehandicapten te worden. Maar de tijd die je hier hebt voor de cliënt en de interessante casuïstiek, waarbij je samen met een team op zoek gaat naar wat het beste past bij een cliënt, zorgt ervoor dat ik verder wil in dit vak.”
Een bekend gezicht
Simone: “Ik was getriggerd door het kopje ‘huisarts’ in de vacature. Het bleek echter nog leuker omdat je veel dieper op de problematiek mag ingaan. Je mag behandelen en werkt samen met orthopedagogen, paramedici, begeleiders en familie. Dat blijkt nog veel leuker en waardevoller dan de korte huisartsmomenten. Het is vooral leuk dat je een cliënt al kent. Dat iemand een bekend gezicht ziet en daarvan rustig wordt. Het is wel een ingewikkelde? doelgroep, maar juist daarom heel uitdagend. Ik had nooit gedacht dat ik hier zo enthousiast van zou worden. Je moet je aanpassen aan het niveau en de mogelijkheden van de cliënt. En als je het niet goed doet, dan krijg je de wind van voren. Dat is een waardevol leerproces.”

Roxanne (links): “Je hebt veel meer tijd voor een cliënt. Je bouwt een relatie op en stelt zelf de behandeling in. Je overlegt met andere specialisten, gedragsdeskundigen, orthopedagogen, waardoor je inderdaad veel dichter bij de cliënt staat. Je kunt de cliënt veel beter volgen. Esdégé-Reigersdaal is ook nog een platte organisatie, dat spreekt mij erg aan. Er is geen hiërarchie, je bent net zo belangrijk als de begeleider of de gedragsdeskundige. Samen moet je ervoor zorgen dat de kwaliteit van leven van de cliënt zo goed mogelijk is.”
Simone (rechts): “AVG is nog een relatief nieuw specialisme. Dat heeft het nadeel dat er nog veel onduidelijkheid is buiten de gehandicaptenzorg. Dat specialisten extern soms niet goed begrijpen wat jouw rol of functie is, terwijl je veel kennis in huis hebt.”
“Pas sinds 2000 is er een AVG-opleiding. Er zijn nog weinig protocollen en richtlijnen en in de opleiding voor basisarts krijg je niks mee over AVG,” vult Roxanne aan. “Maar dat brengt juist de mooie uitdaging met zich mee om er samen met het team een invulling aan te geven die past bij de cliënt.”

Goede werk-privébalans
Roxanne: “Bij mij staat mijn gezin op één, daarna volgt mijn carrière. Als basisart binnen de gehandicaptenzorg kan ik de uren helemaal invullen zoals ik dat wil. Ik werk 34 uur, dit werk is ook prima in deeltijd te doen. Simone: “Ik werk 28 uur en heb veel mogelijkheden om mijn eigen planning te maken. Ik kan nog niet zeggen hoe het straks is na mijn opleiding als AVG-arts, maar tot nu toe ervaar ik dat de werk-privébalans prima is. Soms maak ik weken met veel uren, dan ben ik bijvoorbeeld betrokken bij een palliatieve situatie en heb ik officieel geen dienst, maar dan wil ik er toch zijn. Dan maak je wel die extra uren, met alle liefde, maar dat gebeurt niet wekelijks of dagelijks. Een andere week kun je dat weer compenseren.” Roxanne: “Je bouwt niet alleen een band op met de cliënt, maar ook met de begeleiding en iedereen om de cliënt heen. De familie bijvoorbeeld. Fijn als je daar zelf de regie in hebt.”
Bijzondere momenten
Roxanne: “Iedere dag heb ik gewoon van die bijzondere momenten met cliënten. Echt elke dag denk ik wel: ‘wat is het toch leuk om dokter bij verstandelijk gehandicapten te zijn’. Een tijd geleden had ik best een ingewikkelde cliënt. Wel een charmante man. Hij was gevallen en had een flinke wond. Met heel veel weerstand liet hij zich hechten. Toen ik klaar was volgde heel lief een ‘dankjewel hè, dokter’. Met een prachtige glimlach. Daar word ik heel blij van.” Simone: “Het is fijn om de dokter te mogen zijn van onze cliënten. Een paar weken terug liet een client onrustig gedrag zien. Enkele weken later zagen wij elkaar weer. Toen zei ze: ‘Dokter Simone, wij hadden een dingetje, hè dokter, maar dat hebben we goed afgehandeld!’. Dat is zo mooi om te horen.”