Sabrina Wijker is dertig jaar oud. Getrouwd en moeder van twee kinderen. Deed de MBO-2 opleiding tot secretarieel medewerker. Voor haar vrienden schreef ze cv’s en sollicitatiebrieven. En met succes! De een na de ander werd aangenomen. Zelf echter, zat ze al langere tijd thuis. “Het schrijven van een sollicitatiebrief voor een ander is makkelijk,” zegt ze, “dat gaat niet over mijzelf.” Sabrina voelt zich vaak onzeker. Het UWV opperde jobcoaching. Uiteindelijk kwam ze in contact met Joep Gelens, jobcoach bij ’t Wad in Den Helder. Een échte baan, dat is wat ze wilde.
De ramen van de Henricusschool trillen op de dreunende beat van de muziek. De lokalen zijn leeg en de kinderen hebben zich verzameld in de centrale ruimte. Achter het koffiebarretje een moeder met rood geschminkte wangen en een strik in haar haar. Op het podium, de docenten. Ze zijn verkleed en doen een dansje. Het is carnaval. Yeah!
Barsten in de maan
“Ik werkte een tijd bij een tuincentrum,” vertelt Sabrina, “dat vond ik leuk. Contact met mensen en adviezen geven. Maar ja,” vervolgt ze hard lachend, ”ze gingen failliet. Dat gebeurt mij nou altijd. Heb ik een leuke baan, word ik ontslagen of gaat de boel sluiten.” Om haar heen, in een verder lege klas, zitten een paar kinderen. Twee prinsessen, een avonturier met minion-rugtas en een T-Rex. Ze maken tekeningen en Sabrina helpt hen. “Ik ga naar de maan,” vertelt de avonturier, “en als ik daar geweest ben, breekt hij in stukken.” Ter illustratie laat hij zijn tekening zien. En ja hoor, er zitten barsten in de maan.
Sarkon - deel 1
Via het UWV kwam Sabrina terecht op het bestuurskantoor van Stichting Sarkon. (Stichting Sarkon is de bestuurlijke organisatie van negentien basisscholen, red.) Dit was tevens het moment waarop de jobcoaching startte. Een administratieve baan, die gezien haar opleiding, goed zou kunnen passen.
Sabrina: “Ik was wel blij dat ik een administratieve baan had gevonden. De arbeidsconsulente van het UWV kwam wel eens met baantjes, maar die vond ik niks. Bijvoorbeeld achter de kassa bij Albert Heijn. Dat vind ik meer een bijbaantje. Ik ben op een leeftijd gekomen waarop ik dat niet meer bij mij vind passen. Ik wil een echte baan.”
Barsten in de baan
Het werd geen succes op het bestuurskantoor. “Na twee maanden ben ik gestopt,” vertelt Sabrina. “Ik kon het daar niet vinden. Iedereen werkte achter een computer en was met zijn eigen dingen bezig. Veel contact met mijn collega’s had ik niet.”
Op aanraden van Joep deed Sabrina een beroepskeuze test. “Uit de test kwam – met stip op nummer één – dat de zorg wel bij mij paste. Joep regelde voor mij een stageplaats bij HOC van ’t Wad. Ik begeleidde daar mensen met een ernstige beperking tijdens hun dagbesteding. Het was een plek voor drie maanden. Ik vond het er geweldig, hielp cliënten met het inpakken van nootjes voor de markt, of we maakten een puzzel en kletsten wat, of gingen boodschappen doen. Na negen maanden zat ik er nog steeds. ‘Hoe lang gaan we nog door?’ vroegen we onszelf af. De zomervakantie stond voor de deur en dus hebben we besloten een time-out te nemen. Tijd om te kijken hoe we verder moesten.”
Sarkon - deel 2
In de gesprekken met Joep ontstond het idee dat de opleiding tot begeleider misschien wel wat was voor Sabrina. Hieraan zou ze na de zomervakantie kunnen beginnen. Het liep echter anders.
Marian Nuchelmans, directrice van de Henricusschool: “Ik zat in een werkgroep waarin we bekeken hoe we de participatiewet konden toepassen.” (In het kader van de participatiewet hebben het kabinet en werkgevers afgesproken voor 2026 honderdduizend banen te creëren voor mensen met een ziekte of een handicap, red.) “Op een school is eigenlijk heel veel mogelijk,” vertelt Marian. Wij waren op zoek naar iemand die bij ons zou passen. Doordat Sabrina al op het bestuurskantoor gewerkt had, hadden we al een goed beeld van haar kwaliteiten. Zij leek ons prima in staat de taken te vervullen die voor een leerkracht al gauw te veel zijn.”
Sabrina: “Vlak voor de zomervakantie werd ik gebeld door de arbeidsconsulente van het UWV. Mijn oude werkgeefster van Sarkon, vertelde zij, had mij voorgedragen voor een baan op een school. Zij dacht dat dat wel iets voor mij was. Ik heb op twee scholen gesolliciteerd. Dat ging goed. Na de zomervakantie kon ik meteen aan de slag. Joep en ik hebben hier veel over gesproken. ‘Blijkbaar zijn ze je niet vergeten bij Sarkon. Je hebt een goede indruk achtergelaten,’ zei hij dan. Dat vind ik prettig en tegelijk ook een beetje gek. Van dat soort dingen ga ik een beetje fladderen. Het maakt me blij. ‘Ik kan het tóch!’ denk ik dan.”
De onderbouw
Sabrina: “De eerste schooldag vond ik heel spannend. Ik kreeg een rondleiding door de school en ging vervolgens de klas in. Daar was de spanning al gauw weg, het leek wel alsof ik er al weken werkte. De kinderen waren nieuwsgierig. Ze wilden weten wie ik was en hoe ik heette. Ze maakten grapjes en probeerden mij soms uit. Gelukkig heb ik zelf kinderen en weet ik wel hoe ik daarmee om moet gaan.”
Sabrina werkt in de onderbouw. Voornamelijk op groep één en twee. Sabrina: “Die ukkies zijn echt mijn ding. Ze zijn nog zo eerlijk en speels. Soms rennen ze tien rondjes om mij heen en hebben de grootste lol. Op het schoolplein doen we tikkertje, of spelen een potje voetbal.” En vervolgens hard lachend: “Niet dat ik ze kan bijhouden hoor!”
Sabrina ondersteunt ook ín de klas. Ze helpt kinderen met knutselactiviteiten die ze soms zelf bedenkt. “Om knutselactiviteiten te bedenken gebruik ik Pinterest. Dat heb ik afgekeken van mijn collega’s. Daarnaast lees ik boekjes met de kinderen, doe lamineerwerk, maak verjaardagsmutsen, doe rapporten in mappen en nog veel meer. Ik heb echt het gevoel dat ik erbij hoor. Het voelt een beetje als familie.”
Zoeken naar wat werkt
Marian: “Sabrina heeft haar taken langzaam opgebouwd. Juist hierdoor is ze in haar rol gegroeid. In het begin was het zoeken naar de juiste aansturing. Daarin heeft Joep een ondersteunde rol gespeeld. Hij gaf aan hoe we het meest aan elkaar konden hebben. Zo was er een periode waarin het eigenlijk heel goed ging, maar we toch een soort terugval zagen bij Sabrina. Het bleek dat er te veel mensen een beroep op haar deden. Dat werkte niet. Eén aanspreekpunt om te overleggen en je taken te bespreken. Dat bleek de beste manier te zijn.”
Werkdruk
Sabrina: “Ik denk dat taken die ik doe de werkdruk voor de docenten verlaagt. Ik neem ze dingen uit handen. Hierdoor hoeven zij ’s middags minder lang op school te blijven. Dat wordt binnen de school ook zo gezien. Ik hoor regelmatig: Als we jou toch niet hadden.”
Marian: “Gezien de landelijke thematiek binnen het onderwijs denk ik dat we veel meer naar dit soort ondersteunende functies moeten kijken. De functie van Sabrina is zeker een antwoord op de werkdruk. Een paar extra handen in de klas scheelt enorm. Het voorkomt dat je als leerkracht achter de feiten aanloopt en zorgt voor meer tijd voor de kinderen. Zeker wanneer iemand, zoals in het geval van Sabrina, de dingen goed oppakt, is de functie van toegevoegde waarde.”
Toekomst
Sabrina: “Ik werk nu twintig uur per week, in de toekomst zou ik misschien wel meer willen werken. Nu is het erg prettig dat ik pas van huis wegga wanneer mijn kinderen naar school gaan en weer thuis ben als zij thuiskomen. Over een paar jaar gaat de oudste naar de middelbare school. Misschien is dat het moment waarop ik meer uren zou kunnen gaan werken. Daarnaast zijn we aan het kijken of ik misschien iets kan met de opleiding onderwijsassistent. Maar daar ben ik nog niet zeker van. Ik weet niet of ik het kan combineren, werk, een opleiding en de zorg voor mijn kinderen. Nu vind ik wat ik doe perfect en laat ik het lekker zo. Hoe de toekomst eruitziet, zie ik dan wel weer.”
Ondertussen zijn de tekeningen af. Enthousiast worden ze omhooggehouden. Sabrina moet en zal ze bekijken, dat is wel duidelijk. Met een rustige belangstelling kijkt Sabrina naar de tekeningen. Samen met de kinderen praat ze over wat er allemaal te zien is.
“Wat moet er eigenlijk op een tekening als die af is?” vraagt Sabrina. Er volgt een stilte waarin er diep nagedacht wordt. Wat moet er op een tekening die af is? Hmmm…?
“Je naam!” roept de T-Rex opgetogen. “Je naam moet op een tekening die af is!”
“Wat goed van je!” beloont Sabrina hem.
“Ik weet niet alle letters van mijn naam,” zegt een van de kinderen.
“Geeft niets,” zegt Sabrina, “we beginnen gewoon met de letters die je wel weet.” Een kind in carnavalskostuum drukt zich dicht tegen Sabrina aan. Juf Sabrina. Samen houden ze een potlood vast. Letter voor letter verschijnt er een naam. Dan gaan de kinderen terug het feestgedruis in. “Naar links…!” schallen de Snollebollekes in de centrale ruimte, “naar rechts…!”
Ondertussen heeft Sabrina een vaste aanstelling op de Henricusschool en is de jobcoaching gestopt.