Mick op de schommel bij Activiteitencentrum Buitenhof

Werken bij Activiteitencentrum Buitenhof

Ruimte om gewoon jezelf te zijn

Tekst en fotografie: Eric Minten 

01-11-2019

Het werken op Activiteitencentrum Buitenhof is zeer afwisselend. Barry Schipper (35), Dave Hollanders (38) en Simone Dekker (31) vertellen over de manier waarop zij cliënten ondersteunen. Over veiligheid, vertrouwen en durf, over vallen en weer opstaan. Over jezelf zijn en het soms dolen en dwalen dat achteraf ‘leren in kleine stapjes’ bleek te zijn. Drie dertigers aan het woord over het werk dat hen na aan het hart ligt.

Ruimte en vertrouwen

Simone: “Onderling hebben we een beetje een no-nonsens-mentaliteit. Je mag hier zijn wie je bent. Dat maakt dat je ontspannen in je werk kunt staan. Dat is belangrijk, want veel in het werk wordt bepaald door je houding, of je ontspannen bent of niet. Cliënten voelen dat aan. Er wordt ons niet een bepaalde manier van werken opgelegd. Je doet veel op gevoel. Natuurlijk zijn er ondersteuningsplannen en methodieken waar je gebruik van maakt. Maar werken op gevoel blijft belangrijk. Cliënten kunnen namelijk onverwachte dingen doen. Dan heb je ruimte nodig om te kunnen handelen. Op die manier creëren we een sfeer waarbinnen cliënten zich op hun gemak kunnen voelen. Dat is heel belangrijk, want als cliënten gestrest zijn, kunnen ze zich niet ontwikkelen.”

“In het begin vond ik het best raar dat ik gewoon dingen kon gaan doen. Dat ik het vertrouwen kreeg. Ik wilde voor het eerst met een cliënt gaan fietsen. ‘Succes hè’, werd er gezegd, ‘bel maar als het niet lukt’. Ik dacht: vertrouwen ze mij? Dat ik dit kan? Het is ontzettend fijn wanneer je een nieuwe baan hebt en je collega’s vertrouwen erop dat je het aankunt. Dat ze zeggen: ‘Dat doe je goed’. Dat geeft je nét even dat zetje om dingen uit te proberen. Het vertrouwen in jezelf is uiteindelijk misschien wel het belangrijkste. Als ik geloof dat ik iets kan met een cliënt, dan pikt de cliënt dat op. Het geeft hem of haar een veilig gevoel. In ons team hebben we een positieve mindset: geloven is kunnen. In die zin draagt het vertrouwen dat je krijgt bij aan goede zorg.”

Barry: “Er was een cliënt die jarenlang niet meer gezwommen had. Ik dacht: ik ga het gewoon weer een keer proberen. Dat was spannend, want hij kon best wel eens uit de band springen. Toch heb ik het gedaan en het ging supergoed. Hij werd er helemaal blij van en ik ook. Weken later had hij het er nog over:
“Varry zwemmen”, zei hij dan.

Simone: “Je kunt hier dingen uitproberen. De dag dat je buiten de lijntjes gaat, is de dag dat je je ontwikkelt. Zo werkt het voor de cliënten ook. We kunnen wel alles van minuut tot minuut voor ze vastleggen, maar dan ontwikkelen ze zich niet meer. Doordat je hier je eigen ontwikkeling aan mag gaan, kun je daarin, samen met de cliënt, groeien.”

Dave: “Dat je dingen mag uitproberen heeft ook te maken met het feit dat cliënten zich niet goed kunnen verwoorden. Je observeert gedrag en weet vaak niet wat erachter zit. Heeft iemand spanning omdat hij het eten niet lekker vindt, of heeft hij last van zijn buik. Je weet het vaak niet. Dan moet je dingen durven doen om te ontdekken en te leren. Natuurlijk verschillen we onderling soms van inzicht. Dan is het belangrijk om open met elkaar te communiceren. Iedereen deelt dan zijn mening en zo kom je samen verder.”

Langs de groepen met een handkar op Buitenhof
Samen langs de groepen. 'Hebben jullie nog iets dat we weg mogen gooien?'

Simone: “Reflecteren is ontzettend belangrijk. Als ik het gevoel heb dat iets niet goed gaat, vraag ik mijn collega’s wat zij ervan vinden en of zij dingen misschien anders hadden aangepakt. Daarnaast hebben we vergaderingen met onze orthopedagoog. Zij zorgt dan voor nieuwe inzichten, waardoor je opnieuw over dingen gaat nadenken.

Afwisseling

Simone: “Soms doe je even niets met een cliënt. Dat is dan nodig. Even rust, een moment om prikkels te verwerken.”
Barry: “Dat vond ik in het begin wel wennen. De ene dag kon je lekker met cliënten naar buiten en de andere dag kon dat niet omdat het dan bijvoorbeeld te warm was. Ik moest leren zien dat het op dat moment beter was om binnen te blijven. De warmte zou te veel prikkels geven en dat was voor de cliënt, op dat moment, niet prettig.”

Simone: “Dat maakt het werk uitdagend. Je weet nooit van tevoren hoe cliënten die dag zijn, elke dag is anders. Soms heb je een dag dat je denkt: dit is zó relaxt. Maar vaak heb je het nog niet gedacht of er verandert ineens van alles en moet je vol aan de bak.”

Competenties

Simone: “Om het werk bij ons te kunnen doen moet je wel een aantal dingen kunnen. Je moet actief willen zijn en van een uitdaging houden. Je moet kunnen zien dat cliënten zo nu en dan aftasten of jij die veilige ander voor ze bent.”

Dave: “Je moet inderdaad stevig in je schoenen staan. Snappen dat bij cliënten ‘het emmertje’ soms vol is omdat de wereld voor hen moeilijk te begrijpen is. Dan moet je dichtbij willen blijven en kunnen zien dat de cliënt het even niet alleen redt. Op zo’n moment moet je rust kunnen bieden en er voor hem of haar zijn. Tegelijk moet je aangeven welk gedrag eventueel niet kan. De kunst is om daar een balans in te vinden.”

Barry: “Wanneer je aan het werk bent, kun je bijvoorbeeld rustig aan tafel zitten, maar tegelijk ben je continue de omgeving aan het scannen. Je kijkt naar wat er gebeurt en hoe mensen in hun vel zitten. Uiteindelijk maakt het misschien niet zoveel uit welk papiertje je hebt. Het gaat meer om wie je bent. De eerste dag dat ik hier kwam, begreep ik pas echt wat de doelgroep inhield. Ik heb veel gehad aan mijn collega’s. Door hen heb ik in de praktijk kunnen leren. Zo werkt het bij mij. Ik leer dingen door ze te zien.”

Barry en Tim op de fiets door het Park van Luna
Barry en Tim op de fiets door het Park van Luna
Ontwikkelen vanuit veiligheid

Dave: “Het gaat allemaal om veiligheid. Voelt een cliënt zich veilig bij jou? Als ik kijk naar een jaar geleden dan waren er cliënten waarvan ik dacht: oké, ik kan jou nu niet benaderen. Bij één cliënt heb ik wel zeven maanden nodig gehad voordat hij zich bij mij veilig kon voelen. Hij kwam wel in mijn buurt, maar wanneer ik alleen met hem was, wist hij zich geen raad met mij. Dan werd hij onrustig en kon ik merken dat hij het spannend vond. Nu kan ik hem bij wijze van spreken drie of vier dagen niet zien en als ik daarna op de groep kom, dan hebben we meteen een soort lijntje.”

“Ik zit met een big smile naast hem en denk: wat knap dat je dit nu kunt”

Simone: “Cliënten hebben een sociaal emotionele ontwikkeling van tussen de zes en achttien maanden. Een gevoel van veiligheid is dus heel belangrijk. Het kost tijd dit op te bouwen. Als je eenmaal die veilige band hebt, kun je samen veel doen, van een stuk fietsen tot lekker samen stoeien. Dan kun je er écht zijn voor een cliënt. Ook wanneer het soms even minder makkelijk gaat. In die situaties laat de cliënt je dan ook toe. Samen onderga je dan dat moment, je blijft liefdevol bij de cliënt, je bent warm en zacht en helpt hem of haar er doorheen. Soms door gewoon naast iemand te gaan staan of zitten.”

Een triomf van pindakaas

Barry: “Na het werk praat je met elkaar over wat er wel en niet goed ging. Als je dan vertelt wat er goed ging en gelukt is, dan is iedereen blij. In eerste instantie voor de cliënt, maar ook voor de mensen die het gelukt is om iets voor elkaar te krijgen.”

Dave: “De cliënten leren in kleine stapjes. Voor de buitenwereld vaak niet eens zichtbaar, maar voor een cliënt een enorme prestatie.”

Simone: “Een van onze cliënten kan tegenwoordig zelf zeggen wat hij op brood wil. Hij zegt dan ‘kaas’, ‘pindakaas’ of ‘boter’. Op zo’n moment zit ik met een big smile naast hem en denk: wat knap dat je dit nu kunt. Ik kan nu tegen hem zeggen: ga jij maar lekker zitten, ik regel het eten wel. Voorheen begreep hij die situatie niet. Nu gaat hij gewoon ontspannen zitten wachten. Een andere cliënt kan nu, voor het wandelen, zelf zijn jas pakken en wachten bij de deur. Dat ging twee jaar geleden gepaard met veel gedoe. De overgang naar zo’n activiteit was toen te onoverzichtelijk voor hem. Nu gaat dat dus wel. Dat zijn zulke leuke momenten.”

Was opvouwen bij activiteitencentrum Buitenhof
Samen de was opvouwen

Dave: “Dat zijn dus die kleine stapjes die de buitenwereld niet of nauwelijks ziet. Want ja, wat betekent het nou eigenlijk wanneer iemand kan zeggen dat hij pindakaas op zijn brood wil. Of rustig zijn jas kan pakken voor het wandelen. Voor een cliënt betekent dat dus heel veel. Een aantal jaren geleden was er meer één-op-één-begeleiding dan nu. Nu zie je dat er veel meer dingen samen gebeuren, in groepjes. In die zin hebben we echt stappen gemaakt. We gaan samen naar buiten, drinken koffie en zitten met een aantal cliënten samen aan tafel voor de lunch. Dat hebben we met elkaar bereikt.”

Barry

“Op school kon ik mijn draai niet vinden. Wist niet wat ik wilde en ben dus vrij vroeg gestopt. Werkte in een magazijn voor kappers en drogisterijen en in een elektrotechnische groothandel, waar ik klanten hielp. Het was een hele andere wereld. Er was altijd veel druk. Je mocht geen fouten maken, want anders kon je even naar kantoor komen. Uiteindelijk wilde ik dat niet meer. Ik dacht: ik moet iets anders. Met mensen bezig zijn trok mij altijd al. Ik heb gesolliciteerd op AC Buitenhof en ben aangenomen. Volgens mij hebben ze dat puur op gevoel gedaan. Ik haal veel voldoening uit mijn werk en wil niets anders meer. In september ben ik begonnen aan de basisopleiding. Ik wil gewoon een papiertje hebben. Om erachter te komen welk papiertje, moest ik blijkbaar eerst 35 worden.”

Dave

“De afgelopen 15 jaar werkte ik in de telecombranche. Ik heb de opleiding mbo Activiteiten Begeleiding gedaan en ben aansluitend in de zorg gaan werken. Tot twee keer toe werden de tijdelijke contracten niet verlengd en moest ik eruit. Ik wilde meer zekerheid en verliet de zorg. Maar uiteindelijk kun je jezelf niet voor de gek houden. Wanneer mensen mij vroegen wat voor werk ik deed, begon ik mijn antwoord altijd met: ik kom eigenlijk uit de zorg, maar… Het is hoe ik als mens in het leven sta. Ik wil iets kunnen betekenen voor een ander en houd ervan mensen een goed gevoel te geven. Binnen de telecomwereld staat het geld centraal. Er moet zo veel mogelijk ín en zo min mogelijk úit. En maar presteren en maar druk en maar zweten. Dat hield ik niet meer vol. Het paste gewoon niet bij mij. Nu werk ik hier iets langer dan een jaar en het voelt alsof ik hier al veel langer ben.”

Simone

“Ik wilde bij de politie. Ik heb toen de vooropleiding van de politie gedaan, maar kon alleen gaan werken in regio’s die ver weg waren. Daar werd ik, vanwege de grote reisafstand, niet erg enthousiast van. Ik heb toen een dagje meegelopen met mijn schoonzus. Die werkte ook in de zorg, op Midgard. Daar heb ik negen jaar met veel plezier gewerkt. Uiteindelijk was het tijd voor een nieuwe uitdaging. Ik heb toen geholpen bij het opzetten van een woonhuis voor cliënten. Ik kon er mijn draai niet vinden en ben verder gaan zoeken. Zo ben ik op AC Buitenhof terechtgekomen. Het werk is een uitdaging voor mij. De rust vinden voor cliënten en van daaruit een activiteit ondernemen is erg leuk. Onze cliënten kunnen zich steeds verder ontwikkelen en dat ondersteunen we met een fantastisch team. Daar word ik heel enthousiast van.”

Gerelateerde locaties

Delen? Graag!

Lees ook deze verhalen...

Stappenplan koffiedrinken

Bij mensen met een beschadigd brein, bijvoorbeeld bij dementie, kunnen onnodige prikkels en onrust leiden tot een gebrek aan concentratie of beangstigende situaties. De begeleiding van cliënten met een beschadigd brein is er dan ook vaak op gericht om afleidende en storende prikkels te vermijden. Het herkenbaar maken van activiteiten speelt daarbij een rol. Hieronder een stappenplan voor koffiedrinken. Door consequent het plan te volgen wordt de activiteit ‘koffie drinken’ herkenbaar en voorspelbaar. 

Stappenplan koffiedrinken

1. Koffie/thee kar klaarzetten met alles erop, dit voorkomt veel heen en weer geloop van de begeleider. Heen en weer lopen geeft onnodige prikkels en onrust bij de cliënt.

2. Deuren sluiten en een “Niet storen” bordje op de deur hangen, dit voorkomt dat mensen in en uitlopen.

3. Alles van de kar op tafel zetten, als dan de cliënten aan tafel komen staat alles al klaar. Dus minder prikkels. Begeleiders kunnen zich totaal richten op de cliënt en op het koffie drinken.

4. Cliënten naar vaste plaats aan de tafel begeleiden (eerst afstemmen, contact maken en dan verleiden!), kijk eerst in de ogen van de cliënt : ziet hij/zij je en waar kijkt hij/zij naar en hoe staan de ogen. Maak contact dmv toelachen, aanraken en vervolgens verleiden.

5. Muziek uitzetten (als cliënten niets zeggen, dan zachte muziek), pas uitzetten als iedereen aan tafel zit, omdat de hersenen dan wel bezig gehouden worden met het geluid (geen prikkel leidt tot angst en onrust).

6. Begeleiders gaan aan tafel zitten en blijven zitten. Ze drinken zelf mee (maar houden geen pauze!!). Begeleiders zijn gericht op de cliënten, ze praten niet teveel met elkaar, door zelf mee te drinken stimuleert dat cliënten om zelf ook mee te drinken.

7. Er is een duidelijk begin en duidelijk eind.

8. Na afloop ruimt 1 begeleider de tafel af (eventueel met hulp van een cliënt), een ander begeleidt cliënten naar een andere plaats in de ruimte. Zo worden cliënten geholpen om zich in te stellen op een nieuwe activiteit/nieuwe plaats in de ruimte.

Browsericoon Esédége-Reigersdaal

Browser niet geschikt

De Internet Explorer browser is sterk verouderd en niet in staat om moderne websites als deze correct weer te geven.

   Sommige onderdelen van deze website zullen in Internet Explorer daarom niet goed functioneren.

Voor de beste ervaring gebruik een moderne browser zoals Google Chrome.

Omgevingszorg

Een omgeving, die goed is afgestemd op mensen bij wie sprake is van dementie of een hersenbeschadiging heeft een positief effect op het dagelijks functioneren van die mensen. Aandacht voor die omgeving noemen we omgevingszorg.

Omgevingszorg beschouwd de invloed van de omgeving op mensen met een beschadigd brein, waaronder dementie. Mensen met dementie worden in toenemende mate afhankelijk van prikkels uit de omgeving. De prikkelverwerking in het brein is verstoord. Hierdoor iemand met dementie zijn/haar gedrag niet meer uit zichzelf sturen. Gedrag wordt meer en meer bepaald door de omgeving.

Een ongunstige omgeving speelt dan ook een belangrijke rol bij het ontstaan van onbegrepen (probleem)gedrag. Mensen met een beschadigd brein reageren vaak impulsief, reflexmatig en intuïtief op omgevingsprikkels. Bij omgeving kan worden gedacht aan: de fysieke omgeving, werk- en leefprocessen (waaronder de bejegening) en de dag- en tijdsbesteding.

Een omgeving, die is vormgegeven vanuit de ideeën van omgevingszorg, is een omgeving, die

  1. Overzichtelijk, duidelijk en herkenbaar is;
  2. Daardoor begrepen wordt;
  3. Doelgericht gedrag uitlokt;
  4. Zorgt voor de juiste prikkel op het juiste moment;

Door de omgeving en het gedrag methodisch te observeren ontstaat inzicht in ontregelende situaties en storende prikkelbronnen. Dit geeft praktische handvatten voor optimale omgevingszorg: het toepassen van verbeteringen in de leefomgeving van mensen met een beschadigd brein. Het resultaat is een zichtbaar positieve uitwerking op het gevoel van welbevinden en veiligheid. De stress vermindert en niet begrepen (probleem) gedrag neemt af.

Meer info:
breincollectief.nl

Financieringsmogelijkheden

De jobcoaches hebben ruime kennis op het gebied van wet- en regelgeving en de financiering van trajecten. Zij kunnen je alles vertellen of je in aanmerking komt voor ondersteuning van een jobcoach.

Wet Langdurige Zorg (WLZ), aanvraag bij CIZ
De Wet Langdurige Zorg is er voor mensen die intensieve begeleiding en nabijheid nodig hebben. Een indicatie voor dagbesteding wordt afgegeven door het Centrum indicatie Zorg (CIZ).

Sociaal Activering traject, aanvraag UWV
Sociale activering is bedoeld als een voorbereidingsperiode op een betaalde baan met behoud van uitkering. De duur van het traject is maximaal 1 jaar. Dit traject wordt onder andere ingezet om te participeren in de maatschappij, zelfvertrouwen op te bouwen en werkervaring op te doen. Tevens wordt er aandacht besteed aan sollicitatievaardigheden en kan onderzocht worden welke beroepen passend zijn.

Individueel Re-integratie traject (IRO), aanvraag UWV
Het doel van het IRO traject is het verkrijgen van een passende betaalde baan. De jobcoach zal jou begeleiden en ondersteunen bij het vinden en behouden van een geschikte baan.

Persoonlijke Ondersteuning (PO), aanvraag UWV
Indien je een betaalde baan hebt en je hebt hierbij extra ondersteuning nodig dan kun je aanspraak maken op een traject Persoonlijke Ondersteuning/ Jobcoaching. Denk hierbij aan onder andere het trainen van werknemersvaardigheden. Voor meer informatie over dit traject en de eventuele aanvraag kan je terecht bij een jobcoach.

WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning), aanvraag gemeente
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO. Deze wet omvat activiteiten die het je mogelijk maken om mee te doen in de samenleving, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Voor meer informatie verwijzen wij je naar de website van de gemeente.

Eigen bijdrage
Gemeenten mogen voor de ondersteuning die zij bieden een eigen bijdrage vragen.
Op de website van het CAK kunt u een indicatie krijgen van de hoogte van de eigen bijdrage.

Beleven in muziek (BIM)

BiM, Beleven in Muziek, stimuleert het ervaren van het lichaam door de muziek te laten voelen. Doelgericht in te zetten voor o.a. contact, communicatie, alertheid, ontspanning, plezier. BiM draagt ook bij aan de muzikale ontwikkeling.

Op speciaal ontwikkelde muziek wordt de deelnemer door de BiM gever aangeraakt met speciale objecten zoals ballen, zacht handschoenen of veren. Ieder muziekstuk heeft zijn eigen bewegingen en objecten. Ook wordt soms gewerkt met etherische oliën.

Methode Heijkoop

De methode Heijkoop helpt een cliënt beter te begrijpen waardoor er passende ondersteuning geboden kan worden. Middels vijf verschillende instrumenten wordt onderzocht hoe een cliënt functioneert. In dit onderzoek zijn verwanten en teamleden intensief betrokken. Op basis van observaties en analyse wordt gezocht naar andere mogelijkheden om met een cliënt om te gaan.

De methode maakt gebruik van vijf instrumenten:
1. Ontdekkend kijken
2. Functioneringsprofiel
3. Constructieve hantering probleemgedrag
4. Relatiedynamiek
5. Videotraining

Ontdekkend kijken
Ontdekkend kijken is een vorm van videoanalyse. Het is het basisinstrument van de Methode Heijkoop. Het instrument helpt begeleiders betekenisvol en onbevooroordeeld naar de cliënt te kijken en maakt hen bewust van de unieke lichaamstaal van de cliënt. Er ontstaat inzicht in de persoonlijke beleving en emoties, de manier van oriënteren, contact maken, communiceren, initiatieven nemen en de manier waarop de client oplossingen bedenkt.

Constructieve hantering probleemgedrag
Dit instrument helpt de begeleider om op moeilijke momenten, al dan niet met probleemgedrag, actief samen te werken met de cliënt. Het helpt de begeleider onderscheid te maken tussen de betekenis van het probleemgedrag voor de cliënt en de emotionele reacties van de begeleider op het probleemgedrag. Als de begeleider inziet wat het probleemgedrag betekent voor de cliënt, kan hij hem/haar helpen daar een andere oplossing voor te vinden.

Functioneringsprofiel
Dankzij het functioneringsprofiel wordt de begeleider zich bewust van de verwachtingen die de cliënt onbewust bij hem oproept. Het geeft de begeleider inzicht op grond waarvan hij de cliënt over- of onderschat. Doordat hij meer inzicht krijgt, kan hij zijn reacties beter afstemmen op wat de cliënt op een bepaald moment aankan. Daarmee voorkomt de begeleider veel stress bij de cliënt en zichzelf.

Relatiedynamiek
Het instrument relatiedynamiek brengt de dynamiek terug in een vastgelopen relatie tussen begeleider en cliënt. Het maakt de begeleider bewust van hoe hij zich opstelt ten opzichte van de cliënt, en van het beroep dat hij daarmee doet op de cliënt. Het omgekeerde geldt ook: hij krijgt meer oog voor het beroep dat de cliënt op hém doet.

Videotraining
Het instrument videotraining helpt de begeleider bij het ontwikkelen en zich eigen maken van relationele kwaliteiten. De begeleider leert zichzelf feedback geven op de relationele kwaliteit die hij zelf heeft uitgekozen. Die gaat hij/zij oefenen in de praktijk, mèt de cliënt. Van die begeleidingssituatie worden video-opnames gemaakt, die na afloop besproken worden.

Bron: Heijkoop-academy

Van de boer

Wij boeren op een ouderwetse, kleinschalige manier op het voormalig eiland Wieringen. De boerderij ligt aan de rand van een vogelgebied en staat op een erf van ongeveer 40 are. De boerderij ligt 200 meter van de weg af en de dichtstbijzijnde buur woont 500 meter verderop.

​Een groot deel van het land ligt direct bij de boerderij. De rest ligt verdeeld in 7 kleine stukjes over het mooie Wieringen. Deze stukken worden voornamelijk gebruikt voor hooi. Het hooi (gedroogd gras) maaien we in het voorjaar en de zomer en daarna staan onze schapen en jongvee op deze landjes. We gaan hier dan iedere dag heen om te kijken of het met het vee goed gaat en om water te brengen.

De nadruk van het bedrijf ligt op de fok van koeien. We hebben ieder jaar ongeveer 35 koeien, volwassen en jongvee. Onze koeien zijn Lakenvelders. De Lakenvelder is een zeldzaam, ouderwets vleesras. In heel Nederland lopen ongeveer nog 2000 van deze koeien. We zijn lid van het stamboek en we doen mee aan het fokprogramma. We houden onze koeien op een natuurlijke manier, de koeien worden zomers door de stier gedekt. De kalfjes worden meestal in het weiland geboren. Ze blijven bij de moeder totdat het weer slechter wordt en ze op stal gaan. Dan pas worden de kalfjes bij de moeders weggehaald. Overtallige dieren, meestal stierkalveren, brengen we op een natuurlijke manier groot. Deze dieren gaan naar een ambachtelijke slager in een dorp verderop.

Het vlees dat wij leveren wordt ‘vlees met een goed verhaal’ genoemd. Dit is eigenlijk een win-win situatie; de mensen kunnen genieten van het mooie landschap met de koeien en kalveren en ze kunnen een lekker stukje van datzelfde vlees halen bij de slager in de buurt. Ze weten dan dat het goed en verantwoord is gegroeid en behandeld.
Wij zijn dan ook nauw betrokken bij de natuur. We hebben veel land met een uitgestelde maaidatum waar de vogels rustig kunnen broeden. De boer is zelf ook vrijwilliger om dit allemaal in kaart te brengen en de vogels in de gaten te houden.

We zijn sinds kort ook bezig om met varkens te gaan fokken. Ook dit is een apart ras, het Pietrain varken. Het Pietrain varken is een goed varken om kleinschalig te houden en zo op een natuurlijke manier een goed stukje vlees te produceren.

Vanaf 2016 hebben een mooie grote groentetuin en in de zomer van 2017 hebben we zelf een kippenhok gebouwd waar nu 40 kippen (voornamelijk Leghorn) in rondscharrelen.

Active Support

Active Support is een ondersteuningsmethodiek speciaal ontwikkeld om cliënten actief te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken zodat ze meer regie over hun leven krijgen. De methode gaat uit van een aantal algemene principes die van belang zijn voor een zo gewoon mogelijk leven:

  • deelnemen aan de samenleving
  • een netwerk van relaties hebben, waaronder familie en vrienden
  • deze relaties moeten van langere door zijn (continuïteit)
  • de kans krijgen om ervaringen op te doen en te leren
  • keuzemogelijkheden hebben en controle over het eigen bestaan
  • een zekere status krijgen en gerespecteerd worden
  • behandeld worden als een individu
Werken met een vertrouwensrelatie

Een cliënt heeft vertrouwen in jou nodig voordat hij een band met je aangaat. Pas als er een wederzijdse band is, kun je hem of haar stimuleren zich open te stellen om op onderzoek uit te gaan, nieuwe ervaringen op te doen, relaties aan te gaan en zich op alle gebieden te ontwikkelen: lichamelijk, cognitief en sociaal-affectief. Een vertrouwensband is dus een belangrijk aspect van de relatie.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Er wordt binnen Esdégé-Reigersdaal gewerkt met ondersteuningsplannen. In overleg met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger wordt in het ondersteuningsplan een beeld van de cliënt geschetst en van wat hij/zij nodig heeft om prettig te kunnen functioneren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd en waar nodig wordt het plan bijgesteld.

Visie Esdégé-Reigersdaal

Bij haptonomisch verplaatsen staat zelfredzaamheid altijd centraal. Vooral omdat het meer respectvol is voor de cliënt en de zorgverlener. Want te veel doen voor een cliënt in de zorg ontneemt hem zijn mogelijkheden en zijn eigenwaarde. Te veel doen voor cliënten is daarbij onnodig zwaar voor de begeleiders en plaatst hen in een rol waarin geen samenwerking kan ontstaan met de cliënt. Met haptonomisch verplaatsen is de zelfredzaamheid voelbaar, zichtbaar en overdraagbaar. Het biedt praktische vaardigheden om te leren hoe de zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk behouden kan blijven.

Video-interactie training

Door middel van korte video-opnames waarbij de interactie tussen cliënt en (cliënt) begeleider centraal staat proberen we te leren van de situatie, het eigen gedrag en gedrag van cliënt beter te begrijpen om vervolgens de volgende keer daar weer beter mee om te gaan. De video-interactie training richt zich op ‘klein kijken’, waarbij signalen van de cliënt nauwkeurig kunnen worden geobserveerd en geïnterpreteerd. De video-interactie training is gebaseerd op de methode van Heijkoop.

Voorwaarden abonnement Bladeren

Begrippen

  • Bladeren
    Het tijdschrift met die titel, dat 4 maal per jaar wordt gemaakt en uitgegeven door Stichting Esdégé-Reigersdaal.
  • Abonnement
    Het abonnement is een éénmalige betaling die recht geeft op toezending van 4 opeenvolgende kwartaaluitgaven van Bladeren en heeft daardoor een looptijd van ongeveer één jaar.  

Bepalingen

  • Abonnees kunnen via e-mailadres bladeren@esdege-reigersdaal.nl contact opnemen met de redactie en administratie van Bladeren. 
  • Abonnees kunnen een adreswijziging doorgeven en klachten melden bij het niet ontvangen van Bladeren. 
  • Abonnees zijn verantwoordelijk voor het tijdig doorgeven van een adreswijziging.
  • Indien gewenst kan de verdere toezending van Bladeren worden stopgezet.
  • Er vindt geen terugbetaling plaats voor niet ontvangen nummers bij onjuiste adressering of bij het stopzetten van de toezending.

Privacy
De verkregen adresgegevens worden uitsluitend gebruikt voor het toezenden van Bladeren en ze worden niet beschikbaar gesteld aan derden. Het privacy reglement van Esdégé-Reigersdaal is van toepassing.
Visie Esdégé-Reigersdaal

Esdégé-Reigersdaal is een visie gestuurde organisatie.

Onze visie:
Alle mensen zijn gelijkwaardig, elk mens is uniek.

Daarom heeft iedereen recht op:

  • respect
  • ontplooiing
  • een volwaardige plaats in de samenleving
  • relaties met andere mensen
  • eigen keuze


Dit betekent dat wij:

  • het individu respecteren
  • inspelen op de mogelijkheden van het individu
  • ondersteuning bieden bij het maken van keuzes
  • uitgaan van het gewone en speciale voorzieningen treffen waar nodig
  • ondersteuning bieden bij het aangaan en behouden van relaties
  • gericht zijn op een volwaardige plaats voor het individu in de samenleving


Volwaardig burgerschap van mensen met een beperking vinden wij belangrijk. Daarom werken we mee aan normalisatie en integratie. Mensen krijgen bij ons de ruimte om passende ondersteuning te organiseren. Zoveel mogelijk beslissingen worden genomen in de omgeving van de cliënt, waar immers de ondersteuningsvragen worden geformuleerd. Van medewerkers verwachten we dat ze cliënten vanuit deze visie respectvol ondersteunen.

Totale Communicatie

Totale Communicatie is het ondersteunen en bevorderen van communicatie met diverse middelen zoals foto`s, pictogrammen, gebaren, verwijzers en geschreven taal. Totale Communicatie wordt vooral gebruikt bij mensen met een verstandelijke beperking, kinderen met spraak/taal moeilijkheden en bij mensen met afasie of dementie

Gentle Teaching

Gentle Teaching (McGee, 1992) is een methodiek die veel voorkomt bij het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking. De methodiek is gebaseerd op de Psychologie van wederzijdse afhankelijkheid. Hierbij gaat men ervan uit dat ieder mens de behoefte heeft zich verbonden te voelen met anderen in wederkerige en gelijkwaardige relaties. Bij Gentle Teaching is een veilige en liefdevolle relatie de basis voor de ontwikkeling van de cliënt.

De begrippen die bij Gentle Teaching centraal staan zijn:

  • We respecteren elkaar
  • We accepteren elkaar
  • We proberen elkaar te begrijpen
  • We waarderen elkaar
  • We geven elkaar zelfvertrouwen
  • We proberen elkaar vooruit te helpen
LACCS

Het LACCS-programma richt zich op de kwaliteit van leven van cliënten met EVMB. Binnen het programma wordt er aan de hand van vijf gebieden gekeken hoe goed het leven van de cliënt is. De vijf gebieden sluiten aan bij algemene menselijke behoeften. De gebieden zijn:

  • Lichamelijk welzijn
  • Alertheid
  • Contact
  • Communicatie
  • Stimulerende tijdsbesteding

Door bewust te kijken naar deze vijf gebieden en hoe ze voor een cliënt verbeterd kunnen worden, werken alle betrokken samen aan een goed leven voor de cliënt. Per gebied zijn er een aantal waarden geformuleerd die helpen om concreet te kijken naar de kwaliteit van het leven van de cliënt. De vijf LACCS-gebieden zijn allen even belangrijk.

Het LACCS-programma kenmerkt zich door een zeer cliëntgerichte ondersteuning. De vijf gebieden hebben een directe relatie met het dagelijks leven van de cliënt. Het zien van ontwikkelmogelijkheden, hoe klein dan ook, speelt binnen het LACCS-programma een belangrijke rol.

Meer info:

Ga naar de inhoud